65
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid van de meting
Maximale nul-
lastspanning
600
Ω
0,1
Ω
± (0,7 % meet 2 digits)
1,3 V
6 k
Ω
1
Ω
± (0,7 % meet 2 digits)
1,3 V
60 k
Ω
10
Ω
± (0,7 % meet 2 digits)
1,3 V
600 k
Ω
100
Ω
± (0,7 % meet 2 digits)
1,3 V
6 M
Ω
1 k
Ω
± (1,0 % meet 2 digits)
1,3 V
60 M
Ω
10 k
Ω
± (1,5 % meet 2 digits)
1,3 V
7.6 Diodencontroleendoorgangstest
De aangegeven nauwkeurigheid van de meting geldt voor een bereik tussen
0,4 V en 0,8 V.
Overbelastingsbeveiliging bij dodencontrole: 600 V
eff
.
De ingebouwde zoemer geeft een akoestisch signaal bij een weerstand
R < 100 Ω.
Meetbereik Resolutie
Nauwkeurigheid van de meting
Maximale meet-
stroom
Maximale nullast-
spanning
10 mV
± (1,5 % meet 5 digits)
1,5 mA
3,0 V
7.7 Capaciteitsbereik
Voorwaarde:
condensatoren ontladen en de meetpennen overeenkomstig
de polariteit aanleggen.
Overbelastingsbeveiliging bij capaciteitsmetingen: 600 V
eff
.
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid van de meting
6 nF
1 pF
± (1,9 % meet 8 digits)
60 nF
10 pF
± (1,9 % meet 8 digits)
600 nF
100 pF
± (1,9 % meet 8 digits)
6 µF
1 nF
± (1,9 % meet 8 digits)
60 µF
10 nF
± (1,9 % meet 8 digits)
600 µF
100 nF
± (1,9 % meet 8 digits)
6 mF
1 µF
± (1,9 % meet 8 digits)
7.8 Frequentiebereik
Overbelastingsbeveiliging bij frequentiemetingen: 600 V
eff
.
Meet-
bereik Resolutie
Nauwkeurigheid van de meting
van de meting voor max. 5 V
eff
Minimale gevoe-
ligheid
6 kHz
1 Hz
± (0,01 % meet 8 digits)
100 mV
eff
60 kHz
10 Hz
± (0,01 % meet 8 digits)
100 mV
eff
600 kHz
100 Hz
± (0,01 % meet 8 digits)
100 mV
eff
6 MHz
1 kHz
± (0,01 % meet 8 digits)
250 mV
eff
60 MHz
10 kHz
± (0,01 % meet 8 digits)
1 V
eff
De minimale gevoeligheid voor frequenties onder 20 Hz bedraagt 1,5 V
eff
.
8. MetenmetdeBENNINGMM8/9/0
8.Voorbereidenvanmetingen.
Gebruik en bewaar de BENNING MM 8/ 9/ 10 uitsluitend bij de aangegeven
werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van no-
minale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 8/ 9/ 10 mee-
geleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meet-
snoeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voor dat met de draaischakelaar
een andere functie gekozen wordt, die-
nen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
11/ 2006
BENNINGMM8/9/10