NL
E-MXAM E-MXPM E-NGXM Rev6 - Bedieningsvoorschrift
Pagina 57 / 96
13. PROBLEMEN
OFF
Waarschuwing: Schakel de stroom uit voordat er service aan de pomp wordt gedaan
De pomp met electromotor mag niet droogdraaien (ook niet voor een korte periode).
Volg de bedieningsinstructies indien nodig neem contact op met dichtstbijzijnde service centrum
of installateur.
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSINGEN
1)
De motor start
niet
1a) verkeerde voeding
1b) zekering(en) kapot
1c) as geblokkeerd
1d) als alle bovengenoemde oorzaken zijn
gecontroleerd, hoogst-waarschijnlijk
de electromotor defekt of verbrandt.
1a) controleer de beschikbare frequentie en voltage. (de gegevens
moeten overeenkomen met het motor typeplaatje)
1b) vervang de zekering(en), controleer de voeding en volg punten a.
1c) verwijder de reden van het blokkeren zoals genoemd “geblokkeerde
pomp” instructie boek
1d) repareer of vervang de electromotor, ga naar een wikkelbedrijf of
installateur.
2)
Pomp
geblokkeerd
2a)
Langdurige periode van stilstand
waardoor roestvorming in de pomp.
2b) Aanwezigheid van vaste delen in de
pomp
2c) De lager zijn geblokkeerd.
2a) De electrische pomp en/of kleine cilinder motorpompsets kunnen
gedeblokkeerd worden door een schroevedraaier in de uitsparing op
het eind van de pompas te zetten en de as te draaien. Voor grotere
pompen dient de pompas te worden gedraaid (denk eraan eerst de
stroom uit te schakelen) of neem contact op met een servicecentrum.
2b) Indien mogelijk demonteer het pomphuis en verwijder de vaste delen
in de pomp of neem contact op met een servicecentrum.
2c) Als de lagers zijn beschadigd, vervang ze of indien noodzakelijk neem
contact op met een servicecentrum.
3)
De pomp
functioneert,
maar er komt
geen water uit
3a)
Valse lucht bij de zuigaansluiting,
vulplug of de pakkingen van de
zuigleiding (bij het vullen van de pomp)
3b)
Voetklep geblokkeerd of zuigleiding
niet volledig gevuld met het medium.
3c) Zuigfilter geblokkeerd.
3d) Terugslagklep geblokkeerd
3a) Vontroleer welke delen niet luchtdicht zijn en verbind de verbindingen
adequaat .
3b) Maak de voetklep schoon of vervang die, gebruik de juiste zuigleiding
voor de toepassing.
3c) Maak het filter schoon of vervang het filter (zie punt 2a)
3d) Controleer of de geïntegreerde terugslagklep functioneert.
4)
De pomp stopt
niet
4a)
Terugslapklep stuk, geblokkeerd of
verstopt door vreemde voorwerpen
4b)
Uitschakeldruk (parameterUP01) te
hoog.
c) Prestaties van de pomp ontoereikend
a) Controleer dat de geïntegreerde terugslagklep functioneert en verwijder
eventueel in de klep aanwezige vreemde voorwerpen.
b) Controleer de waarde van de parameter UP01 en verlaag deze even-
tueel.
d) Neem contact op met een erkend servicecentrum
5)
Intermitterende
werking
a) Terugslapklep stuk, geblokkeerd of ver-
stopt door vreemde voorwerpen
b) Tankdruk fout, tank leeg of membraan
stuk
a) Controleer dat de geïntegreerde terugslagklep functioneert en verwijder
eventueel in de klep aanwezige vreemde voorwerpen.
b) Controleer de tankdruk
6)
Onvoldoen
capaciteit
6a) Te kleine leidingen en aansluitdelen
waardoor pompverliezen ontstaan.
6b) Aanwezigheid van vaste bestanddelen
in de pomp.
6c) Staat van de rotor verslechterd.
6d) Versleten rotor en het pomphuis.
6e) Hoge viscositeit van het te verpompen
medium (anders dan water).
6f) Hoge zuigverliezen.
6g) Zuigleiding te lang.
6a) Gebruik de juiste leidingdiameters voor de specifieke toepassing.
6b) Maak de pomp van binnen schoon en installeer een zuigfilter ter
voorkoming dat er vaste delen in de pomp komen.
6c) Vervang de rotor of indien noodzakelijk neem contact op met een
servicecentrum.
6d) Vervang de rotor en het pomphuis.
6e) De pomp is niet geschikt voor het te verpompen medium.
6f) De pomp dichter bij het aanzuigpunt zetten en/of verminder het niveau
om de vloeistof beter aan te zuigen.
6g)
De pomp dichter bij de tank zetten (korte zuigleiding). Indien
noodzakelijk vergroot de diameter van de zuigleiding.
7)
De pomp maakt
geluid en trilt
7a) Roterend gedeelte ongebalanceerd
7b) Versleten lagers.
7c) Pomp en leidingen zijn te stevig aan
elkaar bevestigd
7d) Te hoge flow met betrekking tot de persleiding
7e) Cavitatie
7f) Wisselende stroomtoevoer
7a) Controleer of er geen vaste delen de rotor belemmeren
7b) Vervang de lagers
7c) Veranker de zuig- en persleiding
7d) Gebruik grotere diameters van de leiding of verminder de flow
7e) Verminder de flow door de toevoer aan te passen of vergroot de
diameter van de leidingen zie 5g
7f) Controleer de hoofdvoeding
8)
De mechanical
seal lekt
8a)
De mechanical seal heeft
drooggedraaid en is stuk
8b) Versleten seal door de aanwezigheid
van abrassieve deeltjes in het medium
8c) De mechanical seal is niet geschikt
voor de toepassing.
8d) Druppels tijdens het vullen of bij de
start
In geval van 8a, 8b,8c vervang de mechanical seals of neem contact op
met het servicecentrum.
8a) Controleer of het pomphuis en zuigleiding (pomp niet zelfaanzuigend)
geheel gevuld zijn met het medium en de lucht is verdwenen zie punt 6e
8b) Installeer een zuigfilter en gebruik een mechanical seal die geschikt is
voor het te verpompen medium
8c) Gebruik een mechanical seal die geschikt is voor het verpompen van
het medium
8d) wacht om de mechanical seal te vervangen, pas de draairichting aan.
Als het probleem niet verholpen wordt, zie de punten 7a, 7b en 7c of
neem contact op met een servicecentrum.
9)
Buitensporig
aantal
inschakelingen
9a) Er zijn 15 inschakelingen uitgevoerd
vlak na elkaar met een cyclustijd van
minder dan AP 03 parameter (
)
9b) Er zijn 240 inschakelingen uitgevoerd
in 2 uur (Er05)
9a) Controleer de tankdruk en installeer eventueel een tank met een gro-
tere capaciteit
9b) Controleer de tankdruk en installeer eventueel een tank met een gro-
tere capaciteit
Wijzigingen voorbehouden.
E-MXAM E-MXPM E-NGXM Rev6.indd 57
E-MXAM E-MXPM E-NGXM Rev6.indd 57
02/02/22 14:35
02/02/22 14:35