Downloaded from www.vandenborre.be
servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele
schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typepla-
tje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw wo-
ning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzie-
ningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzeke-
ringen moeten uit de houder worden verwijderd), aard-
lekschakelaars en contactgevers.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische appara-
ten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van
het apparaat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en ver-
lengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stekker (indien van toepassing) en
kabel niet knakken of beschadigd raken achter het ap-
paraat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk
is na de installatie.
• Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van
toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem con-
tact op met de klantenservice.
Gasaansluiting
• Alleen een vakkundig gasinstallateur kan het apparaat
installeren en aansluiten. Neem contact op met een er-
kend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of struc-
turele schade te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de luchtstroom rond het apparaat goed
is. Een defectueuze luchttoevoer kan zuurstofgebrek
veroorzaken.
• Controleer voor de installatie of de lokale toevoercon-
dities (gastype -en druk) en de afstelling van het appa-
raat compatibel zijn.
• Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een af-
voerinrichting voor verbrandingsproducten. Het moet
in plaats daarvan worden geïnstalleerd en aangesloten
volgens de actuele installatieregels. Bijzondere aan-
dacht moet gegeven worden aan de geldende regels
betreffende ventilatie.
• Het gebruik van een kooktoestel op gas veroorzaakt
warmte en vocht in de ruimte waar het geïnstalleerd is.
Zorg dat de ventilatie in de keuken goed is: houd de
natuurlijke ventilatiegaten open of installeer een me-
chanisch ventilatieapparaat (mechanische afzuigkap).
• Meer ventilatie (bijvoorbeeld door het openen van een
venster of het verhogen van het niveau van de mecha-
nische ventilatie, indien aanwezig) is noodzakelijk wan-
neer u het apparaat gedurende een lange periode inten-
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of
industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk let-
sel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het
apparaat opent als het apparaat aan staat. Er kan hete
stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwon-
den.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met wa-
ter. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of
aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens ge-
bruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen
metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de
kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens ge-
bruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik
ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen
e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de ver-
warmingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinde-
ren uit de buurt of onder permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoe-
gingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het ap-
paraat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die voch-
tig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekings-
producten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of
op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
3