Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
en de aansluitingen.
Inhoud
1
Bedieningselementen en aansluitingen 42
1.1
Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
1.2
Achterzijde van het toestel . . . . . . . . . . . . 42
2
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . 42
3
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
4
Het toestel installeren . . . . . . . . . . . . . . . 43
5
Het toestel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.1
Camera’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.2
Monitors . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.3
Videorecorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.4
Alarmverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.5
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5.6
Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6.1
Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6.1.1
Live-bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6.1.2
Videorecorderweergave . . . . . . . . . . . . . 43
6.1.3
Live-opname
(opname van een geselecteerde camera
met een schermvullend beeld) . . . . . . . . 44
6.2
Beeldformaten selecteren . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.1
Schermvullend beeld . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.2
Beeld-in-beeld 1 met één ingevoegd
beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.3
Beeld-in-beeld 2 met vier ingevoegde
beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.4
Mozaïekbeeld 2 x 2 . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.5
Mozaïekbeeld 3 x 3 . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.6
Mozaïekbeeld 3 + 4 . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.2.7
Mozaïekbeeld 2 + 8 . . . . . . . . . . . . . . . . 45
6.2.8
Mozaïekbeeld 4 x 4 . . . . . . . . . . . . . . . . 45
6.2.9
Beeldbereik vergroten (zoom) . . . . . . . . 45
6.2.10 Het beeld bevriezen (“freeze”) . . . . . . . . 45
6.3
Spot-monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
7
Alarmfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
7.1
Extern alarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
7.1.1
Extern alarm resetten . . . . . . . . . . . . . . . 45
7.2
“Activity Detection”-alarm . . . . . . . . . . . . . 45
7.2.1
“Activity Detection”-alarm resetten . . . . . 46
7.3
Alarm bij beeldverlies . . . . . . . . . . . . . . . . 46
7.3.1
Beeldverlies-alarm resetten . . . . . . . . . . 46
8
De instellingen van het toestel wijzigen 46
8.1
Het hoofdmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
8.1.1
Een menu-item selecteren . . . . . . . . . . . 46
8.2
Menu-item 1: Datum en tijdstip . . . . . . . . . 47
8.3
Menu-item 2: Cameranamen . . . . . . . . . . 47
8.4
Menu-item 3:
De sequentieschakeling instellen . . . . . . . 47
8.5
Menu-item 4: De opname afregelen . . . . . 47
8.6
Menu-item 5: De camera’s opnemen . . . . 48
8.7
Menu-item 6: De alarmingangen afregelen 48
8.8
Menu-item 7: Het alarm instellen . . . . . . . 48
8.9
Menu-item 8: Bewegingsdetectie . . . . . . . 49
8.10 Menu-item 9: Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . 49
8.11 Menu-item 10: Menutaal . . . . . . . . . . . . . . 50
8.12 Overzicht van de voorinstellingen van de
fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
9
Afstandsbediening via computer of
terminal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
10
Contactconfiguratie van de jacks
REMOTE en ALARM . . . . . . . . . . . . . . . . 51
11
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 51
1
Bedieningselementen en
aansluitingen
1.1
Frontpaneel (figuur 1)
1 Toets
dient om naar het schermvullende beeld
te schakelen
2 Toets
/
dient om naar het beeldformaat
“Beeld-in-beeld 1 met één ingevoegd beeld” te
schakelen, en wordt gebruikt als cursortoets
“Omlaag” bij de selectie van de zoomsector in
het zoom-beeldformaat.
In het schermmenu dient deze toets als cursor-
toets “Omlaag”, waarmee de 10 menu-items van
het hoofdmenu geselecteerd resp. – in combina-
tie met de toets SET (14) – de werkparameters in
de menu-items geselecteerd en gewijzigd kun-
nen worden.
3 Toets
/
dient om naar het beeldformaat
“Beeld-in-beeld 2 met vier ingevoegde beelden”
te schakelen, en wordt gebruikt als cursortoets
“Opwaarts” bij de selectie van de zoomsector in
het zoom-beeldformaat.
In het schermmenu dient deze toets als cursor-
toets “Opwaarts” waarmee de 10 menu-items
van het hoofdmenu geselecteerd resp. – in com-
binatie met de toets SET (14) – de werkparame-
ters in de menu-items geselecteerd en veran-
derd kunnen worden.
4 Toets
/
dient om naar het beeldformaat “Mo-
zaïekbeeld 2 x 2” te schakelen, en wordt gebruikt
als cursortoets “Links” bij de selectie van de
zoomsector in het zoom-beeldformaat.
In het schermmenu wordt deze toets gebruikt als
cursortoets “Links” bij de selectie van bepaalde
werkparameters.
5 Toets
/
dient om naar het beeldformaat “Mo-
zaïekbeeld 3 x 3” te schakelen, en wordt gebruikt
als cursortoets “Rechts” bij de selectie van de
zoomsector in het zoom-beeldformaat.
In het schermmenu wordt deze toets gebruikt als
cursortoets “Rechts” bij de selectie van bepaalde
werkparameters.
6 Toets
dient om naar het beeldformaat “Mo-
zaïekbeeld 3 + 4” te schakelen.
7 Toets
dient om naar het beeldformaat “Mo-
zaïekbeeld 2 + 8” te schakelen.
8 Toets
dient om naar het beeldformaat “Mo-
zaïekbeeld 4 x 4” te schakelen.
9 Toets
/MENU
– om de huidige weergave te “bevriezen” (stil-
staand beeld), resp. om de oorspronkelijke
weergave te herstellen.
– om het schermmenu op te roepen [eerst toets
SEL (12), vervolgens toets MENU indrukken],
en om bij een opgeroepen menu-item terug te
keren in het hoofdmenu resp. het scherm-
menu te verlaten vanuit het hoofdmenu
10 Toets
om naar opgenomen videobeelden over
te schakelen resp. naar live-bewaking terug te
schakelen.
Om naar “Opnamevoorbeeld” (weergave van de
beelden in het originele-opnameformaat) te scha-
kelen, drukt u eerst op de toets SEL (12), vervol-
gens op toets
.
11 Toets
om de automatische doorschakeling (se-
quentieschakeling) te starten resp. te stoppen.
12 Toets SEL
– om een alarm te resetten: druk tweemaal op
de toets.
– om de gewenste weergave voor de spotmoni-
tor te selecteren: druk tweemaal op de toets
om naar de selectiemodus van de spotmonitor
te schakelen; druk nogmaals op de toets om
deze modus te verlaten.
In combinatie met andere toetsen dient deze
toets bovendien om bepaalde achterliggende
functies van deze toetsen op te roepen.
13 De toets ZOOM dient om naar het zoom-beeld-
formaat te schakelen resp. het zoom-beeldfor-
maat te verlaten.
14 De toets SET/LIVE REC. wordt gebruikt voor
“Live-opname” (opname van een geselecteerde
camera met een schermvullend beeld): druk
eerst op de toets SET/LIVE REC. om de live-op-
name te starten, vervolgens op de nummertoets
(15) van de betreffende camera; druk nogmaals
op de toets SET/LIVE REC. om de modus te
verlaten.
In het schermmenu dient de toets – in combina-
tie met de cursortoetsen (2) tot (5) of de num-
mertoetsen (15) – om de 10 menu-items van het
hoofdmenu op te roepen, om de in de menu-
items geselecteerde bedrijfsparameters te wij-
zigen en om de wijziging te bevestigen (op te
slaan).
15 De nummertoetsen 1 – 16; dienen om bij scherm-
vullende weergave de betreffende camera te se-
lecteren resp. om bij mozaïekbeeldweergave – in
combinatie met de toets SEL (12) – een beeld-
segment aan de betreffende camera toe te wij-
zen.
In het schermmenu dienen deze toetsen om de
10 menu-items van het hoofdmenu resp. enkele
bedrijfsparameters rechtstreeks te selecteren en
om bepaalde instellingen uit te voeren (bijvoor-
beeld de invoer van een wachtwoord).
1.2
Achterzijde van het toestel (figuur 2)
16 BNC-ingangsjacks CAM1 – CAM6 IN voor aan-
sluiting van de camera’s
17 BNC-ingangsjack VCR IN om een videorecorder
aan te sluiten voor weergave van een opname
18 BNC-uitgangsjack MAIN om de hoofdmonitor
aan te sluiten voor weergave van de camera-
beelden in willekeurige volgorde
19 SUB-D-jack REMOTE om het toestel via RS-232,
RS-485 of via optionele afstandsbediening vanop
afstand te bedienen (voor de penconfiguratie: zie
hoofdstuk 10).
20 BNC-uitgangsjacks CAM1 – CAM16 OUT om
doorgestuurde signalen van de camera-ingan-
gen CAM1 – CAM16 IN (16) uit te sturen. De im-
pedantieaanpassing (75
Ω
of hoogohmig) van
de camera-ingangen gebeurt automatisch in
functie van de uitgangssignaalen die op deze
jacks afgenomen zijn.
21 BNC-uitgangsjack VCR OUT om een videore-
corder voor opname aan te sluiten.
22 BNC-uitgangsjack SPOT om een hulpmonitor
(spot-monitor) aan te sluiten voor weergave van
een camera met schermvullend beeld resp. van
meerdere camera’s in sequentieschakeling, on-
afhankelijk van de weergave die op de hoofdmo-
nitor geselecteerd is.
23 SUB-D-jack ALARM stelt verschillende in- en uit-
gangen voor alarmanalyse ter beschikking eve-
nals een stuuringang voor de synchronisatie van
multiplexer en videorecorder (voor de pencon-
figuratie: zie hoofdstuk 10).
24 POWER-jack voor aansluiting van de meegele-
verde voedingseenheid (12 V
/1 A);
centercontact = positieve pool
2
Veiligheidsvoorschriften
De multiplexer en de netadapter zijn in overeen-
stemming met de EU-richtlijn 89/336/EEG voor
elektromagnetische compatibiliteit. De netadapter is
bovendien in overeenstemming met EU-Richtlijn
73/23//EEG voor toestellen op laagspanning.
Opgelet! Deze multiplexer is in overeenstemming
met de grenswaarden van de klasse A. Het gebruik
van het toestel in woongebieden kan storingen in
radio- en televisieontvangst veroorzaken. Neem in
voorkomend geval aangepaste maatregelen.
De netspanning (230 V~) waarme de netadapter
gevoed wordt is levensgevaarlijk. Open de net-
adapter niet, want door onzorgvuldige ingrepen
loopt u het risico van een elektrische schok. Bo-
vendien vervalt elke garantie bij het eigenhandig
openen van de netadapter of de multiplexer.
Let bij ingebruikname ook zeker op het volgende:
●
De multiplexer en de netadapter zijn enkel ge-
schikt voor gebruik binnenshuis. Vermijd uitzon-
derlijk warme plaatsen en plaatsen met een hoge
vochtigheid (toegestaan omgevingstemperatuur-
bereik: 0 – 35 °C).
1
42
NL
B