ONDERHOUD
fig. 10
fig. 11
olie door het toevoerdeksel in de pompgroep
vloeit totdat het olieniveau het midden van de
melder heeft bereikt
(Fig. 10). Nadat men het
olietoevoerdeksel heeft gesloten, de compressor
voor ca. 2 minuut in werking zetten, dan de motor
stilleggen en het olieniveau controleren, als nodig
de olie tot het melderniveau nagieten.
CONDENSAATAFVOER
Na iedere werkdag het condensaat door de
onder het reservoir gestelde kraan afvoeren
(Fig.
2). Het wordt aangeraden, een automatische
afvoergoot voor het condensaat aan te brengen,
om voltooiing van de afvoer te garanderen.
VEILIGHEIDSKLEP
De werking van deze klep iedere 2000 uur
controleren. De compressor stilleggen wanneer
hij een druk van 6-7 bar heeft bereikt en krachtig
aan de ring van veiligheidsklep C trekken, maar
zonder het gezicht dichtbij te houden. Er komt
inderdaad druklucht uit. Indien de klep bij loslaten
van de ring sluit zonder lucht uit te laten, is de
klep volledig efficiënt
(Fig. 11).
Anders voor vervanging een gespecialiseerde
technicus raadplegen.
V-SNAREN
De riemspanning wordt op fabriek geregeld. In
geval van vervanging moeten de katrollen perfekt
met elkaar uitgelijnd en korrekt gespannen
worden. Schroefpin (A) geeft de mogelijkhedi
om de riemspanning te regelen door de basis
van de motor naar boven of naar beneden te
schuiven
(Fig. 12).
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Bij het eerste in-werking-zetten en iedere 6
maanden dient men te controleren dat de
klemringen goed gesloten zijn.
ALGEMEER ONDERHOUD
De installatie nauwkeurig met perslucht binnem
de aangeraden grenzen schoonspuiten, met
speciale aandacht voor de regelings-en
motororganen. Eventuele olieneerslagen
verwijderen.
fig. 12
NL
Содержание CF 1010
Страница 6: ...INSTALLAZIONE I...
Страница 21: ...INSTALLATION GB...
Страница 98: ...Notes...
Страница 100: ...COD 007302120...