
315
DE
EN
FR
IT
NL
0478 131 9937 B - NL
Het is raadzaam om
●
hindernissen met verboden zones af te
grenzen of te verwijderen,
●
verboden zones na de eerste installatie
of na veranderingen in de
draadinstallatie met behulp van het
commando "Rand testen" (menu
TeaM-instellingen) te controleren.
(
Minimale afstand
A
van de verboden
zone tot de randlus:
54 cm
Om storingen bij het indocken te
voorkomen, mag in een gebied van ten
minste
2 m
rondom het dockingstation (1)
geen verboden zone worden
geïnstalleerd.
Geleid de begrenzingsdraad (1) van de
omranding naar de hindernis, leg deze op
de juiste afstand rondom de hindernis (2)
en bevestig deze met een voldoende
aantal bevestigingspennen (3) aan de
bodem. Leg de begrenzingsdraad daarna
terug naar de omranding.
Tussen hindernis en omranding moet de
begrenzingsdraad
parallel
en
zonder
doorkruisen
in een verbindingstraject
Rondom heel kleine hindernissen
(bijvoorbeeld rondom een enkele boom)
moet de begrenzingsdraad op een
afstand
A
worden gelegd, om te
voorkomen dat de robotmaaier bij de
rondrit tegen de hindernis stoot.
Minimale afstand
A
:
37 cm
12.7 Aanpalende gazons
Aanpalende gazons zijn gebieden van het
maaivlak die door de robotmaaier
niet
volautomatisch
kunnen worden bewerkt,
omdat hij daar geen toegang heeft. Zo
kunnen meerdere gescheiden
maaivlakken met een enkele
begrenzingsdraad worden omrand. De
robotmaaier moet met de hand van het
ene naar het andere maaivlak worden
gebracht. De maaibeurt wordt in het menu
onder "Commando’s Maaien starten"
geactiveerd. Na het bevestigen van het
commando "Maaien starten" verschijnt de
vraag of het om een hoofdgazon of een
aanpalend gazon gaat. (