3.
Als het gras extreem hoog is, raden wij u aan het gazon in twee maal te maaien: de
eerste maal met de messen in de hoogste stand en eventuele smallere grasstroken tege-
lijk en de tweede maal met de messen in de gewenste stand te maaien.
4.
Pas erg goed op bij het maaien van gazonboorden en langs struiken. Deze kunnen de
stand van het maaidek ontregelen en eventueel de messen en de zijkant van het maaidek
beschadigen.
5.
Met het oog op de bijzondere samenstelling van het maaidek, is het verstandig de
bochten naar rechts niet te scherp te nemen om te voorkomen dat er een ongemaaide
grasstrook in het midden overblijft.
Hellende terreinen
Houd de aangegeven beperkingen in acht en
maai een hellend gazon altijd van onder naar
boven of van boven naar onder maar nooit in
de dwarsrichting. Pas erg goed op bij het
veranderen van richting dat u niet op obstakels
(zoals bijvoorbeeld stenen, takken, wortels
enz.) stuit waardoor de stabiliteit van de zit-
maaier negatief beïnvloed zou kunnen worden
en waardoor u de macht over het stuur kwijt
zou kunnen raken.
VERTRAAG UW SNELHEID OP HELLINGEN VOORDAT U VAN
RICHTING VERANDERT. Als u op een helling stilstaat moet u altijd de handrem
aantrekken voordat u de zitmaaier verlaat en onbeheerd achterlaat.
Bij het afdalen van hellingen moet het pedaal altijd in de «N» stand staan (om gebruik te
maken van het remeffect van de hydrostatische aandrijving). Indien nodig, rem daarna ver-
der af met behulp van de rem.
Zet de zitmaaier nooit in zijn achteruit om snelheid te minderen
bij het hellingafwaarts gaan (vooral niet op glad terrein); dit kan u de controle over
de machine doen verliezen.
De grasopvangbak legen
Dit mag u alleen doen als de messen uitgeschakeld zijn. Als dit niet
het geval is dan zal de motor afslaan.
Als de opvangbak vol is dan wordt dit door een geluidssignaal gemeld; nu moet u NIET
OPMERKING
!
GEVAAR!
!
GEVAAR!
nee 22
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
max 10
°
(17%)
FOUT!
GOED!