7. Ingebruikname
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak geen schakelingen of schakelcomponenten aan, als hierin hogere spanningen
dan 33 V ACrms of 70 V DC kunnen voorkomen! Levensgevaar!
a) Het apparaat opstellen
De kalibrator kan worden gekanteld met behulp van de steunbeugel (11) aan de achterkant, zo-
dat het display beter afleesbaar is en het apparaat gemakkelijker kan worden bediend. Wanneer
niet in gebruik, kan de steunbeugel worden ingeklapt om ruimte te besparen.
b) Schakel het apparaat in
Voordat u met het apparaat kunt werken, moet eerst de meegeleverde batterij worden
geplaatst. Raadpleeg het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud” om de batterij op een
juiste manier te plaatsen of te vervangen.
De kalibrator wordt in- en uitgeschakeld met de inschakeltoets (4). Houd hiervoor deze toets
ong. 2 seconden ingedrukt. Schakel het apparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt. In het
apparaat een automatische uitschakeling geactiveerd, die het apparaat na 30 minuten automa-
tisch uitschakelt als er geen toets wordt ingedrukt.
Deze automatische uitschakeling kan handmatig worden gedeactiveerd of ingesteld van 1 tot
30 minuten.
Na inschakeling vindt er een korte functietest plaats. Tijdens de functietest worden alle display-
segmenten weergegeven ter controle. Daarna wordt het apparaattype weergegeven en de tijd
van de automatische uitschakeling in minuten in de rechter benedenhoek. Na korte tijd wordt
overgeschakeld naar de normale bedrijfsweergave.
c) Automatische uitschakeling
De automatische uitschakeling is in de fabriek ingesteld op 30 minuten.
1
Uitschakeltijd veranderen:
Om deze tijd te wijzigen, schakelt u eerst het apparaat uit.
Houd de cursortoets “100%” ingedrukt en schakel het apparaat in. Houd beide toetsen ingedrukt
totdat het apparaattype en de uitschakeltijd (fabrieksinstelling 30) in het display worden weer-
gegeven en een pieptoon klinkt.
95