Alfa Laval ACFC/M Series, Инструкция по установке, использованию и обслуживанию

Страница: 69 / 120

67
T288 van Henkel.
In koeltorenwater, zoals hierboven aangegeven,
kan de neiging tot aanslagvorming hoog zijn: om
dit verschijnsel terug te brengen, bestaan er ver-
schillende behandelingen om het water te onthar-
den,
zoals het gebruik van
ionenuitwisselingsharsen.
3.4 WATERSNELHEID IN DE BUIS
Erosie en corrosie door botsing (Impingement)
kunnen zich voordoen als de snelheid de voorge-
schreven limieten overschrijdt. De vaste deeltjes,
zoals zand en stof, die in de vloeibare water-
massa aanwezig zijn, verbinden zich en eroderen
het metalen oppervlak. Het gebruik van filters en
het respecteren van de vastgestelde snelheidsli-
mieten voor het hydraulisch systeem, brengen
het risico van corrosie terug tot een aanvaard-
bare hoogte.
Het wordt ten strengste aanbevolen de maximale
limieten van het debiet aan de waterzijde niet te
overschrijden. De waarden kunnen worden
gecontroleerd op basis van de gegevens in de
"Catalogus Alfa Laval-condensors".
3.5 CORROSIE
De opgeloste zuurstof in het water verhoogt de
corrosiesnelheid. De belangrijkste factoren die
corrosie veroorzaken zijn zwaveldioxide en kool-
dioxide, zie de index van Langelier en Ryznar.
Een combinatie van vervuiling door stof en orga-
nisch materiaal levert een drager op voor bacte-
riën, schimmels en algen; de groei van
organismen kan een gradiënt van zuurstof ver-
oorzaken en dit leidt tot ernstige corrosie (pitting)
van het metaaloppervlak.
De corrosie moet uiteraard worden gerelateerd
aan de materialen die zijn gebruikt aan de vloei-
stofzijde van de warmtewisselaar, zie
tab-9 .
In tab-10 worden de referentiewaarden gegeven
voor de corrosie met koper. Deze waarden moe-
ten als indicatief worden beschouwd en dienen
als basisleidraad om corrosieverschijnselen te
voorkomen.
3.6 GEBRUIK VAN BRINE
Secundaire koelvloeistoffen bestaande uit oplos-
singen van water en ethyleen- of propyleenglycol
zijn over het algemeen niet-corrosief als ze niet
worden verontreinigd door andere stoffen. Raad-
pleeg voor het gebruik van calciumchloride de
waarschuwingen in paragraaf 5.3.2, hoofdstuk 6
van de handleiding "Plate heat exchangers for
refrigeration applications - Technical reference
manual" van Alfa Laval".
Alvorens een andere secundaire koelvloeistof te
gebruiken, dient eerst bij Alfa Laval de compatibi-
liteit met de warmtewisselaar te worden gecon-
troleerd.
4. REINIGEN VAN DE UNIT
Het opstarten van het systeem moet worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd personeel. Er moet
worden gecontroleerd of alle aanwijzingen in de
voorgaande hoofdstukken zijn opgevolgd.
Alvorens over te gaan tot het starten, moet wor-
den gecontroleerd of het absorptiemateriaal in de
inlaatkoelaansluiting is verwijderd (Ref-IN).
Wanneer de condensor met water wordt gevuld,
zorg dan voor de ontluchting van het systeem,
door gebruik te maken van de serviceaansluiting
op de achterste kop. Deze handeling moet nauw-
keurig en volledig worden uitgevoerd, aangezien
achtergebleven luchtbellen de unit op den duur
kunnen beschadigen.
5. INSPECTIE EN ONDERHOUD
Voor een correct beheer van de warmtewisse-
laars, is het raadzaam periodieke controles te
laten uitvoeren door gekwalificeerd personeel.
5.1 PERIODIEKE CONTROLES
Controle Periode
Koppel van de schroeven van de kop Jaarlijks
Koppel van de schroeven van de flensaanslui-
tingen van de koelvloeistof Jaarlijks
Verbruik opofferingsanodes (zoutwateruitvoe-
ring) Controleren op basis van het gebruikte water-
type