SWSH (tAUMELSCHEIBENtYPEN
AUSWAHL UND SWASH AFR)
Mit dieser Funktion kann zwischen zwei Taumel-
scheibentypen gewählt werden. Swash AFR kan
benutzt werden für die 3S Taumelscheibe.
1S: Steuerung erfolgt über getrennte Roll-, Nick-
und Pitchservos
3S: Ansteuerung durch jeweils ein Pitch-, Roll- und
Nickservo. Die Taumelscheibe wird von ver-
schiedenen Servos angelenkt.
Selektieren des taumelscheibentyps
1. Nach Aktivierung des Programmiermodus muss
die SWSH-Funktion mit der MODE-Taste ausgewählt werden.
2. Die Auswahl des Taumelscheiben Typs erfolgt mit der Daten-
eingabe-Taste
3. Taumelscheiben Typ wurde eingestellt.
Einstellen des Swash AFR
Diese Funktion kann nur benutzt werden wenn der Taumelschei-
bentyp 3S gewählt wurde. Die Swash AFR Funktion wird benutzt
um die Servowege und die Wirkungsrichtung der Roll-, Nick und
Pitchfunktion zu programmieren.
Zunächst sollten Sie die Anlenkungen der Taumelscheibe ein-
stellen, wie in der Montageanleitung Ihres Modells beschrieben.
Der EPA-Wert der 3 Servos sollte um 100% liegen. Die Taumel-
scheibe sollte exakt gerade stehen und leicht in allen Richtungen
bewegt werden können.
1. Nach Aktivierung des Programmiermodus muss die SWSH-Funktion mit der MODE-Taste ausgewählt
werden.
2. Vergewissern Sie sich, dass der gewählte Taumelscheibentyp 3S ist.
3. Betätigen Sie die SELECT-Taste um in das gewünschte Taumelscheiben-Menü zu gelangen. Zuerst
wird die Einstellung für die Roll-Funktion (CHA) angezeigt. Der %-Wert wird blinkend angezeigt.
Bewegen Sie den Rollsteuerknüppel nach links und rechts um Wirkungsrichtung und Servoweg für
die Roll-Funktion einzustellen. Betätigen Sie hierzu die <+> oder <-> Tasten. Der Einstellbereich
liegt zwischen -100 und +100%.
4. Betätigen Sie die SELECT-Taste um zur Einstellebene für das Nick- (CHE) und dann das Pitchservo
(CHP) zu gelangen. Stellen Sie die Werte ein nach dem gleichen Verfahren wie eher beschrieben.
Umstellung des Steuerknüppelmodus
Der Modus (Zuordnung der Steuerfunktionen) kan geändert werden in Mode 1, Mode 2, Mode 3 oder
Mode 4. Der Sender muss auch neu programmiert werden.
Die beiden Tasten MODE & SELECT gleichzeitig gedrückt halten während Sie Ihren Sender einschalten.
Der aktuelle Steuerknüppelmodus wird im Display angezeigt.
Mit der Dateneingabe-Taste können Sie einen anderen Stick-Mode wählen.
Hierzu müssen verschiedene Elemente in dem Sender umgebaut werden:
Mode 1
A. Gas Rechts = Montieren Sie die Blattfeder Rechts am Gashebel
B. Höhenruderhebel = Montieren Sie die Feder an diesem Hebel
Mode 2
A. Gas Links = Montieren Sie die Blattfeder Rechts am Gashebel
B. Höhenruderhebel = Montieren Sie die Feder an diesem Hebel
Die Blattfeder an die gewünschte Seite anbringen. Feder losmachen mit einer Heftklammer und Hebel
von unten entfernen. Hebel mit den Fingern festnehmen und an der gewünschten Seite anbringen.
ANKOPPELN (MAtCHING) VON EMPFÄNGER UND SENDER.
Sender und Empfänger wurden bereits von der Fabrik aus aneinander gekoppelt
(matching) wenn Sie zusammen gekauft wurden. Wenn Sie einen neuen Empfän-
ger oder Sender benutzen, muss eine neue Ankoppelung vorgenommen werden.
Folgen Sie dazu nachstehende Schritte:
1. Servos und Regler an den Empfänger anschliessen. Empfänger noch nicht im
Modell befestigen damit die LED-Anzeige deutlich lesbar ist, und damit sie die
Taste an der Seite des Empfängers gut bedienen können.
2. Sender einschalten. Idle-Up Schalter in normal Position stellen (Aus). Gasknüp-
pel in niedrigste Position stellen.
3. LiPo –Akku an den Regler anschliessen und warten bis die LED-Anzeige am
Empfänger aufleuchtet.
4. Modell gut festhalten und dann den kleinen Knopf am Empfänger 5 Sekunden
eingedrückt halten (siehe Abbildung), bis die Servos kurz reagieren. Der Emp-
fänger ist jetzt angebunden an den Sender.
5. Vor dem Flug müssen Sie erneut eine Sicherheitsüberprüfung und einen Reich-
weitentest durchführen.
7.
PROGRAMMING tHE RADIO
PROGRAMMAtION DE L’éMEttEUR
1
# 0461-00
0 Carbooon 450SC /
# 0462-00
0 Carbooon 450SC
copyright © 2009 BMI
SWSH tUIMELSCHIJF SELECtIE
Deze functie laat u toe te kiezen tussen twee
verschillende tuimelschijftypes. De AFR functie
kan eveneens ingesteld worden voor de 3S tui-
melschijf.
1S tuimelschijf: onafhankelijke aileron, hoogte en
rolroerservo’s
3S: Bij het bedienen van één functie zullen meer-
dere servo’s tegelijk bewegen om de tuimel-
schijf in de juiste positie te brengen.
Selectie van het tuimelschijftype
1. Open het programmamenu en selecteer de
SWSH functie met de MODE toets.
2. Gebruik de DATA INPUT toetsen om te kiezen tussen de ver-
schillende tuimelschijftypes.
3. Het tuimelschijftype is nu geselecteerd.
De AFR functie werkt enkel als het 3S type tuimelschijf gese-
lecteerd werd. Met deze functie kan de richting en hoeveelheid
van servouitslag gewijzigd worden voor aileron, hoogteroer en
pitch. Vind eerst alle servo’s met de tuimelschijf zoals aange-
geven in de handleiding van de helikopter.
De EPA waarden van deze drie servo’s dienen op 100% te
staan.
1. Open het programmamenu en kies de SWSH functie met de
MODE toets.
2. Wees er zeker van dat de 3S tuimelschijf gekozen werd.
3. Gebruik de SELECT knop om het gewenste kanaal in te stellen. Het rolroerkanaal (CHA) wordt eerst
getoond. Het %-symbool zal knipperen. Beweeg de rolroerstick naar links en stel de waarden in
met de <+> en <-> toetsen. Doe het zelfde voor de rechterzijde. De in te stellen waarden liggen
tussen -100% en +100%
4. Met de SELECT knop kunnen de andere kanalen geselecteerd worden. (CHE=Elevator=hoogteroer)
(CHP=Pitch)
Wijzigen van de vliegmode.
De mode van de zender kan aangepast worden. Druk hiervoor gelijktijdig de SELECT en MODE toetsen
in en schakel de zender in.
Met de DATA INPUT toetsen kan nu de gewenste mode geselecteerd worden.
De veer in de zender dient nog van plaats verandert te worden:
Mode 1
A. Gas Rechts = monteer de ratelveer op deze stick
B. Hoogteroerstick = Monteer de spiraalveer op deze stick
Mode 2
A. Gas Links = monteer de ratelveer op deze stick
B. Hoogteroerstick = Monteer de spiraalveer op deze stick
Monteer de ratelveer aan de gewenste zijde. Haak het veertje los met een paperclip en verwijder de
hefboom met het veertje langs onder de potentiometer. Hou de hefboom met de vingers en plaats
deze aan de gewenste zijde, eveneens langs onder de potentiometer.
SYNCHRONISAtIE VAN ONtVANGER EN ZENDER
Zender en ontvanger zijn reeds gesynchroniseerd vanuit de fabriek wanneer
zij samen aangekocht werden. Bij ingebruikname van een nieuwe ontvanger
of zender dient een nieuwe synchronisatie uitgevoerd te worden. Volg hiervoor
volgende procedure:
1. Verbind de servo’s en snelheidsregelaar met de ontvanger. De ontvanger
dient nog niet in het model vastgemaakt te worden, teneinde de LED goed
te kunnen zien en de knop aan de zijkant van de ontvanger goed te kunnen
bedienen.
2. Schakel de zender in en zorg ervoor dat de Idle-Up schakelaar in normale
positie staat (uitgeschakeld). Plaats de gasstick in de laagste positie
3. verbind de LiPo batterij aan de regelaar en wacht tot de LED op de ontvanger
brandt.
4. Houd het model goed vast en druk vervolgens de kleine knop op de ontvanger
in gedurende 5 seconden (zie afbeelding), totdat de servo’s in het model kort
een schokkende beweging maken. De ontvanger is nu gesynchroniseerd met
de zender.
5. Alvorens te vliegen, opnieuw een veiligheidscontrole en reikwijdtetest uitvoeren.
D
N
