131
NEDERLANDS
TOETSEN EN KENMERKEN
1. LCD Display Raampje: De Liquid Crystal
Display (LCD) wordt gebruikt voor het aangeven
van zetten, partij informatie, en schaakklokken
voor beide partijen. De meeste gebruikte
symbolen zijn vanzelfsprekend, maar u vindt
een volledige lijst in Figuur 1.
2. Stuk Symbool Toetsen
&
(Koningen),
%
(Dame),
$
(Toren),
#
(Loper),
@
(Paard),
!
(Pion): De Stuk Symbool Toetsen worden
gebruikt om opstelling van stukken te verifiëren
en om verschillende trainings modi te kiezen,
terwijl sommige stukken voor minor promotie
van pionnen worden gebruikt.
3. Partijtoetsen
a. NIEUW SPEL (NEW GAME) toets:
Indrukken om de computer terug in te stellen
voor een nieuwe schaakpartij.
b. OPENINGS COACH toets: Indrukken om de
Openings Coach modus binnen te komen en
te oefenen met erkende openingsgambieten
en responsen.
c. KLANK (SOUND) toets: Wanneer u deze
toets indrukt circuleert de klankfunctie door
drie werkingsniveau’s. U kunt horen welke
conditie u gekozen heeft naargelang het
aantal pieptonen dat u hoort:
GELUIDSNIVEAU
SIGNAAL WANNEER GEKOZEN
Klank en Coach
3 hoge tonen
Enkel klank
2 hoge tonen
Zonder klank
1 hoge toon
Wanneer u Coach selecteert, evalueert de
computer uw zet meteen na de uitvoering, en
laat twee lage tonen horen indien hij niet
akkoord is. Wanneer u Klank (Sound)
selecteert, ‘piept’ een buzzer om bekend te
maken dat de computer op uw zet reageert. De
betekenis van de verschillende ‘pieptonen’
wordt verklaard in Figuur 1.
d. TERUGNEEM (TAKE BACK) toets:
Indrukken om de laatst uitgevoerde
individuele zet terug te nemen. U kunt tot een
maximum van 14 individuele zetten
terugnemen. (Een individuele zet is een zet
van één kleur.)
e. MANUEEL SCHAKEN (NON AUTO) toets:
Indrukken om de Manueel Schaken modus
binnen te komen, waarbij u zetten manueel
kunt uitvoeren – de computer overziet de
partij doch voert zelf geen zetten uit.
f. NIVEAU (LEVEL) toets: Indrukken om de
Niveau modus binnen te komen en het
spelniveau van de moeilijkheidsgraad en het
soort partij van uw voorkeur te selecteren.
g. SPEEL (PLAY) toets: Indrukken om met de
computer van kleur te verwisselen. U kunt
deze toets ook indrukken tijdens het ‘denken’
van de computer om hem te dwingen een zet
te doen, of terwijl u zelf een zet uitvoert om
advies van de computer te krijgen.
h. GO/STOP toets: Indrukken om de computer
aan te zetten. Opnieuw indrukken om de
computer uit te zetten. De huidige partij blijft
tot 300 uur in het geheugen staan.
4. Sensor Schaakbord: Elk veld is voorzien van
een uiterst gevoelige sensor die het verplaatsen
van de stukken registreert. Velden worden
benoemd volgens lijn (letters) en rangorde
(cijfers).
5. ACL (Reset = Opnieuw Instellen): Aan de
onderkant van het apparaat bevindt zich een
opening met de resetschakelaar. Wordt gebruikt
om statische ontlading te elimineren na het
inzetten van nieuwe batterijen.
6. Batterijvak: De batterijen worden aan de
onderkant van het apparaat ingezet. De
computer werkt op 2 “AAA” (Type AM4/R03)
alkaline batterijen.
7. Opslagplaats voor Stukken: Handig vak voor
het opslaan van uw schaakstukken.