- PMS2000 System -
Ref. 11/595
PMW500-V
- PMS2000 System -
Ref. 11/595
PMW500-V
4. Riaccendere l'amplificatore e verificare che si accenda il led
verde ‘OK’.
5. Riportare in posizione OFF la leva 1: il led ‘OK’ si spegne.
6. Riportare in posizione OFF tutte le altre leve.
3.5.3 Calibrazione
Poichè l'accoppiamento scheda-amplificatore può portare delle
variazioni di guadagno nell'ordine del 5%, è possibile (ma non
indispensabile) correggere tali variazioni effettuando la
calibrazione nel seguente modo:
1. Collegare sulla linea di uscita una resistenza da 100 ohm di
adeguata precisione.
2. Agendo sul dip-switch, portare in posizione ON le levette da
2 a 8 come indicato in figura 3.5.15.
3. Portare in posizione ON la levetta 1 per confermare la scelta
ed attendere che il led verde ‘OK’ si accenda.
4. Riposizionare la leva 1 su OFF.
5. Riportare tutte le altre leve in posizione OFF.
Con questa azione, il misuratore di impedenza effettuerà misure
assolute.
Impostazione indirizzo • Address setting
Calibrazione • Calibration
Fig. 3.5.14
Fig. 3.5.15
4. Switch the amplifier on again and check that the green ‘OK’
LED lights up.
5. Return lever 1 to the OFF position: the ‘OK’ LED will extinguish.
6. Return all the other levers to the OFF position.
3.5.3 Calibration
Since the amplifier-card connection may lead to variations in
gain of the order of 5%, it is possible (but not essential) to
correct these variations by carrying out a calibration as follows:
1. Connect a suitably accurate 100 ohm resistor on the output
line.
2. On the dip-switch, move levers from 2 to 8 to the ON
position, as shown in Figure 3.5.15.
3. Move lever 1 to the ON position to confirm the choice and
wait for the green ‘OK’ LED to light up.
4. Return lever 1 to the OFF position.
5. Return all the other levers to the OFF position.
After doing this, the impedance measurement device will carry
out absolute measurements.
• Instelling van een
interval tussen twee tests in
Om het gewenste testinterval in te stellen dienen de hefboompjes
4 t/m 8 gebruikt te worden.
Hefboom 2 geeft de ‘test time’ mode aan.
Laten we bijvoorbeeld een interval van 5 seconden instellen:
1. Breng hefboom 2 op stand ON;
2. Breng hefboom 1 op stand ON (Start): de groene led ‘OK’
gaat blijvend branden.
3. Breng hefboom 1 weer terug naar stand OFF en vervolgens
ook hefboom 2; de led houdt op met branden om aan te geven
dat de instelling correct is uitgevoerd.
In afbeelding 3.5.8 staan de voorbeelden van de instelling van
de meest voorkomende intervals.
0 = 5 sec. (min. interval/
intervalo mínimo
)
1 = 1 min
29 = 29 min
30 = 1 h (max. interval/intervalo máximo)
Raadpleeg voor de overige waarden de ‘Configuratietafel’ op
pag. 47/48. Wanneer het gewenste interval is gekozen, herhaalt
de versterker regelmatig de test. Hierdoor is het mogelijk om
de werking van de versterker te bewaken en onmiddellijk na te
gaan of er defecten of storingen op de lijn zijn.
• Display met led’s
Als er geen storingen zijn, hebben de led’s op het frontpaneel
van de versterker de functie van VU-METER. In het geval van
ten minste één storing, wordt de VU-METER-functie verlaten en
wordt de opgespoorde storing door de led’s aangegeven (zie
tabel op pag. 49).
Fig. 3.5.8
2 = 2 min
31 = NO TEST
• Instelling geluidsvolume
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt aangezet, wordt
de uitgangsvolumeregeling overgelaten aan de trimmer naast
de led ‘OK’. Bovendien kan het volume van de versterker ook
worden geregeld met een op afstand geplaatste potentiometer,
of door middel van een seriële aansluiting met een van speciaal
software voorziene PC.
• Configuración del
intervalo entre un test y el siguiente
Para configurar el intervalo de test deseado se deben utilizar las
palancas desde la 4 hasta la 8.
La palanca 2 identifica el modo ‘test time’.
Configurar por ejemplo un intervalo de 5 segundos:
1. Poner la palanca 2 en la posición ON;
2. Poner en la posición ON la palanca 1 (Intro): el LED verde
‘OK’ se enciende fijo.
3. Poner de nuevo en la OFF la palanca 1 y seguidamente la
palanca 2; el LED se apaga para indicar que la configuración
ha sido adquirida correctamente.
En la figura 3.5.8 se muestran los ejemplos de configuración de
los intervalos más comunes.
Para los otros valores consultar la ‘Tabla de configuración’ en la
pág. 47/48. Una vez seleccionado el intervalo deseado, el
amplificador repite periódicamente el test. Esto consentirá
monitorizar el funcionamiento del amplificador y verificar en
tiempo real la presencia de averías o anomalías de la línea.
• Display de LEDs
No habiendo averías, los LEDs en el panel frontal del amplificador
hacen de VU-METER. Cuando hay por lo menos una avería, es
abandonada la función VU-METER y los LEDs indican la avería
registrada (ver la tabla en la pág. 49).
• Control de volumen
Al primer encendido, la regulación del volumen de salida es
confiada al condensador de ajuste situado al lado del LED
‘OK’. Es posible también controlar el volumen del amplificador
con un potenciómetro situado a distancia o bien mediante
enlace serie con un PC provisto del software correspondiente.
40
13