149
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water-warmtepomp
Bijverwarming instellen
en tweede warmtebron
4.1
Aansturing van pompen
en kleppen
4.2
Temperatuur
instelbereiken
4.3
Pompen
• C1: geïntegreerde circulatiepomp
• C2: optionele extra pomp of CV-pomp (parameter P65)
• C3: tapwatercirculatiepompkleppen
Kleppen
• G1: elektrische 3-wegklep - schakelen tussen verwarming en tapwateropwarming (SWW)
• G2: elektrische 3-wegklep - schakelen tussen koelen en verwarmen
• G3: elektrische 3-wegklep - schakelen tussen Solarwarmte en warmtepomp
Zie ook 3.4 elektrische schema‘s.
Het relais G2 staat bij koeling niet onder spanning.
Ruimtekoeling modus
• Het temperatuurinstelbereik ligt 10 en +30 °C, de standaardinstelling is +12 °C.
Ruimteverwarmingsmodus
• Het temperatuurinstelbereik ligt 10 en +60 °C, de standaardinstelling is +45 °C.
Drinkwatermodus
• Het temperatuurinstelbereik ligt 10 en +60 °C, de standaardinstelling is +50 ° C
(vanaf +50 °C ondersteunt een elektrische extra verwarmer E1).
[P81]: [P81] = 0, A / C verwarming, [P81] = 1, de tweede warmtebron A / C elektrische
verwarmingsfunctie
Startvoorwaarden:
Buitentemperatuur <[P22]
• Retourtemperatuur ≤ Insteltemperatuur A / C verwarming [P02] Retourtemperatuur
A / C [P24] ΔT
• Aanvoertemperatuur ≤ streeftemperatuur verwarming [P02]
• Wanneer aan alle bovenstaande voorwaarden tegelijkertijd wordt voldaan en de
bedrijfstijd van de compressor > [P36], de elektr. Bijverwarming E2 ingeschakeld.
Stopcondities:
buitentemperatuur ≥ [P22] +2 °C aanvoertemperatuur ≥ A / C streeftemperatuur
verwarming [P02] Als aan één van bovenstaande voorwaarden is voldaan, kan de elektr.
bijverwarming E2 uit.
Opmerkingen:
in de A / C-verwarmingsmodus is de elektr. bijverwarming E2 wordt aan het begin van het
ontdooiproces ingeschakeld en aan het einde van dit proces weer uitgeschakeld. In de
A / C verwarmingsmodus, als de warmtepomp niet goed werkt (behalve in het geval van
een sensorfout in de aanvoertemperatuur), zal de elektr. bijverwarming E2 worden
ingeschakeld en werkt normaal volgens de streeftemperatuur van de A /
C-verwarmingsmodus.
Functie van de tweede warmtebron:
buitentemperatuur <[P82], de warmtepomp wordt uitgeschakeld en de tweede
warmtebron wordt ingeschakeld. Buitentemperatuur ≥ [P82] +2, de warmtepomp wordt
ingeschakeld en de tweede warmtebron wordt uitgeschakeld.