Uw rechterhand grijpt daarbij de achterste handgreep
vast. Dit geldt ook voor linkshandige personen.
Werkomgeving
Gebruik en start uw machine alleen in een goed ver-
luchte omgeving in openlucht. Gebruik uw machine bij
goed zicht en bij daglicht. Werk voorzichtig.
! OPGELET !
Van zodra de motor loopt produceert uw ma-
chine giftige uitlaatgassen, die chemicaliën
(o.a. onverbrande koolwaterstoffen en koolstof
monoxide) bevatten, en die problemen met de
ademwegen, kanker,
genetische en andere
voortplantingsfouten kunnen veroorzaken
Sommige gassen (bijv. koolmonoxide) kunnen kleur- en
reukloos zijn. Laat uw machine nooit in een slecht ver-
luchte omgeving draaien, teneinde ernstig verwonding-
of zelfs levensgevaar ingevolge het inademen van giftige
gassen te vermijden.
De uitlaat en andere delen van de motor (bijv. cilinder
koelvinnen, bougie) verhitten tijdens de werking en
blijven ook na het uitschakelen nog steeds heet. Raak
noch de uitlaat noch andere hete onderdelen aan om
verbranding te vermijden.
Houd de periferie van de uitlaat rein, om brandgevaar te
verminderen. Verwijder achtergelaten olieresten en alle
vreemde voorwerpen zoals dennennaalden, twijgen of
bladeren. Laat de motor afkoelen op beton, metaal of
aarde of massief hout (bijv. een boomstam), ver weg van
brandbaar materiaal.
Verander de uitlaat niet. Hij zou kunnen beschadigd
worden en dit zou verhoogde hittestraling of vonkvorming
kunnen veroorzaken, die op hun beurt verhoogd gevaar
op brand en verwonding kunnen betekenen. Op lange
duur kan de motor hierdoor beschadigd worden.
Katalysator
! OPGELET !
De motor is uitgerust met een katalysator,
zodat door een chemisch proces de uitstoot
van uitlaatgassen verminderd wordt. Door dit
proces koelt de motor niet zo snel af wan-
neer de motor in ralenti stand gezet wordt of
uitgeschakeld wordt, dit in tegenstelling tot
traditionele modellen.
Houd rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften
teneinde brand- of verbrandingsgevaar te verminderen.
! OPGELET !
Vermits de motor uitgerust is met een katalysator en
langzamer afkoelt dan traditionele modellen, dient u uw
machine in rechtopstaande positie weg te bergen en
nooit daar waar de nog hete uitlaat in de nabijheid van
droog gras, houtspaanders of andere brandbare materi-
alen kan komen.
Een slecht gemonteerde of beschadigde cilinder of een
beschadigd uitlaatomhulsel kan de koeling van de ka-
talysator beïnvloeden. Werk niet met een beschadigde
of slecht gemonteerde cilinder resp. een beschadigd/
gedeformeerd uitlaatomhulsel verder, om brand- of ver-
brandingsgevaar te vermijden.
Uw katalysator is met een vonkenscherm uitgerust, die
de ontbranding van uitgestoten partikels moet verhinde-
ren. Wegens de hitte ontstaan uit de katalytische reactie
blijft dit scherm in normale omstandigheden zuiver en
moet het niet onderhouden worden.
Heggenschaar met verlengd bereik
Verplaatsen van de heggenschaar
Waarschuwing!
Verplaats het apparaat nooit als de messen in beweging
zijn, om het risico van letsel door aanraking van de mes-
sen te verkleinen.
Het apparaat mag alleen in horizontale positie worden
verplaatst. Pak de steel vast op die plek waarbij het ap-
paraat horizontaal in evenwicht is. Houd de hete uitlaat
van de machine buiten het bereik van uw lichaam. Richt
het messenopzetstuk naar achteren.
Schakel de motor telkens uit als het apparaat over een
grotere afstand wordt verplaatst en plaats de bescher-
ming over de messen. Bij vervoer van het apparaat in
een voertuig dient het apparaat volgens voorschriften te
worden vastgezet. Let erop dat er geen brandstof lekt en
dat de motorunit niet wordt beschadigd.
Bij machines met een hoekverstelbaar scharensysteem:
Zorg ervoor dat het scharensysteem in de vergrendelde
positie bevindt.
Voor het starten
Waarschuwing!
Controleer voor het starten altijd, of het apparaat en de
accessoires in goede staat zijn en volgens voorschriften
functioneren. Probeer nooit veranderingen aan te bren-
gen aan de bedienings- of veiligheidsonderdelen van het
apparaat.
Gebruik nooit een motorheggenschaar die beschadigd
is of niet volgens voorschriften onderhouden. Houd de
handgrepen altijd schoon en droog; het is zeer belangrijk
dat de handgrepen niet vochtig zijn, of met hars, olie, vet
of iets dergelijks zijn verontreinigd; de handgrepen die-
nen het stevig vasthouden van het apparaat en de bedie-
ning volgens voorschriften mogelijk te maken.
Het messenopzetstuk dient volgens voorschriften vastge-
draaid te zijn en zich in een veilige operationele toestand
te bevinden. Controleer of evt. moeren, bouten etc. los
zitten, of onderdelen en messen beschadigd of verbogen
zijn. Controleer regelmatig de toestand en het vastzitten
van de messen - altijd bij uitgeschakelde motor!
NL-5