NL
TRACER
01/2010
5
Met de functietoetsen (8), (9) en (10)
kunt u de desbetreffende functies
selecteren die in de toegewezen
velden op het beeldscherm worden
weergegeven.
De statusaanduiding blijft steeds aan
de
bovenrand
van
het
display
zichtbaar en geeft permanent de
laadtoestand van de batterijen en de
actuele tijd aan.
De
indicatoren
voor
licht,
richtingaanwijzer
en
knipperlicht
worden
zichtbaar
als
de
desbetreffende
functie
wordt
geselecteerd.
De
systeemstatus-
indicator wordt bij een storing of een
gebeurtenis zichtbaar en met de
desbetreffende
gebeurtenis-
-
storingscode (1-12) weergegeven.
Indicator
Betekenis
Batterij volledig geladen
Batterij bijna volledig geladen
Batterij voor de helft geladen
Batterij bijna verbruikt, laden
Batterij verbruikt, snel laden
Batterij leeg, nu laden
Sturing starten
Druk op de AAN/UIT-toets (2); de bedrijfsindicator (6) licht kort op en op het
beeldscherm wordt de laatst gebruikte rijstand (1-5) weergegeven.
Sturing uitschakelen
Druk op de AAN/UIT-toets (2) en het systeem wordt uitgeschakeld.
Sturing blokkeren
Als u de AAN/UIT- toets (2) langer dan 4 seconden ingedrukt houdt, wordt de sturing
geblokkeerd.
Op het display wordt kort het symbool voor de blokkering weergegeven.
Sturing vrijschakelen
Nadat u "AAN/UIT"-toets (2) hebt ingedrukt...
...verschijnt in het display het blokkeersymbool.
Druk zolang het blokkeersymbool wordt weergegeven tweemaal op de claxontoets (5)
en de sturing wordt vrijgeschakeld. Op het display verschijnt de laatst gebruikte rijstand
(1-5).
4 sec.