9. Uitgebreide functies
a) Gebruiker-gedefinieerde waarden voor 0% en 100% instellen
Als die door de gebruiker gedefinieerde waarden moeten worden ingesteld op 100% of 0%, kunt
u de toetsen “SET 100%” en “SET0%” gebruiken om uw eigen waarden op te slaan. Deze blijven
bij het uitschakelen in het apparaat behouden.
Stel de gewenste spanningswaarde in en houd de toets “SET100%” of “SET0%” > 1,5s inge-
drukt.
Er zijn verschillende drempelwaarden om in te stellen op 100% of 0%, afhankelijk
van het gebied. Als een waarde niet kan worden ingesteld, selecteer dan een hogere
waarde (voor 100%) of een lagere waarde (voor 0%).
De door de gebruiker gedefinieerde waarden kunnen worden teruggezet naar de fabrieksinstel-
lingen. Schakel hiervoor het apparaat uit.
Houd de toets “RTD/ESC” ingedrukt en schakel het apparaat in. Houd beide knoppen ingedrukt
totdat u een pieptoon hoort. De fabrieksinstellingen zijn gereset.
De tabel toont de waarden van de fabrieksinstellingen:
Uitgangsfunctie
0%-waarde
100%-waarde
mV (100 mV)
0,000 mV
100,000 mV
mV (1000 mV)
0,0 mV
1000,0 mV
Weerstand 500 Ω
0,0 Ω
500,0 Ω
Weerstand 5000 Ω
0 Ω
5000 Ω
Type J
0,0 °C
1000,0 °C
Type K
0,0 °C
1000,0 °C
Type T
0,0 °C
400,0 °C
Type E
0,0 °C
800,0 °C
Type R
0 °C
1500 °C
Type S
0 °C
1500 °C
Type B
600 °C
1800 °C
Type N
0,0 °C
1000,0 °C
104