De ingebouwde dieselgeluids-
electronica.
Deze locomotief heeft fabrieksmatig
een ingebouwde geluidselectronica
die alleen via Märklin-digitaal, bij
gebruik van de Control-Unit 6021,
ingeschakeld kan worden.
Het „grote” voorbeeld heeft 1 motor
en 2 luchthoorns waarvan het geluid
ook in het model kan worden inge-
schakeld. Naast het normale motor-
geluid zijn in de elektronica ook
bijgeluiden opgenomen die op ver-
schillende plaatsen in het geluids-
beeld aanwezig zijn.
De geluidselectronica is in de fabriek
aangepast aan het loctype. De vol-
gende instellingen kunnen door U
veranderd worden:
• Totale geluidsvolume.
• Volume verhouding tussen diesel-
geluid en de locfluit.
• Afstelling van de geluidselectronica
aan de op de digitaaldecoder c95
ingestelde maximale snelheid.
Bij veranderingen van de maximale
snelheid op de locdecoder (=> In-
stellen van het bedrijfssysteem) dient
ook de geluidselectronica op de
nieuwe stand afgeregeld te worden.
Het veranderen van de optrek- en
afrem-vertraging behoeft geen ver-
dere afstellingen.
De afstelling van de geluidselectronica
dient door het rijden met de loc uit-
getest te worden. Voor de besturing
moet de Control-Unit 6021 gebruikt
worden. Aanbevolen wordt de opbouw
van een kleine testbaan (railcirkel of
ovaal met een minimale radius van
1020 mm) of een rollen-proefstand
met aangesloten Control-Unit.
Het is aan te bevelen om tijdens de
instelwerkzaamheden de optreken
afremvertraging op de minimale
waarde in te stellen.
Opmerking: Het justeren (instellen)
van de geluidselectronica kan door
U zelf uitgevoerd worden. Beschadi-
gingen die ontstaan door het uitoefe-
nen van een te hoge kracht op de
instelpotentiometer (instelschroefje
„potmeter") vallen niet onder garantie.
Opmerking: Controleer de stand van
de jumper (brugstekker) op de
geluidsprint. De jumper moet in de
stand „EIN" (in) geplaatst zijn.
2
33
Exploitatie
Jumper
Aus/Ein
P1
P2
P3
LED