Sagi KP8Q, Operator'S Handbook Manual

Page: 148 / 210

NL
16
dE Type berekening interval ontdooiing: 0 = werkelijke uren; 1 = uren ON compressor; 2 = zelfbeschikkend 0 0 2
ALARMEN
A0 Hysterese van het alarm (differentieel) +2 °C 1 15
A1 Alarm minimum mbt setpoint werk (0 = uitgesloten) -2 °C -40 0
A2 Alarm maximum mbt setpoint werk (0 = uitgesloten) +15 °C 0 +99
A3 Tijd uitsluiting alarm vanaf inschakeling van het instrument 120 min 0 240
A4 modaliteit activering buzzer bij alarm (0 = altijd, 1 = getimed) 1 0 1
A5 limiettijd geluidssignaal buzzer bij alarm (alleen als A4 = 1) 1 min 0 240
A6 temperatuuralarm uitsluiting tijd (alleen als A1 en / of A2

0) 60 min 0 240
AFSTELLING KOELINGEN VERDAMPER
F3 in werking zijn ventilator verdamper gedurende normaal functioneren (0=OFF, 1=ON, 2=parallel aan
compr.)
1 0 2
F6 temperatuur waaronder de ventilator condensator uit gaat 20°C -40 +99
F7 Differentieel ventilator condensator (met betrekking tot F6) +3°C 1 25
F8 in werking zijn ventilator condensator gedurende normaal functioneren (0=parallel aan compr.,
1=ON); zie ook F6 en F7
0 0 1
F9 in werking zijn ventilator condensator bij ontdooien en uitdruppelen (0=OFF, 1=ON, 2=ON als
Tc≥35°C en OFF als Tc<33°C)
2 0 2
FA kritieke temperatuur voor signalering hoge temperatuur van condensatie 41°C -40 +99
Fb kritieke temperatuur voor alarm hoge druk 44°C -40 +99
CONFIGURATIE PARAMETERS GEBRUIKER - SONDE-LEZING
Druk tegelijkertijd meer dan 3 seconden lang op de toetsen up en down .
Verschijnt het label [
Loc ].
Maak gebruik van de up - en down -toetsen om de meteraflezingen en de
gebruikersparameters door te lopen.
Druk op de toets on/sby/enter om de keuze de bevestigen en om naar de
modaliteit van het lezen van de sonden of van de aanpassing van de
parameter te gaan .
De huidige waarde verschijnt knipperend.
Gebruik de toetsen om de nieuwe waarde te selecteren, alleen in het
geval van parameters.
Druk op de toets on/sby/enter om de lezing van de sonde te verlaten of om
de keuze van de nieuwe waarde van de parameter te bevestigen, de
instelling knippert niet meer.
HERSTEL FABRIEKSPARAMETERS
Informatie bestemd alleen voor deskundig personeel.
Bij het aanzetten van het instrument volgt een “LAMPTEST”-fase.
Indien gedurende deze fase 3 maal achtereenvolgens de toets
on/sby/enter
wordt ingedrukt, worden alle parameters gereset op de in de fabriek
ingestelde waarden.
Op de display verschijnt het label
[rLd ] dat de resetting van de kaart op de
door de maker ingestelde waarden markeert.
OPGELET: de default-waarden in het geheugen zijn de waarden die betrekking hebben op de configuraties
( tn, bts, btv ).