HET INSTELLEN VAN DE TIJDEN
De ontdooi-, verwarmings- en kooktijden zijn over het
algemeen aanzienlijk korter dan bij een conventioneel
fornuis of oven. Houdt u zich daarom aan de in deze
handleiding aanbevolen tijden. U kan de tijden beter
korter instellen dan langer. Voert u na het koken een
kooktest uit. Het is beter achteraf kort even bij te koken
dan iets te gaar te laten worden.
UITGANGSTEMPERATUUR
De ontdooi-, opwarm- en kooktijden zijn afhankelijk
van de uitgangstemperatuur van de gerechten.
Bevroren en in de koelkast bewaarde gerechten
vereisen bijv. een langere verwarming dan producten
op kamertemperatuur. Voor het opwarmen en
koken van gerechten wordt uitgegaan van normale
bewaar temperaturen (koelkasttemperatuur bij
benadering 5°C, kamertemperatuur bij benadering
20°C). Voor het ontdooien van gerechten wordt
uitgegaan van een vriezertemperatuur van -18°C.
ALLE VERMELDE TIJDEN
in dit kookboek zijn richtlijnen, die naargelang de
uitgangstemperatuur, het gewicht en de hoedanigheid
(water, vetgehalte etc) van het voedsel kunnen variëren.
ZOUT, KRUIDEN EN SPECERIJEN
In de magnetron gekookte gerechten bewaren
hun eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Maakt u daarom zeer spaarzaam
gebruik van zout en voegt u in de regel pas na het
koken zout toe. Zout bindt vloeistof en droogt het
oppervlak uit. Kruiden en specerijen kunnen op de
gebruikelijke manier worden gebruikt.
TOEVOEGING VAN WATER
Groenten en andere levensmiddelen die veel water
bevatten, kunnen in het eigen sap of met toevoeging
van een beetje water worden gekookt. Daardoor
blijven de meeste vitaminen en mineraalstoffen
behouden.
VOEDSEL MET VEL OF SCHIL
zoals worstjes, kip, kippenpootjes, ongeschilde
aardappelen, tomaten, appels, eigeel en dergelijke met
een vork of een houten staafje doorprikken. Daardoor
kan de zich vormende stoom verdwijnen, zonder dat
de vel of de schil barst.
VETTE GERECHTEN
Met vet doorregen vlees en vetlagen worden sneller
gaar dan magere delen. Dekt u deze delen daarom bij
het garen af met een stukje aluminiumfolie of legt u het
voedsel met de vette kant naar beneden.
KLEINE EN GROTE HOEVEELHEDEN
De tijden in uw magnetron zijn geheel afhankelijk van
de hoeveelheid van het voedsel dat u wilt ontdooien,
verwarmen of koken. Dat houdt in dat kleine porties
sneller gaar worden dan grote. Als vuistregel geldt:
Dubbele Hoeveelheid = Bijna Dubbele Tijd
Halve Hoeveelheid = Halve Tijd
GESCHIKTE SCHALEN, TIPS EN ADVIES
DIEPE EN ONDIEPE SCHALEN
Beide schalen hebben hetzelfde volume, maar in de
diepe schaal is de kooktijd langer dan in de ondiepe.
Dus gebruikt u bij voorkeur ondiepe schalen met een
groot oppervlak. Diepe schalen alleen voor gerechten
gebruiken, waarbij het gevaar van overkoken bestaat,
bijv. voor noedels, rijst, melk enz.
RONDE EN OVALE SCHALEN
In ronde en ovale schotels worden gerechten
gelijkmatiger gaar dan in hoekige, omdat de microgolf-
energie zich in hoeken concentreert, waardoor de
gerechten op deze plaatsen te gaar zouden kunnen
worden.
BEDEKKEN
Door een gerecht te bedekken blijft het vocht in het
voedsel, waardoor de kooktijd wordt verkort. Voor het
bedekken een deksel, magnetronfolie of een afdekkap
gebruiken. Gerechten die een korstje dienen te krijgen,
bijv. braadvlees of kip, niet bedekken. Hierbij geldt de
regel dat alles wat op het conventionele fornuis wordt
bedekt ook in de magnetron dient te worden bedekt.
Wat op het conventionele fornuis niet bedekt wordt,
kan ook in de magnetron zonder afdekking worden
gekookt.
VOEDSEL VAN ONREGELMATIGE
GROOTTE
met de dikkere of stevige kant naar buiten plaatsen.
Groenten (bijv. broccoli) met de steel naar buiten leggen.
Dikkere porties hebben een langere kooktijd nodig
en krijgen aan de buitenkant meer microgolf-energie,
zodat het voedsel gelijkmatig gaar wordt.
ROEREN
Het roeren van de gerechten is noodzakelijk, omdat de
microgolven eerst de buitenste gedeelten verwarmen.
Hierdoor wordt de temperatuurwaarde overal gelijk en
het voedsel wordt gelijkmatig verwarmd.
RANGSCHIKKING
Meerdere afzonderlijke porties, bijv. puddingvormpjes,
kopjes of ongeschilde aardappelen, ringvormig op
de draaitafel plaatsen. Tussen de porties ruimte open
laten, zodat de microgolf-energie van alle kanten kan
binnendringen.
OMDRAAIEN
Middelgrote porties zoals hamburgers en steaks,
tijdens het koken één keer draaien, om de kooktijd
te verkorten. Grote porties zoals braadvlees en kip,
moeten vaak worden omgedraaid, omdat ze anders
kunnen uitdrogen.
77/NL-15
R-291(BK)WE [03 NL].indd 15
R-291(BK)WE [03 NL].indd 15
3/26/2014 1:19:46 PM
3/26/2014 1:19:46 PM