52 - NL
TAR1 400V / 230V
7
Bediening
Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik
Tijdens het gebruik de volgende veiligheidsaanwijzingen opvol-
gen:
•
De bediener moet in de omgang met de besturing, resp. de
aangestuurde laadbrug zijn geïnstrueerd en vertrouwd zijn
met de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften.
•
De voor de gebruikslocatie geldende lokale
ongevalpreventievoorschriften en algemene
veiligheidsbepalingen opvolgen.
•
Controleer de besturing en de aangestuurde laadbrug vóór
gebruik op zichtbare gebreken.
•
Bij veiligheidsrelevante gebreken de laadbrug buiten
werking stellen en de alle gebreken melden aan de
verantwoordelijke leidinggevende.
•
Laat gebreken onmiddellijk verhelpen.
•
Wijzigt het gedrag van de laadbrug tijdens gebruik, schakel
deze dan direct uit. Het opnieuw in gebruik nemen moet
worden verhinderd. Breng de exploitant op de hoogte van
de verandering.
WAARSCHUWING
Knelgevaar door vallende laadbrug
Ledematen van personen kunnen bij de bewe-
ging van de laadbrug bekneld raken.
•
De laadbrug moet zichtbaar zijn vanaf de
bedieningslocatie.
•
Tijdens het omhoog en omlaag bewegen
van de laadbrug mogen geen personen bin-
nen het bewegingsbereik van de laadbrug
aanwezig zijn.
VOORZICHTIG
Struikel- of valgevaar bij het verladen!
Bij uitgeschakelde besturing, geactiveerde nood-
stop-schakelaar of geactiveerde heraanloopblok-
kering, is de zweefstand van de laadbrug niet ac-
tief en worden de hoogtebewegingen van de
vrachtwagen niet gecompenseerd.
•
De laadbrug mag tot het weer in gebruik ne-
men niet worden bereden.
Inbedrijfstelling van de laadbrug
1.
De hoofdschakelaar naar de stand "I" (aan) schakelen.
2.
Druk kort op de knop
Functiebeschrijving voor gebruik van de laadbrug
Heffen
De knop
ingedrukt houden: de laadbrug wordt geheven. Na
het loslaten van de knop
daalt de laadbrug automatisch.
Uitschuiven van de oplegging
De knop
voor het uitschuiven van de oplegging wordt
pas vrijgegeven, nadat de laadbrug min. 2 seconden is geheven
(knop
).
Druk op de knop
, om de oplegging uit te schuiven, hierbij is de
hef-, resp. daalbeweging geblokkeerd. Door het indrukken van de
knop
, wordt de oplegging, in twee afwisselende stappen, bij
het heffen van de laadbrug ingeschoven. Is de TR automatisch
ingesteld, schuift de oplegging gedurende vooringestelde tijd
weer in.
Zweefstand
Na het loslaten van de knop heffen
daalt de laadbrug met de
oplegging op de vrachtwagen en bevindt zich dan in de zweef-
stand. De laadbrug volgt de hoogtebewegingen van de vrachtwa-
gen.
Heraanloopblokkering
Na het herinschakelen van de hoofdschakelaar of van de nood-
stop-schakelaar, is de heraanloopblokkering actief. De gele waar-
schuwingsindicatie op het display knippert.
VOORZICHTIG
Struikel- of valgevaar bij het verladen!
Bij uitgeschakelde besturing, geactiveerde nood-
stop-schakelaar of geactiveerde heraanloopblok-
kering, is de zweefstand van de laadbrug niet ac-
tief en worden de hoogtebewegingen van de
vrachtwagen niet gecompenseerd.
•
De laadbrug mag tot het weer in gebruik ne-
men niet worden bereden.
Voor het activeren van de heraanloopblokkering kort drukken op
de knop
.
Return / laadbrug in rustpositie
De knop RETURN is actief na het drukken op de knop-
pen
en
.
Is het verladen beëindigd, kunt u door het drukken op de knop
RETURN de laadbrug laten terugkeren in de rustpositie. De laad-
brug wordt dan geheven en daalt daarna zonder knopbediening
uit zichzelf tot de rustpositie.
Zelfstandige terugkeer (optioneel)
Na het wegrijden van de vrachtwagen beweegt de laadbrug zelf-
standig naar de rustpositie en sluit de deur. Deze functie is alleen
mogelijk in combinatie met de betreffende sensoren. Verder moet
een optisch en een akoestisch signaal zijn geïnstalleerd.
Laadlamp (optioneel)
Bereikt de deur de open positie, wordt de op J6 aangesloten
laadlamp ingeschakeld. Zodra de deur de positie open weer ver-
laat, wordt de laadlamp uitgeschakeld.
Veiligheidswielblok (optioneel)
Alleen als het wielblok achter de vrachtwagenband is gepositio-
neerd, kan de laadbrug worden geheven en de oplegging uitklap-
pen.
Is voor de veiligheid een wielblok voorzien, worden de knop-
pen
en
pas actief, als het wielblok bij de vrachtwagen is ge-
positioneerd. Nadat de laadbrug op het voertuig is gepositio-
neerd, kan de knop RETURN ook na het verwijderen van het vei-
ligheidswielblok nog één keer worden bediend.
Deur-open-sensor (optioneel)
De deur-open-sensor maakt het heffen van de laadbrug alleen bij
geopende deur mogelijk.
Optisch en akoestisch waarschuwingssignaal (optioneel)
Tijdens de zelfstandige terugkeer van de laadbrug wordt een
waarschuwingssignaal gegeven.
Functie sleutelschakelaar (optioneel)
De besturing heeft een ingang voor een sleutelschakelaar. Onder
menupunt 50 "Functie sleutelschakelaar" is het mogelijk hiermee
verschillende functies te activeren.