110
c) Instellen van de maximale servo-uitslag (EPA)
Met de EPA instelling (End Point Adjustment) kunt u precies instellen, hoe groot de maximaal toelaatbare uitslag voor
de stuur- en gasservo aan elke kant mag zijn. Deze functie wordt gewoonlijk gebruikt om de servo’s bij volle aansturing
te beschermen tegen het mechanische begrenzen van de uitslag.
In tegenstelling tot de al genoemde dual rate-functie, die telkens op beide uitslagrichtingen van de servo’s gelijktijdig
reageert, kan bij de EPA-instelling voor elke zijde een aparte waarde van 0 – 120% worden ingesteld. Hoe kleiner de
ingestelde waarde, hoe kleiner de servoweg.
Stel in dit menu voor kanaal 1 (besturing) de maximale stuuruitslag in, zonder dat de stuurservo mechanisch in zijn
beweging begrensd wordt en begint te brommen. Als later een kleinere stuuruitslag nodig is, dan wordt deze met de
dual rate-functie verminderd.
De gasservo wordt op dezelfde wijze ingesteld. Wanneer u voor de rijfunctie een elektronische rijregelaar (kanaal 2)
gebruikt, kunt u eveneens een maximale aanstuurwaarde vastleggen. Om echter het maximale motortoerental te
kunnen gebruiken, moet in beide richtingen de waarde van 100 - 120% ingesteld worden.
Vóórdat u de uitslagen in de EPA-functie begrenst, dient u te controleren of bij de dual rate-functie (zie
gedeelte „Instellen van de dual rate-waarden voor de stuur- en rijfunctie") nog de fabrieksinstelling van
100% is opgeslagen.
Probeer de aansturingen mechanisch zo vorm te geven, dat u EPA-instelwaarden van 100 – 120%
kunt gebruiken.
Schakel de zender in. Op het LC-display van de zender verschijnt de
bedrijfsindicator. Druk nu 3 keer op de menu-keuzetoets „SEL“ (zie afbeelding 1,
pos. 5).
Aan de linkerrand van het display verschijnt de indicator EPA (End Point Adjustment
= instelling eindpunt) en rechtsboven wordt het kanaal 1 (CH 1) voor de besturing
weergegeven.
Als u het stuurwiel van de zender (zie afbeelding 1, pos. 2) naar links (L) draait en
in deze positie houdt, verschijnt de richtingsindicator „LF“ en de actueel ingestelde
EPA-waarde.
Met de beide insteltoetsen plus „+“ en min „-“ (zie afbeelding 1, pos. 8) kunt u nu
de gewenste waarde voor de volgas-positie instellen.
Draai vervolgens het stuurwiel van de zender naar rechts, houdt het in deze positie
en stel dan de gewenste EPA-waarde voor de stuuruitslag naar rechts in. Hierbij
zal de richtingsindicator van „LF“ naar „RB“ wisselen.
Met de kanaal-omschakeltoets „CH“ (zie afbeelding 1, pos. 6) kunt u vervolgens
naar kanaal 2 (rijfunctie) omschakelen.
Wanneer u de bedienhendel voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 10) geheel
naar de greep trekt en in deze positie houdt, dan verschijnen de richtingsindicator
„LF“ en de actueel ingestelde EPA-waarde.
Met de beide insteltoetsen plus „+“ en min „-“ (zie afbeelding 1, pos. 8) kunt u nu
de gewenste waarde voor de stuuruitslag naar links instellen.
Wanneer u de bedienhendel voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 10) naar
voren drukt en in deze positie houdt, dan wisselt de indicator naar „RB“ en de
EPA-waarde voor de rempositie resp. de achteruitrijdfunctie kan ingesteld wor-
den.
Afb. 16
EPA
CH
%
LF
EPA
CH
RB
%
EPA
CH
%
LF
EPA
CH
RB
%
Summary of Contents for MC SPort
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...