![MSA AUER 3S-H-PS-F1 Operation Download Page 44](http://html.mh-extra.com/html/msa-auer/3s-h-ps-f1/3s-h-ps-f1_operation_1846751044.webp)
4
Werking
De inademlucht stroomt van het aansluitstuk van het masker langs het inademventiel naar het binnenste
deel van de ruit (op deze wijze ervoor zorgend dat de ruit in grote mate vrij van mist blijft), en van daaruit
door de terugslagkleppen in het binnenmasker.
De uitgeademde lucht gaat door het uitademventiel rechtstreeks naar de omgevingslucht.
3.2
Ontwerp van de helm
De helm bestaat voornamelijk uit een buitenschaal, een binnenwerk en plug-in gleuven om het masker te
bevestigen.
3.2.1 Afstelling van het binnenwerk van de helm
Het binnenwerk moet zodanig afgesteld worden dat de hoofdband zo ver mogelijk op het voorhoofd
geplaatst wordt, en voor een veilige bevestiging van de helm zorgt. Hierdoor wordt een belemmering door
de hoofdband van de helm vermeden en de correcte afdichting van het gelaatstuk verzekerd.
Zie de gebruiksaanwijzingen van de helm voor een volledige beschrijving.
Hoogte
Stel de hoogte af in overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen van de helm. Het binnenwerk van de
F1E helm moet op de tapeinden gemonteerd worden die meer ruimte geven voor het voorhoofd om de
correcte afdichting van het gelaatstuk te verzekeren.
Breedte
Stel de breedte af in overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen van de helm. Verzeker dat de
hoofdband zich op een hoek van 20° tot 30° ten opzichte van de horizontale bevindt.
4
Gebruik
4.1
Stand-by
Het masker blijft in stand-by door middel van de draagband voor de borst of in een drager.
4.2
Opzetten van de helm
Neem beide uiteinden van de geopende kinband en trek de helm van het voorhoofd over het hoofd
(Afbeelding 2). Blokkeer de automatische gesp (afhankelijk van het model). Trek de kinband aan, echter
niet te fel (de twee delen met snelaansluiting moeten bij elkaar passen). Indien nodig het kinstuk
centreren (daarvoor het kinstuk laten glijden).
4.3
Opzetten van het masker
Wanneer het masker aangebracht wordt moet de kinband van de helm los zijn. Duw de helm in de nek
zodat het voorhoofd niet door de binnenste ringen van het binnenwerk van de helm bedekt wordt. Open
de lussen op de adapters en trek de spanbanden op de haken tot de trekpunten gestopt worden (grootste
afstelling).
Neem het masker aan de twee adapters vast en houd het op het gezicht. Laat de afdichtlijn van het
gelaatstuk het voorhoofd raken en schuif het naar boven. Haak de adapters in de gleuven van de helm
(Afbeelding 3) en trek beide spanbanden gelijkmatig naar achteren (Afbeelding 4) tot het gelaatstuk stevig
bevestigd is op het gezicht en de kin op het kinstuk.
Duw de helm naar voren tot een goede zitting verkregen wordt. Plaats de kinband onder de kin en trek
lichtjes aan. Verzeker dat de adapters op correcte wijze voorgespannen worden.
Indien de haken van de adapter niet volledig in de gleuven van de helm aangebracht zijn moet het masker
opnieuw opgezet worden.
Opgepast!
Om een goede afdichting te verzekeren moet erop gelet worden dat de bovenste hoek van de
gelaatsafdichting van het masker zich op het voorhoofd, en
niet
op de binnenste ring van het binnenwerk
van de helm bevindt, en dat er
geen
haren onder de afdichtlijn zijn.
Een tweede persoon moet controleren of het gelaatstuk correct aangebracht is.