3
VOORAFGAANDE INSTRUCTIES
1) Alvorens dit toestel te installeren en te gebruiken, is het voor
de gebruiksveiligheid en de doeltreffendheid ervan noodzakelijk
kennis te nemen van deze handleiding en zich te houden aan
de voorschriften. Een exemplaar van deze handleiding moet
ter beschikking van elke operator bewaard worden. Bijkomende
exemplaren kunnen op aanvraag geleverd worden.
2) Gebruik dit toestel niet als één van de op het toestel bevestigde
platen, of als één van de markeringen niet langer aanwezig of
leesbaar zijn zoals aangegeven aan het einde van deze
handleiding. Bij markeringen door platen kunnen identieke
platen kunnen op aanvraag geleverd worden; deze moeten
bevestigd worden voordat men het toestel gebruikt.
3) Zorg ervoor dat alle personen aan wie u het gebruik van dit toestel
toevertrouwt, de hantering ervan kent en in staat is de
veiligheidsvoorschriften die deze hantering met zich meebrengt,
kan aanvaarden. Deze handleiding moet ter beschikking van
de gebruiker gesteld worden.
4) Het gebruik van dit toestel moet conform de van toepassing
zijnde reglementering en veiligheidsnormen omtrent de
installatie, het gebruik, het onderhoud en de controle van
hijstoestellen van materialen zijn.
5) Voor professioneel gebruik moet dit toestel onder de
verantwoordelijkheid van een persoon worden geplaatst die de
toepasbare reglementering kent en die gezag heeft om de
toepassing ervan te waarborgen als deze persoon niet de
operator is.
6) Personen die dit toestel voor het eerst gebruiken moeten,
zonder risico, alvorens een last aan te brengen en op een lage
hijshoogte, controleren of ze alle veiligheidsvoorwaarden en
de doeltreffendheid van de hantering ervan begrepen hebben.
7) Het plaatsen en de inbedrijfstelling van dit toestel moeten
uitgevoerd worden onder omstandigheden die de veiligheid van
de installateur garandeert, conform de in deze categorie van
toepassing zijnde reglementering.
8) Controleer, vóór elk gebruik van dit toestel, of het in
ogenschijnlijk goede staat verkeert, net als de toebehoren die
bij dit toestel gebruikt worden.
9) Tractel
®
ontkent alle verantwoordelijkheid voor de werking van
dit toestel in een montageconfiguratie die niet in deze
handleiding beschreven wordt.
10) Elke wijziging, uitgevoerd buiten de controle van Tractel
®
, of
het verwijderen van een samenstellend onderdeel stelt Tractel
®
vrij van alle verantwoordelijkheid.
11) Tractel
®
garandeert de werking van het toestel uitsluitend als
het uitgerust is met een oorspronkelijke Tractel
®
kabel, volgens
de specificaties van deze handleiding.
12) De demontage van dit toestel die niet in deze handleiding
beschreven is, of elke herstelling, uitgevoerd buiten de
controle van Tractel
®
, stellen Tractel
®
vrij van elke
verantwoordelijkheid, in het bijzonder in het geval van
vervanging van onderdelen door onderdelen die van andere
herkomst zijn.
13) Elke ingreep op de kabel om deze te wijzigen of te herstellen,
uitgevoerd buiten de controle van Tractel
®
, sluit de
verantwoordelijkheid van Tractel
®
voor de gevolgen van deze
handeling uit.
14) Dit toestel mag nooit voor andere doeleinden gebruikt worden
dan deze beschreven in deze handleiding. Het toestel mag
niet gebruikt worden voor een last die groter is dan de
maximale gebruikslast, aangegeven op het toestel. Het mag
nooit in een explosieve omgeving gebruikt worden.
15) Het is verboden dit toestel te gebruiken voor het hijsen of het
verplaatsen van personen.
16) Dit handmatig toestel mag nooit gemotoriseerd worden.
17) Als een last door meerdere toestellen getild moet worden, dan
moet het gebruik ervan voorafgegaan worden door een
technische studie opgesteld door een bevoegd technicus
en vervolgens conform deze studie uitgevoerd worden om
de constante verdeling van de last onder gepaste
omstandigheden te garanderen. Tractel
®
ontkent alle
verantwoordelijk als het Tractel
®
-toestel gebruikt wordt in
combinatie met andere hijswerktuigen van andere herkomst.
18) Dit toestel moet op een vast punt en op een voldoende
weerstand biedende structuur bevestigd worden, rekening
houdende met het van toepassing zijnde veiligheidscoëfficiënt,
om de maximum toegestane last aangegeven in deze
handleiding te kunnen dragen. Bij gebruik van meerdere
toestellen, moet de weerstand van de structuur en van het
bevestigingspunt functie zijn van het aantal toestellen, volgens
hun maximale gebruikslast.
19) De permanente controle van de schijnbaar goede staat en het
juiste onderhoud van het toestel maken deel uit van de te nemen
maatregelen voor een veilig gebruik. Controleer, naargelang
de aard van de omgeving, de afwezigheid van corrosie.
20) Blijf nooit onder de last staan en begeef u er nooit onder.
Signaleer en verbied de toegang tot de zone onder de last.
21) De goede staat van de kabel is een essentiële
veiligheidsvoorwaarde en een eis voor de goede werking
van het toestel. De controle van de goede staat van de kabel
moet bij elk gebruik uitgevoerd worden, zoals aangegeven in
het hoofdstuk “Kabel”. Elke kabel met verschijnselen van
ver slechtering moet onmiddellijk en definitief uit dienst
genomen worden.
22) Als het toestel niet gebruikt wordt, moet het buiten het bereik
van onbevoegde personen geplaatst worden.
23) Het toestel moet periodiek door een door Tractel
®
erkend
reparateur gecontroleerd worden, zoals aangegeven in deze
handleiding.
24) De gebruiker moet er tijdens het gebruik voor zorgen dat de
kabel constant door de last gespannen is, en vooral dat deze
niet tijdelijk door een dalend obstakel geneutraliseerd wordt,
hetgeen een risico op het breken van de kabel kan
veroorzaken als de last zich van het obstakel bevrijdt.
25) Bij het definitief stopzetten van het gebruik van het toestel,
moet het afgedankt worden zodat het gebruik ervan verboden
is. Respecteer de reglementering omtrent de milieu -
bescherming.
BELANGRIJK: Voor elk professioneel gebruik, in het
bijzonder als u het toestel aan een werknemer of
gelijkwaardig persoon dient toe te vertrouwen, houd u aan
de op de montage, op het onderhoud en op het gebruik van
dit materiaal van toepassing zijnde arbeidsreglementeringen,
met name de vereiste controles: controle bij de eerste
inbedrijfstelling door de gebruiker, periodieke controles en
controles na demontage of herstelling.
NL