4
De versterker opstellen
De versterker is voorzien voor montage in een
19″-rack (482 mm), maar kan ook als tafelmodel
gebruikt worden. In elk geval moet de lucht door alle
ventilatieopeningen kunnen stromen, om voldoende
ventilatie van het apparaat te verzekeren.
4.1 De montage in een rack
Voor de montage in een rack hebt u 3 HE (rack-een-
heden = 133 mm) nodig. Om te voorkomen dat het
rack topzwaar wordt, dient de versterker in het
onderste gedeelte van het rack gemonteerd te wor-
den. De frontplaat alleen is niet voldoende voor een
veilige bevestiging. Het toestel moet links en rechts
door rails of onderaan door een bodemplaat extra
ondersteund worden.
De lucht die door versterker wordt verwarmd,
moet uit het rack kunnen worden afgevoerd. Anders
hoopt de warmte zich op in het rack, waardoor niet
enkel de versterker maar ook andere apparaten in
het rack kunnen worden beschadigd. Bij een onvol-
doende warmteafvoer moet u in het rack een venti-
lator plaatsen.
5
De versterker aansluiten
De in- en uitgangen mogen enkel door gekwalifi-
ceerd personeel worden uitgevoerd en in elk geval
wanneer de versterker is uitgeschakeld!
5.1 Luidsprekers
In de figuur 3 op pagina 3 vindt u voorbeelden van
verschillende mogelijkheden om de luidsprekers tel-
kens voor een PA-zone aan te sluiten.
Bij het aansluiten van ELA-luidsprekers moet u erop
letten dat elk van de vier zoneuitgangen met niet
meer dan
120 W
RMS
wordt belast. Bij het aaneen-
schakelen van laagohmluidsprekers moet u erop let-
ten dat de impedantie (4 of 8 Ω) die op de aansluit-
ing is aangegeven, niet wordt onderschreden.
Verbind de luidsprekers met de aansluitstroken
OUTPUT (21): de negatieve aansluitingen met de
klem “COM” en de positieve aansluitingen met de
betreffende klem “4 Ω”, “8 Ω”, “25 V”, “70 V” of
“100 V”.
5.2 Monitoringluidspreker en hoofdtelefoon
Om de signalen van de PA-zones te kunnen contro-
leren, kunt u een luidspreker van 8 Ω aansluiten op
de klemmen MONITOR (16) en een hoofdtelefoon
op de jack PHONES (10).
5.3 Microfoons
U kunt max. drie microfoons met XLR- of 6,3 mm-
stekker aansluiten op de ingangen CH 1 tot CH 3
(29) aansluiten. Plaats de ingangsniveauschake-
laars (19) in de overeenkomstige stand. Bedien de
schakelaars alleen als de versterker is uitgescha-
keld of als de bijbehorende regelaar LEVEL (6) in de
nulstand staat (schakelploppen).
MIC
voor microfoons die geen fantoomvoeding
nodig hebben
PHANTOM
voor microfoons met fantoomvoeding
5.4 Apparatuur met lijnuitgang
Er kunnen tot vijf apparaten met een lijnuitgang (b.v.
cd-speler, cassetterecorder, radio) worden aange
-
sloten op de ingangen CH 1 tot CH 5 (28 en 29). De
stereosignalen die naar de jacks “L” en “R” van de
ingangen CH 4 en CH 5 worden gestuurd, worden
intern tot een monosignaal ge mengd.
Bij de aansluiting op de ingangen CH 1 – 3 plaatst
u de betreffende ingangsniveauschakelaar (19) in
de stand LINE. Bedien de schakelaar alleen bij uit-
geschakelde versterker (schakelploppen). Als er
stereoapparatuur op de ingangen CH 1 – 3 moet
worden aangesloten, gebruik dan voor het rechter
en linker stereokanaal telkens een ingang of een
stereo-monoadapter (b.v. SMC-1 van MONACOR).
Anders heffen de signalen van het stereomidden
elkaar op.
5.5 Aansluiting voor noodberichten
Voor noodberichten of andere belangrijke aankondi-
gingen is de PA-12040 uitgerust met de ingang TEL.
PAGING (18).
Ingang en schakelaar voor
noodberichten
Stuur het signaal (lijnniveau, 40 mV – 1,5 V) via een
afgeschermde audiokabel naar de klem “R”. Sluit de
aarding en afscherming aan op de klem “G”. Sluit
een schakelaar aan op de klemmen “T” en “G”. Met
de schakelaar wordt de aankondiging vrijgegeven,
d.w.z. dat het betreffende signaal steeds op de klem
“R” beschikbaar is en pas bij gesloten schakelaar
hoorbaar is. De ingangen CH 1 – 5 worden gedempt
bij gesloten schakelaar en als het signaal op de
klem “R” beschikbaar is.
T
R
G
TEL. PAGING
Signal
40 mV
Opgelet!
Bij ingeschakelde fantoomspanning van 46 V
mogen er op de betreffende ingangen geen
microfoons met ongebalanceerde uitgang zijn
aangesloten, omdat deze beschadigd kunnen
worden.
Opgelet!
Sluit per zone
alleen
laagohmluidspre-
kers (4 Ω, 8 Ω)
of
alleen ELA-luidsprekers (25 V,
70 V, 100 V) aan. Zo niet, wordt de versterker
beschadigd. Het is evenwel mogelijk om laagohm-
luidsprekers en ELA-luidsprekers in verschillende
zones aan te sluiten.
4
Colocar el amplificador
El amplificador está previsto para la instalación en
racks para unidades con una anchura de 482 mm
(19″) pero también puede usarse como unidad de
sobremesa. En cualquier caso, asegúrese de que el
aire circulará libremente a través de todas las aber-
turas de ventilación para prever un enfriamiento
suficiente de la unidad.
4.1 Instalación rack
Para el montaje rack se necesitan 3 U (3 espacios
rack = 133 mm). Para prevenir que el rack resulte
demasiado pesado en la sección superior, el ampli-
ficador debe insertarse en la sección inferior del
rack. El panel frontal solo no es suficiente para fijarlo
de manera segura. Además, se puede asegurar la
unidad con raíles laterales o una bandeja inferior.
El aire calentado por el amplificador debe poder
abandonar el rack, de otro modo resultará una acu-
mulación de calor dentro del rack que no sólo puede
dañar el amplificador sino también las otras unida-
des del rack. En caso de disipación insuficiente del
calor, instale una unidad de ventilación en el rack.
5
Conexión del amplificador
¡Todas las conexiones deberían ser realizadas sólo
por personal especializado y siempre con el amplifi-
cador apagado!
5.1 Altavoces
La figura 3 de la página 3 muestra ejemplos de las
diferentes posibilidades de conexión de los altavo-
ces para cada zona de megafonía.
Cuando conecte altavoces de megafonía, preste
atención a que cada una de las salidas de zonas no
esté cargada con más de
120 W
RMS
. Cuando inter-
conecte altavoces de baja impedancia, preste aten-
ción a que la impedancia no caiga por debajo del
valor indicado en la conexión (4 Ω o 8 Ω).
Conecte los altavoces a los flejes de conexión
OUTPUT (21): las conexiones negativas al terminal
“COM” y las conexiones positivas al terminal corres -
pondiente “4 Ω”, “8 Ω”, “25 V”, “70 V”, o “100 V”.
5.2 Altavoz de monitorización y auriculares
Para poder monitorizar las señales de las zonas de
megafonía, es posible conectar un altavoz de 8 Ω a
los terminales MONITOR (16) y auriculares al jack
PHONES (10).
5.3 Micrófonos
Se pueden conectar hasta tres micrófonos con toma
XLR o toma 6,3 mm a las entradas CH 1 a CH 3 (29).
Ajuste los interruptores de nivel de entrada (19) en
la posición correspondiente. Actúe sólo sobre los
interruptores con el amplificador apagado o si el
control LEVEL (6) correspondiente está ajustado a
cero (ruido de conmutación).
MIC
para micrófonos que no requieren una ali-
mentación phantom
PHANTOM
para micrófonos con alimentación phan-
tom
5.4 Unidades con salida de línea
Se pueden conectar hasta cinco unidades con
salida de línea (p. ej. reproductor CD, grabador cas-
sette, radio) a las entradas CH 1 a CH 5 (28 y 29).
Las señales estéreo suministradas a los jacks “L” y
“R” de las entradas CH 4 y CH 5 se mezclan interna-
mente a señal mono.
Cuando conecte a las entradas CH 1 a CH 3,
ajus te el interruptor de nivel de entrada correspon-
diente (19) en la posición LINE. Actúe sólo sobre el
interruptor con el amplificador apagado (ruido de
conmutación). Para conectar una unidad estéreo a
las entradas CH 1 a CH 3, use una entrada para el
canal estéreo derecho y el canal estéreo izquierdo o
use un adaptador mono estéreo (p. ej. SMC-1 de
MONACOR), de otro modo las señales del centro
estéreo se cancelarán las unas a las otras mutua-
mente.
5.5 Conexión para anuncios de emergencia
Para anuncios de emergencia u otros anuncios
importantes, el PA-12040 está equipado con la en -
trada TEL. PAGING (18).
Entrada e interruptor para
anuncios de emergencia
Suministre la señal (nivel de línea, 40 mV – 1,5 V)
mediante un cable audio blindado al terminal “R”.
Conecte la masa y el blindaje al terminal “G”.
Conecte un interruptor a los terminales “T” y “G”. Con
el interruptor se libera el anuncio, es decir, la señal
de anuncio siempre puede estar presente en el ter-
minal “R” pero sólo puede oírse con el interruptor
cerrado. Las entradas CH 1 a 5 se silencian con el
T
R
G
TEL. PAGING
Signal
40 mV
¡Precaución!
Con el voltaje phantom de 46 V
encendido, no se pueden conectar micrófonos
con salida asimétrica hacia las entradas corres -
pondientes porque esos micrófonos pueden
dañarse.
¡Precaución!
Para cada zona conecte
sólo alta-
voces de baja impedancia
(4 Ω, 8 Ω)
o sólo alta-
voces de megafonía
(25 V, 70 V, 100 V). De otro
modo el amplificador se dañará. Si embargo, es
posible conectar altavoces de baja impedancia y
altavoces de megafonía en diferentes zonas.
17
E
NL
B