NL
6
3.5.2.6
De lier stoppen.
1)
Laat de spanning geleidelijk vieren om de lier langzaam
naar de grond te laten zakken.
2)
Druk op de aan-/uitknop.
4
Onderhoud
4.1
Reinigen.
Wanneer het werk voltooid is, reinigt en droogt u de lier.
4.2
Smering.
De versnellingsbak is gesmeerd in de fabriek en zou geen extra
smering of onderhoud nodig moeten hebben. Als er sprake is van
olieverlies, controleert u het olieniveau door de lier op een vlak
oppervlak te plaatsen en schroeft u de kap los. Gebruik een 8 mm
inbussleutel.
Wanneer u de lier naar voren kantelt, kan er een beetje olie uit het
gat
komen.
Indien
nodig,
kunt
u
type
SAE80W90EP
versnellingsbakolie toevoegen.
4.3
Oplader en batterij.
4.3.1
Oplader.
4.3.1.1 Opladen met lage voeding:
Als de batterij voor lange tijd is opgeborgen met weinig of geen
voeding, gaat de batterij naar de modus Opnieuw opstarten, hierbij
duurt het 20 uur voor de batterij volledig opgeladen is.
Dit verhoogt de levensduur van de batterij. Zodra de batterij volledig
is opgeladen, kunt u de volgende keer weer normaal opladen.
Verwijderde batterijen moeten een bepaalde periode afkoelen, dit
wordt vermeld in de gebruikershandleiding van de batterij.
�
Sluit de oplader aan op het stopcontact.
�
Plaats de batterij in de oplader.
Dit is een diagnostische oplader. De LED gaat branden op een
specifieke volgorde om de huidige status van de batterij aan te
geven. Deze volgorde is als volgt:
4.3.1.2
Foutindicatie.
Wanneer de batterij in de oplader wordt geplaatst en de LED's rood
knipperen, verwijdert u de batterij voor een minuut uit de oplader en
plaatst u deze opnieuw.
�
Als de LED's groen knipperen, betekent dit dat de batterij normaal
wordt opgeladen.
�
Als de LED's nog steeds rood knipperen, verwijdert u de batterij en
koppelt u de oplader nogmaals los.
Wacht een minuut en sluit de oplader weer aan en plaats de batterij
terug. Als de LED's groen knipperen, betekent dit dat de batterij
normaal wordt opgeladen.
�
Als de LED's nog steeds rood knipperen, is de batterij de defect en
moet deze worden vervangen.
4.3.2
Batterij.
4.3.2.1
Oplaadverificatie.
Als de batterij niet correct oplaadt :
�
Controleert u het stopcontact met een ander apparaat. Zorg
dat de voeding het stopcontact bereikt.
�
Controleer of de contactpunten van de oplader niet zijn
kortgesloten door vuil of onbekende objecten.
4.3.3 Opbergen.
De batterij langer dan 30 dagen opslaan:
�
Verwijder de batterij uit het apparaat.
�
Sla het apparaat op in een locatie waar de temperatuur
tussen de 7 ̊C en 40 ̊C is.
4.4
Motor.
DC borstelloze elektrische motor van (1) kW.
5
Aanvullende informatie
5.1
Foutcorrectie.
Foutcodes
worden
weergegeven
om
de
oorzaak
van
de
onderbreking te benoemen - de LED's knipperen herhaaldelijk. Dit
zijn de meest voorkomende codes:
RAAK DE LIERTROMMEL NIET AAN NA HET GEBRUIK.
DEZE KAN HEET ZIJN EN UW HUID VERBRANDEN.
Verwijder
regelmatig
de
liertrommel en maak schoon
rond de as. Opgehoopt vuil kan
de
afdichting
beschadigen.
Borstel de as met een beetje
olie om corrosie te vermijden.
1
DE BATTERIJ IS NIET VOLLEDIG OPGELADEN. WE RADEN
U AAN DE BATTERIJ VOOR HET EERSTE GEBRUIK
VOLLEDIG OP TE LATEN OM MAXIMALE BEDRIJFSTIJD TE
BEREIKEN. DEZE LITHIUM-ION BATTERIJ HEEFT GEEN
GEHEUGEN
EN
KAN
TE
ALLEN
TIJDE
WORDEN
OPGELADEN.
1
2
1
2
ALS DE OMGEVINGSTEMPERATUUR ONGEWOON IS,
VERPLAATST U DE OPLADER EN DE BATTERIJ NAAR EEN
PLEK WAAR DE TEMPERATUUR TUSSEN 7
̊
C EN 40
̊
C IS.
ALS DE BATTERIJ IN DE OPLADER IS GEPLAATST
WANNEER HET WARM OF HEET IS, BEGINNEN DE RODE
LED'S TE BRANDEN. ALS DIT GEBEURT, LAAT U DE
BATTERIJ BUITEN DE OPLADER AFKOELEN. DE BATTERIJ
KAN NORMAAL WORDEN OPGELADEN ZODRA DE
NORMALE OCHTENDTEMPERATUUR IS BEREIKT.
RAADPLEEG DE HANDLEIDING VOOR DE OPLADER EN BATTERIJ
VOOR MEER INFORMATIE.
Beschrijvingen
LED-code
Definities
Bindingsprobleem
batterij
3
Er is geen communicatie tussen de
batterij en de alarmberichten.
Of er is communicatieverkeer tijdens
de huidige fase.
Overstroomb
eveiliging
4
Het huidige proces overschrijdt de
maximale toegestane last.
Laagspanningsinstal
latie
5
De batterij is bijna leeg
(Herlaad de batterij).
CONTROLEER TIJDENS HET REINIGEN DE LIER, DE
HAKEN, DE LIJN EN DE POLYESTER SLINGER OP SCHADE
OF TEKENEN VAN SLIJTAGE.
Laat de batterij nooit in de oplader zodra deze volledig is
opgeladen en gereed voor gebruik is.