SensorIQEasy_UM_9752023110_NL_D_GB_V2_0
16
6.9 Active segmenten (de-)activeren (expert mode)
Indien gewenst kunnen de sensor segmenten geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Standaard staan de aanwezige sensor segmenten actief zodat deze allemaal een bijdrage
leveren aan de gemiddelde waarde berekening.
Indien een segment zich niet meer voor het te meten object of folie bevindt dan moet dat
segment gedeactiveerd worden omdat anders de gemiddelde waarde berekening onjuist is.
- [
(n)x
“Active segments”
Door op het betreffende segment te klikken wordt deze achtereenvolgens ge-de-selecteert of
geselecteerd. Maak keuze uit de segmenten bevestig met
]
De nummering loopt op vanaf de M12 connector zijde.
6.10 Datalogging (de-)activeren (expert mode)
Indien gewenst kan de manager de meetwaarden en gegevens over de werking van de staaf
loggen.
Om deze logging te (de-)activeren moet de parameter
Data logging
gewijzigd worden.
Voor uitgebreide informatie over datalogging zie de manual van de Manager IQ Easy
- [
(n)x
“
Data logging
”
selecteer
On
of
Off
]
6.11 Remote on/off schakelen van de staaf via de remote on/off ingang op de manager of
via fieldbus (expert mode) (wordt later in de software geïmplementeerd)
Indien gewenst kan de staaf aan uit worden geschakeld met de remote on/off ingang van de
Manager of door een instructie van de optionele Fieldbus.
Hierdoor kan een machine besturing diverse devices, waaronder deze staaf, tegelijk aan / uit
zetten zonder dat de operator hiervoor een handeling moet verrichten.
Om dit te selecteren moet de parameter
Remote on/off source
veranderd worden van
C
ontinous
naar
Remote
of
Fieldbus.
- [
(n)x
“
Remote on/off source
”
selecteer
Remote
of
Fieldbus
]
6.12 Sensor (ont) koppelen aan een ander device (expert mode)
Als de sensordata gebruikt wordt door andere apparatuur wordt de koppeling weergegeven als
deze al bij het andere device gekoppeld is zodat een operator ziet dat er een ander device
gekoppeld is en wijzigingen direct invloed zullen hebben op de gekoppelde device(s).
Indien dit niet gewenst is kan deze gewist worden
- Selecteer de informatie pagina met de te wijzigen parameter door:
- [
(n)x
“
Paired device”
selecteer ”
none
”