48 - NL
TAR1 400V / 230V
4.
Benaming aansluiting
J1
Externe bediening
J4
Noodstop
J5
Deur-open-sensor
J6
Wielblok
J7
Sleutelschakelaar
J10
Aansluiting besturingsuitbreiding
J13
Folietoetsenbord
J14
Communicatie-interface
X1
Netaansluiting
X2
Netuitgang L, N (500 W / 230 V)
X3
Aardleidercontact
X4
Hydrauliekmotor
X5
Potentiaalvrije relaisuitgang 1
X6
Potentiaalvrije relaisuitgang 2
X8
Hydrauliekkleppen en sensoren
5.
Netaansluiting
De besturing is met een CEE-stekker 16 A en ca. 1 m kabel aan-
sluitklaar bedraad volgens afb.
a
. Zorg dat de netscheidingsin-
richting na het installeren eenvoudig toegankelijk is.
Aansluiting hydrauliekmotor
De hydrauliekmotor aansluiten op de aansluitklem X4 en houd
hierbij rekening met de juiste fasetoewijzing. Zie ook afb.
a
en
b
.
LET OP
Verkeerde aansluiting van de netspanning
•
Zorg dat in het gebouw een afzekering van
10 A aanwezig is.
•
Houd rekening met het draaiveld.
GEVAAR
Gevaar door elektrische spanning
Voor het op alle polen scheiden van de netspan-
ning is een hoofdschakelaar geïnstalleerd.
Beveilig bij alle reparatie- en onderhoudswerk-
zaamheden de hoofdschakelaar tegen onbe-
voegd of onbedoeld inschakelen.
6.
Klepaansluiting
Afb.
a
De kleppen van de hydrauliek aansluiten op de aansluit-
klem X8.
7.
Noodstop
Afb.
a
Een of meerdere noodstop-schakelaar aansluiten op de
aansluitklem J4.3/4. Bij onderbreking stopt de laadbrug.
VOORZICHTIG
Struikel- of valgevaar bij het verladen!
Bij uitgeschakelde besturing, geactiveerde nood-
stop-schakelaar of geactiveerde heraanloopblok-
kering, is de zweefstand van de laadbrug niet ac-
tief en worden de hoogtebewegingen van de
vrachtwagen niet gecompenseerd.
•
De laadbrug mag tot het weer in gebruik ne-
men niet worden bereden.
8.
Deur-open-sensor
Ter beveiliging van de deur kan de laadbrug alleen worden be-
diend, als de deur is geopend. U heeft de volgende aansluitmo-
gelijkheden:
Afb.
a
Mechanische eindschakelaar
Afb.
b
Inductieve naderingsschakelaar
br - bruin
bk - zwart
bl - blauw
9.
Wielblok
Afb.
a
Aansluitmogelijkheid voor een wielbloksensor.
Heeft u een wielblok aangesloten op J6, kies dan in menu 1 "Ba-
sisinstellingen laadbrug" het menupunt 15 "Aansluiting J6 wiel-
blok / rustpositie" en hier de waarde 1 instellen.
Alleen bij correcte positionering van het wielblok kan de
laadbrug omhoog bewegen en uitschuiven.
br - bruin
gr - grijs
bk - zwart
10. Sleutelschakelaar
Bij het aansluiten van een sleutelschakelaar op aansluitklem J7
(afb.
a
), moet de besturing hiervoor worden geprogrammeerd.
Kies bij menupunt 50 "Functie sleutelschakelaar" de gewenste
functie.
11. Relaisuitgangen
Sluit een optische en akoestische waarschuwingssignaalgever
aan op aansluitklem X5 en een laadlamp op de aansluitklem X6
(afb.
a
en
b
).
12. Externe bedieningsconsole
Voor de bediening van de laadbrug kunt u de externe bedienings-
console aansluiten op aansluitklem J1 (afb.
a
).
WAARSCHUWING
Knelgevaar door vallende laadbrug
Ledematen van personen kunnen door de bewe-
gende laadbrug bekneld raken.
•
Monteer externe commandogevers altijd in
het zicht van de deur.
•
De laadbrug moet zichtbaar zijn vanaf de
bedieningslocatie.
•
De optionele bedieningsconsole moet be-
schikken over een noodstop-schakelaar, die
ingrijpt in het veiligheidscircuit bij aansluit-
klem J4.