Textron RANSOMES FRONT-LINE 933, Operator Instructions Manual

Page: 55 / 84

GB-F-NL-53
F NL
AFSTELLINGEN
Lees de veiligheidsvoorschriften
REGLAGES
Lire les consignes de sécurité
PARKEERREM (Fig.29 / 30)
Losser of strakker instellen:
1. Stel de (2) remkabelmoeren bij P in.
2. Verdere afstelling kan worden bereikt door de
tractorwielen te verwijderen, de kabel te volgen
naar remarm Q en de beide remkabelmoeren bij
S in te stellen.
3. Zorg dat beide remkabels op gelijke spanning
staan.
4. Rembanden mogen niet slepen als de rem niet
wordt gebruikt.
ACHTERWIEL BIJSTELLEN (Fig.31)
De achterwielen dienen een toespoor van 3,2 mm
van voorkant tot achterkant te hebben. Bijstellen gaat
als volgt:
1. Draai borgmoeren N bij de kogelkoppelingen bij
beide achterwielen los.
2. Draai spoorstang O tot de wielen correct sporen.
Stel beide spoorstangen gelijk in.
3. Draai de borgmoeren weer vast. De banden
dienen dan 3,2 mm meer naar voren te staan.
GENERATORRIEM (Fig.32)
De spanning van de riem moet worden gecontroleerd
tussen de krukasriemschijf en de generatorschijf. Bij
een druk van ongeveer 5 kg dient de riem 5 mm door
te buigen. Is dit niet het geval, stel dan als volgt bij:
1. Draai de S bouten los (onder de generator).
2. Draai bout T los en verschuif de generator tot de
juiste spanning is bereikt.
3. Draai bout T weer vast.
4. Draai de S bouten onder de generator weer vast.
FREIN DE PARKING (Fig.29 / 30)
Pour resserrer ou desserrer les freins:
1. Ajuster les (2) écrous du câble de frein P.
2. Si un réglage plus important est nécessaire,
enlever les roues du tracteur, suivre le câble
jusqu’au bras de frein Q et régler les deux écrous
sur le câble à S.
3. Ajuster les deux câbles de façon à ce qu’ils aient
la même tension.
4. Les bandes des freins ne doivent pas frotter
lorsque la pédale de frein n’est pas enfoncée.
REAR WHEEL TOE-IN (Fig.31)
Les roues arrières doivent avoir un pincement de 3,2
mm de l’avant à l’arrière de la roue.
Si nécessaire, régler ce pincement comme suit:
1. Desserrer les contre-écrous N des joints
sphériques proches des 2 roues arrières.
2. Tourner la tige O jusqu’à ce que les roues aient
l’orientation requise. Régler les 2 tiges de la
même manière.
3. Resserrer les contre-écrous; les roues devraient
être plus rapprochées de 3,2 mm à l’avant qu’à
l’arrière.
COURROIE DE L’ALTERNATEUR (Fig.32)
Vérifier la tension de cette courroie à mi-chemin entre
la poulie du vilebrequin et celle de l’alternateur. En
appliquant avec le doigt une force d’environ 5 kg, la
déflexion de la courroie doit être d’environ 5 mm. Si
ce n’est pas le cas, la régler comme suit.
1. Desserrer les S) boulons-pivots sous
l’alternateur.
2. Desserrer le boulon T et déplacer l’alternateur
jusqu’à ce que la tension correcte soit obtenue.
3. Resserrer le boulon T.
4. Resserrer les S boulons-pivots.