12
het afgeslepen uiteinde van de caRol™
hijskabel tegelijk in de klembeugel (tek. 1,
fig. 10) en in de doorgang van de trommel
(tek. 2, fig. 10),
• Laat ongeveer 5 mm caRol™hijskabel
uitsteken van de externe flens van de
trommel,
• Verwijder de dop voor toegang (tek. 10,
fig. 1),
• Zet de 2 moeren van de kabelklem vast
met een pijpsleutel van 7 mm (fig. 11)
• Plaats de dop voor toegang (tek. 10,
fig. 1) terug,
• Rol de caRol™ hijskabel op rond de
trommel in de richtingen aangegeven
door de pijl (fig. 10) om zodoende een
regelmatige opgerolde kabel te krijgen, laag
voor laag.
GEVAAR
: respecteer nauwgezet
de richting voor het oprollen van de caRol™
hijskabel in verhouding tot de trommel in de
richting die door de pijl aangegeven wordt
(fig. 10)
OPMERKING
: als optie, zijn de
toestellen van het type TS, gemonteerd op de
TRACPODE drievoet uitgerust met een
tweede klembeugel (tek. 1, fig. 21). Ga als
volgt te werk voor de montage van de caRol™
hijskabel:
• Breng via de binnenkant van de trommel
het afgeslepen uiteinde van de caRol™
hijskabel tegelijk in de klembeugel (tek. 1
en 2, fig. 21) en in de doorgang van de
trommel (tek. 3, fig. 21),
• Laat ongeveer 5 mm caRol™ hijskabel
uitsteken van de externe flens van de
trommel,
• Verwijder de dop voor toegang (tek. 10,
fig. 1),
• Zet de 2 moeren van de kabelklem vast
(tek. 2, fig. 21) met een pijpsleutel van
7 mm (fig. 11),
• Draai de trommel een kwartslag om de
klembeugel (tek. 1, fig. 21) tegenover de
opening te plaatsen en zet de 2 moeren
van de klembeugel (tek. 1 fig. 21) vast
aan de hand van een pijpsleutel van
11 mm (fig. 11),
• Plaats de dop voor toegang (tek. 10,
fig. 1) terug,
• Rol de caRol™ hijskabel op rond de
trommel in de richtingen aangegeven
door de pijl (fig. 21) om zodoende een
regelmatige opgerolde kabel te krijgen, laag
voor laag.
8.2 Plaatsen van de kabel in de schijven
OPMERKING
: Tractel beveelt
aan twee personen in te schakeln om het
plaatsen van de kabel op de schijven uit te
voeren.
• Ontkoppel de trommel (zie §8.4),
• Rol de caRol™ hijskabel af en zorg ervoor
deze gespannen te houden gedurende de
volledige duur van de afrolfase. Breng
de kabel in de omkeerschijven aan de
kant van het toestel (fig.16 of 17, tek. 1).
Rol de kabel opnieuw af en zorg ervoor
de kabel opnieuw gespannen te houden.
Breng de kabel in de omkeerschijven aan
de kant van de last (fig.16 of 17 rep.2).
• Laat de hijshaak hangen (fig. 16 of 17,
tek. 3),
• Koppel de trommel (zie §8.4)
• Doe het geheel hijshaak dalen aan de
hand van de zwengel (fig. 1, tek. 5),
• Controleer aan het einde van de aanslag
beneden of er 2 toeren opgerolde kabel
overblijven op de trommel van het toestel.
8.3 Afstelling van de lengte van de
zwengel
Deze afstelling is nodig om de door de
gebruiker uit te voeren kracht aan te passen
in functie van de te hijsen last (zie fig.12 en
fig.13).
Ga als volgt te werk om de zwengel af te
stellen:
• Trek aan de knop (tek. 7, fig. 1)
• Steek het rechthoekig gedeelte van de
zwengel in het middel (tek.9), het handvat
(tek.10) moet naar de buitenkant van de
takel gericht zijn,
• Afstelling van de lengte van de zwengel
(tek. 5, fig. 1) op de gewenste lengte,
NL