NL
4
3.1.2
Lijn Onderhoud.
3.1.3
Aanbevolen knopen.
3.2
De lier verankeren.
OPTIE
1:
In
de
meeste
gevallen,
is
de
lier
verankerd
aan
een
vast
punt
met
behulp
van
een
polyester
slinger
of
met
optionele
verankeringsapparaten
en
het
touw
zit
vast
aan
het
object
dat
u
wilt
verplaatsen.
De
last
beweegt
naar
de
lier
wanneer
de
lier
aan
de
l.n
trekt.
OPTIE
2:
Soms
kan
de
lier
worden
verankerd
aan
het
object
dat
u
wilt
verplaatsen
en
de
l.n
is
bevestigd
aan
een
vast
punt.
De
lier
en
het
object
dat
moet
worden
verplaatst,
worden
vervolgens
richting
het
verankeringspunt
van
de
lijn
getrokken.
Deze
methode
is
nuttig
als
u
de
last
moet
begeleiden
terw.l
u
de
lier
bedient.
Uw
lier
wordt
geleverd
met
een
polyester
slinger.
Als
u
de
lier
wilt
verankeren,
windt
u
het
rond
het
verankeringspunt
met
de
slinger.
Plaats
de
slinger
in
een
van
de
twee
veiligheidshaken
aan
de
achterkant
van
de
lier
(afbeelding
1).
Plaats de lier in de richting van de last die getrokken moet worden.
Wanneer de lier is ingeschakeld, zal deze proberen zich uit te l.nen
met de last. De wr.ving van de slinger tegen de verankering kan
correcte uitl.ning voorkomen, in dit geval, viert u de spanning in de
l.n en verplaatst u de slinger zodanig dat de spanning gelijk wordt
verdeeld over de twee haken.
We bieden ook een grote reeks verankeringsaccessoires voor onze
kabellieren. Bezoek
www.portablewinch.info
3.4
De lijn plaatsen.
De grote verscheidenheid van voorkomende situaties bij het lieren
verhindert ons om specifieke instructies te geven voor alle situaties;
echter
moet
u
de
volgende
punten
in
acht
nemen:
3.4.1
Lijn.
Gebruik een lijn met lage elasticiteit, in goede staat, met een
minimum diameter van 10 mm en een maximum diameter van 12
13 mm met goede knopen. Wij raden u ten sterkste de
paalsteekknoop aan (zie sectie 3.1.3). Gebruik katrollen om de lijn
te verleggen en de trekkracht te verhogen wanneer de last de
trekcapaciteit
van
de
lier
nadert
of
overschrijdt.
3.4.2
Katrol.
Het gebruik van een korte afstand lierkatrol biedt verscheidene
voordelen:
●
Biedt een hoek waardoor de last enigszins opgetild kan worden
waardoor wrijving wordt verminderd.
●
Behoudt de lier in een vrijwel horizontale positie.
●
Houdt de lier en de operator uit de buurt van het traject van de last.
3.4.3
Richting.
Plaats de lijn zo dat het niet tegen objecten aanwr.ft tijdens het
trekken. Probeer de lijn zo te plaatsen dat de voorkant van de
lastlicht is opgetild. Trek niet neerwaarts of door een obstakel.
WAT U NIET MOET DOEN
: WANNEER U DE SLINGER
PLAATST OM DE LIER TE VERANKEREN, MOET U HET
VERANKERINGSPUNT
NIET
HELEMAAL
OMDRAAIEN
(AFBEELDING 2). HIERDOOR KAN DE LIER ZICHZELF NIET
CORRECT UITLIJNEN MET DE LAST. DIT PAST OOK
ONGELIJKE SPANNING TOE OP DE HAKEN.
VERMIJD HET PLAATSEN VAN DE SLINGER OP SCHERPE
HOEKEN
DIE
DE
POLYESTER
SLINGER
KUNNEN
BESCHADIGEN. WANNEER U EEN PAAL, EEN BOOM OF
EEN STRONG GEBRUIKT ALS VERANKERINGSPUNT,
PLAATST U DE SLINGER IN DE BUURT VAN DE BASIS.
ALS U ROND EEN STRONG VERANKERT, MOET U GOED
OPLETTEN DAT DE SLINGER NIET VAN DE BOVENKANT
VAN DE STRONK AFGLIJDT.
ZORG DAT HET VERANKERINGSPUNT HET TREKKEN AAN
KAN ZONDER TE BREKEN, LOS TE SCHIETEN OF
BESCHADIGD TE WORDEN.
2
1
2
INSPECTEER DE LIJN VISUEEL VOOR ELK GEBRUIK. ALS U
DUIDELIJKE
TEKENEN
VAN
SLIJTAGE
ZIET
(DOORGESNEDEN
STRENGEN,
BUITENSPORIGE
SLIJTAGE), VERVANG HET.
ALS UW LIJN VUIL IS, REINIGT U HET. EEN VUILE LIJN KAN
SNEL
BESCHADIGD
WORDEN
EN
VOORTIJDIGE
SLIJTAGE VEROORZAKEN AAN DE ONDERDELEN DIE
ERMEE IN CONTACT KOMEN.
U moet de last aan het eind van het
touw
vastmaken. Al
is
een
eenvoudige
knoop
soms
voldoende,
w.
raden
u
een
paalsteekknoop aan (afb. 1). Deze
knoop behoudt ongeveer 70% van
de lijncapaciteit, terw.l de meeste
knopen de lijncapaciteit met 50% of
meer verminderen. Het is ook
gemakkelijk om de knoop los te
maken zelfs nadat u een zware last
heeft getrokken.
Beter
zelfs,
een
dubbele
paalsteekknoop
(afbeelding
2)
behoudt ongeveer 75% van de
lijncapaciteit.
1
1
DE JUISTE RICHTING BIJ HET PLAATSEN VAN DE LIJN IS
ESSENTIEEL VOOR EEN VEILIG GEBRUIK VAN DE LIER.
OVER HET ALGEMEEN, ALS DE LIJN DE GROND RAAKT
TIJDENS HET TREKKEN, IS UW INSTALLATIE INCORRECT.