5.1.2
PTT-microfoon
Op de RJ45-jack P.T.T 1 (22) van kanaal 1 kunt
u een PTT-microfoon (b.v. de tafelmicrofoon
PA-4000PTT van MONACOR) aansluiten. Het
aansluitsnoer mag tot 30 m lang zijn.
5.1.3
Audioapparatuur
Sluit apparatuur met lijnuitgangsniveau (cd-
speler, cassettedeck, tuner, mengpaneel etc.)
en gebalanceerde uitgangssignalen aan op de
XLR-jacks MIC / LINE INPUTS (16), en plaats de
betreffende keuzeschakelaar MODE (7) in de
stand LINE. Sluit bij stereosignalen elk stereoka-
naal op een eigen ingang aan.
Sluit apparatuur met gebalanceerde uit-
gangssignalen aan op de cinch-jacks LINE 7 tot
10 (20). Stereosignalen op de betreffende jacks
LEFT en RIGHT worden in het apparaat tot een
monosomsignaal gemengd. Met de betreffende
keuzeschakelaar MODE kunt u tussen de toe-
stellen op de cinch-jacks en de microfoons op de
XLR-aansluitingen MIC INPUTS 7 tot 10 (15)
schakelen.
Geluidsbronnen met ongebalanceerde uit-
gangssignalen kunnen ook op de XLR-jacks (16)
van de kanalen 2 tot 6 worden aangesloten,
wanneer er een adapter wordt gebruikt, waarbij
de XLR-contacten 1 en 3 overbrugd zijn. Om de
geluidsbron niet te beschadigen moet de fan-
toomvoeding voor deze jack absoluut uitgescha-
keld zijn [schakelaar PHANTOM (21) = OFF]!
5.2 Toetsmodule voor afstands-
bediening van het gongsignaal
Om het gongsignaal afstandsbediend te kunnen
activeren, zijn er op de voorversterker aanslui-
tingen voorzien voor een toetsmodule. Verbind
de toetsmodule met de steekschroefaansluiting -
en Chime Remote (23).
5.3 Eindversterker
Sluit één eindversterker met twee kanalen of
twee eindversterkers met één kanaal aan op de
XLR-aansluitingen OUTPUT 1 en 2 (14).
Indien slechts één PA-bereik vereist is, sluit
u een eindversterker met één kanaal aan op de
jack OUTPUT 1, en plaatst u alle schuifschake-
laars OUTPUT (2 + 5) in de stand “1”.
5.4 Opnameapparaat
U kunt een audio-opnameapparaat aansluiten
op de jacks REC (19). Het opnameniveau is
onafhankelijk van de instelling van de regelaars
(12) voor de beide uitgangen. Het signaal van
uitgang 1 wordt naar de witte jack LEFT ge
-
stuurd, het signaal van uitgang 2 naar de rode
jack RIGHT.
5.5 Netvoeding en noodstroomvoeding
Als de versterker bij een stroomuitval verder
moet werken, sluit u op de steekschroefklem-
men DC POWER (18) een noodvoeding van
24 V aan (b.v. PA-24ESP van MONACOR).
Opmerking:
Als de 24 V-spanning van de nood-
stroomeenheid op de aansluitingen DC POWER staat,
kunt u de PA-1412MX met de toets POWER (13) niet
uitschakelen. In geval van een stroomonderbreking of
als u voor uitschakelen op de toets POWER drukt,
schakelt het apparaat automatisch naar de noodvoe-
ding om.
Verbind het netsnoer ten slotte met de POWER-
jack (17) en plug de stekker ervan in een stop-
contact (230 V~ / 50 Hz).
6 Bediening
Om rondzingen en schakelploppen te vermijden,
schakelt u de PA-1412MX niet in vóór stap 5).
1) Plaats alle niveauregelaars LEVEL (1 + 4) en
de beide uitgangsregelaars Level (12) in de
stand “0”.
2) Selecteer voor de kanalen 1 tot 3 de prioriteit:
Kanaal 1: op de aangesloten PTT-microfoon
(PRIORITY = ON),
Kanaal 2 en 3: met de schakelaars PRIO-
RITY (8). In de onderste stand ON is de voor-
rang geactiveerd.
3) Selecteer met de schuifschakelaar OUTPUT
(5) voor elk kanaal afzonderlijk op welke uit-
gang, d.w.z. op welk PA-bereik het betref-
fende kanaal geschakeld moet worden:
Uitgang 1, 1 + 2 of 2.
4) Voor de kanalen 2 tot 10 moet u telkens met
de schakelaar MODE (7) instellen, welk
apparaat aangesloten is:
MIC
:
voor microfoons, Low-Cut-filter aan
MIC —:
voor microfoons, Low-Cut-filter uit
LINE:
voor audio-apparatuur met lijnuit-
gang
(cd-speler, cassettedeck, tuner etc.)
Bij ingeschakelde Low Cut-filter (200 Hz-
hoogdoorlaatfilter) worden laagfrequente ge -
luiden onderdrukt, waardoor aankondigingen
beter verstaan worden.
Bovendien kunt u bij elk van de kanalen 7
tot 10 met de schakelaar MODE schakelen
tussen een microfoon op de XLR-aansluiting
(15) en een apparaat op de cinch-jacks (20).
5) Schakel de PA-1412MX in met de POWER-
toets (13). De POWER-LED naast de toets licht
op. Schakel de geluidsinstallatie volledig in.
Als er een noodstroomvoeding is aange-
sloten, schakelt de PA-1412MX in geval van
een stroomonderbreking automatisch om
naar de noodstroomvoeding.
6) Draai de beide uitgangsregelaars (12) iets
2
⁄
3
open. Stel het geluidsvolume van de aange-
sloten microfoons en audioapparatuur in met
de overeenkomstige regelaars LEVEL (4).
Voor alle ongebruikte kanalen laat u de regel-
aars in de nulstand (“0”) staan.
7) Stel de klank voor de beide uitgangen telkens
afzonderlijk in met behulp van de regelaars
Low (10) voor de lage tonen en High (11)
voor de hoge tonen.
8) Ten slotte stelt u met de beide regelaars (12)
het gewenste totale geluidsvolume voor de
uitgangen in. Bij de luidste passages mag
enkel de groene LED “0” van de niveauweer-
gave (9) oplichten. Bij oversturing licht de
rode LED “+3” op. In dit geval moet u het
geluidsvolume met de overeenkomstige
regelaar verminderen.
6.1 Gongsignaal
1) Schakel het gongsignaal met de schuifschake-
laar OUTPUT (2) naar de uitgang 1, 1 + 2 of 2.
2) Voor een aankondiging kunt u het gongsig-
naal activeren met de toets
(3) of met een
bijkomende drukknop op de aansluiting
Chime Remote (23). Als het gongsignaal
weerklinkt, worden de kanalen 4 tot 10
gedempt voor de uitgangen, waarop ook het
gongsignaal is aangesloten.
3) Stel het gongvolume in met de regelaar
LEVEL (1).
6.1.1
Het gonggeluid instellen
Met de jumper CHIME SEL in het apparaat, aan
de linkerzijde van de hoofdprintplaat (
afb. 3),
kunt u het gongsignaal instellen:
Stand “2T”:
gongsignaal van twee tonen
Stand “4T”:
gongsignaal van vier tonen
Position “SIR”: sirene
6.2 PTT-microfoon PA-4000PTT
(afzonderlijk als toebehoren verkrijgbaar)
De onderstaande bedieningselementen bevin-
den zich op de tafelmicrofoon PA-4000PTT.
1) Indien u bij gebruik van de overspraaktoets
TALK een aankondiging door een gongsig-
naal wil laten voorafgaan, plaatst u de scha-
kelaar CHIME op de achterzijde van het toe-
stel in de stand ON (onderste stand).
2) Indien de microfoon voorrang moet krijgen op
de kanalen 4 tot 10, plaatst u de schakelaar
PRIORITY in de stand ON.
3) Houd voor een aankondiging de overspraak-
toets TALK ingedrukt en wacht eventueel op
het gongsignaal.
7 Technische gegevens
Ingangen (gevoeligheid / impedantie)
Mic XLR: . . . . . . . . . . . 2,5 mV/ 5 kΩ,
gebalanceerd
Line XLR: . . . . . . . . . . . 250 mV/ 5 kΩ,
gebalanceerd
Line Cinch: . . . . . . . . . . 250 mV/ 10 kΩ
Uitgangen (max. niveau / impedantie)
Output 1, 2: . . . . . . . . . 1,2 V/ 200 Ω,
XLR gebalanceerd
Rec: . . . . . . . . . . . . . . . 0,775 V/ 10 kΩ,
Cinch
Frequentiebereik: . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
(-0,5 dB)
Equalizer
Low: . . . . . . . . . . . . . . . 100 Hz, ±10 dB
High: . . . . . . . . . . . . . . 10 kHz, ±10 dB
Kanaalscheiding
Mic: . . . . . . . . . . . . . . . > 60 dB
Line: . . . . . . . . . . . . . . . > 75 dB
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,05 %
Signaal/ruis-verhouding
Mic: . . . . . . . . . . . . . . . > 60 dB
Line: . . . . . . . . . . . . . . . > 75 dB
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning
Netspanning: . . . . . . . . 230 V~ / 50 Hz
Vermogensverbruik: . . . 15 VA
Noodstroomvoeding: . . 24 V
Gelijkstroomverbruik: . . 0,5 A
Afmetingen (B × H × D): . . 482 × 45 × 240 mm,
1 HE
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 3,9 kg
Wijzigingen voorbehouden.
OPMERKING
Omdat de voorversterker hiervoor
moet worden geopend, mag dit
uitsluitend door een gekwalifi-
ceerde vakman uitgevoerd wor-
den. Trek in elk geval eerst de
netstekker uit het stopcontact,
anders loopt u het risico van een
elektrische schok!
13
NL
B
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd eigendom van MONACOR
®
INTER -
NATIONAL GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doelein-
den is verboden.