6.3.2. Semi-kanaalventilatie
6.3.3. Kanaalventilatie. (Fig.16; 17).
58
De afgevoerde lucht wordt buiten het gebouw gebracht, terwijl de binnenkomende lucht vanuit de ruimte wordt aangezogen.
Regels voor inlaatlucht: Minimum ruimtevolume van 20m3 moet in acht worden genomen. Het is verplicht om een adequate kamer
-
ventilatie naar de buitenzijde van de woning te hebben! Als deze regels niet worden nageleefd, zal de prestatie van het apparaat
aanzienlijk dalen!
Regels voor uitlaatlucht: houd bij het installeren van uitlaatluchtleidingen rekening met alle regels die hieronder op p..6.3.3 worden
beschreven.
Zowel de inlaat- als de uitlaatlucht worden buiten het huis (gebouw) aangezogen en afgevoerd. Er moet een luchtdiameter van 125 mm
worden gebruikt.
De maximaal toelaatbare drukval van 60 Pa moet worden gegarandeerd. Hiervoor moet de precieze lengte van het
luchtkanaal worden berekend zoals hieronder beschreven.
Voer de installatie van elk luchtkanaal uit en zorg ervoor dat:
•
Het gewicht hiervan heeft geen nadelige invloed op de apparatuur zelf;
•
Onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd;
•
Dit is voldoende beschermd om het per ongeluk binnendringen van materiaal in de apparatuur zelf te voorkomen;
De maximaal toegestane totale drukval voor alle componenten, inclusief doorgaande gaten voor montage aan de buitenmuur, in het
leidingsysteem mag niet groter zijn dan 60 Pa.
Alle technische parameters die in de bovenstaande tabel worden weergegeven, zijn gegarandeerd bij een
luchtstroomsnelheid van 235 m3/h bij een druk van 60 Pa. Houdt u dus aan de volgende regels:
1.
Gebruik luchtkanaalleidingsysteem met een diameter van Ø125mm
2.
De maximale lengte van zowel de inlaat- als uitlaatpijpen mag niet langer zijn dan 8 meter. Zie
Fig.23!!!
3.
1 m rechte leiding heeft een drukverlies van ~3 Pa bij 235 m3/h; PVC-materiaal; droge lucht T=7oC
4.
Elke boog 90o heeft een drukval van ~18 Pa bij 235 m3/h; PVC-materiaal; droge lucht T=7oC
5.
Boog 45 o heeft een drukval van ~9 Pa bij 235 m3/h; PVC-materiaal; droge lucht T=7oC
Voorbeelden:
•
Drie bogen 90o(3 x 18Pa = 54Pa) + vier stukken 0,5 m rechte pijpen (4 x 0.5m x 3Pa = 6Pa) = totaal
60Pa
•
Twee bogen 90o(2 x 18Pa = 36Pa) + twee stukken rechte pijpen van 4 m (2 x 4m x 3Pa = 24Pa) =
totaal 60Pa (Fig.17)
Tijdens bedrijf heeft de warmtepomp de neiging om de omgevingstemperatuur te verlagen als het externe lucht
-
kanaal niet wordt uitgevoerd.
Om condensvorming te voorkomen: isoleer de luchtafvoerleidingen en de luchtkanaaldekselaansluitingen met
stoomdichte thermische bekleding van voldoende dikte.
Er moet een geschikt beschermingsrooster worden geïnstalleerd in lijn met de afvoerleiding die lucht naar buiten
transporteert om te voorkomen dat vreemde voorwerpen de apparatuur binnendringen. Om maximale prestaties
van het apparaat te garanderen, moet het gekozen rooster zorgen voor een laag drukverlies.
•
WAARSCHUWING! de gelijktijdige werking van een houtkachel (bijv. een houtkachel)
samen met de warmtepomp veroorzaakt een gevaarlijke drukval in de omgeving. Dit kan leiden
tot terugstroming van uitlaatgas in de omgeving zelf.
•
Gebruik de warmtepomp niet samen met een houtkachel met open rookkanaal.
•
Gebruik alleen houtkachels met afgedichte kamers (goedgekeurd) met een afzonderlijk
verbrandingsluchtkanaal.
•
Houd de deuren naar de stookruimte gesloten en hermetisch afgesloten als ze geen
verbrandingsluchttoevoer hebben die overeenkomt met bewoonde ruimtes.
Indien het nodig wordt geacht om stromingsgeluid te voorkomen, kunnen geluiddempers worden gemonteerd.
Monteer de leidingen, de muurdoorvoergaten en de aansluitingen op de warmtepomp met trillingsdempende
systemen.
•
WAARSCHUWING! Om een korte luchtcirculatie tussen de inlaat / uitlaat te voorkomen,
moet u altijd twee bochten gebruiken die in tegengestelde richting zijn gemonteerd wanneer de
installatie zonder kanalen wordt uitgevoerd! Afb.13
Summary of Contents for AquaThermica Compact HPWH 3.2 100
Page 2: ......
