110
b) Controleren van de aandrijfmechaniek
Voor u de modelhelikopter in gebruik neemt, is het wenselijk de
aandrijfmechaniek te controleren. Alleen wanneer de mechaniek
veilig, spelingvrij en absoluut vlot werkt, kan het model met het
minste energieverbruik vliegen. Omwille van deze reden moet de
functie van de mechaniek voor elke vlucht kort worden
gecontroleerd.
Draai daarom de hoofdrotor voorzichtig heen en weer en controleer
daarbij het samenspel van het hoofdtandwiel (1) met het motorritsel
(2). De tandwielen moeten stevig in elkaar grijpen zonder daarbij
vast te klemmen of een te hoge wrijving aan te geven. De motoras
met de aandrijfritsel moet volledig recht zijn afgesteld en mag niet
onrond lopen.
De centrifugaalgewichtstang (3) op de bovenste rotor moet recht
zijn afgesteld en de uiteinden moeten makkelijk op en neer kunnen
worden bewogen.
De stuurhendels van de bovenste rotor (4) mogen daarbij in geen
enkele positie moeilijk bewegen of klemmen.
c) Vliegaccu inbouwen
De opgeladen vliegaccu (1) wordt van achter in de accuhouder
(2) onder de beugels van het landingsgestel geschoven. De
accuaansluiting (3) moet daarbij naar onder wijzen.
Schuif de accu zo ver naar voor tot de kunststof kraag van de
accu aan de achterste houder ligt en de montagehaak (4) de accu
veilig op zijn plaats houdt.
Afbeelding 8
Afbeelding 7
Summary of Contents for Exceed
Page 130: ...130 ...
Page 131: ...131 ...