83
Horizontale spanschroef (los verkrijgbaar
accessoire) (Fig. 46 en 47)
De horizontale spanschroef kan in twee posities aan de
linkerzijde of de rechterzijde van het voetstuk worden
geïnstalleerd.
Voor het maken van versteksneden van 15° of meer,
installeert u de horizontale spanschroef aan de tegen-
overgestelde zijde van de richting waarin het draaibaar
voetstuk zal worden gedraaid.
Door de moer van de spanschroef naar links te tikken
wordt de spanschroef in de vrije stand gezet en kunt u
deze snel naar binnen en naar buiten bewegen. Om het
werkstuk te grijpen, duwt u de knop van de spanschroef
naar voren totdat de spanschroefplaat in aanraking komt
met het werkstuk en dan tikt u de spanschroefmoer naar
rechts. Draai vervolgens de spanschroefknop naar rechts
om het werkstuk vast te zetten.
Met de horizontale spanschroef kunt u werkstukken met
een maximale breedte van 215 mm vastzetten.
WAARSCHUWING:
•
Draai de spanschroefmoer altijd rechtsom tot het
werkstuk stevig klem zit.
Als het werkstuk niet goed
is vastgeklemd, kan het werkstuk tijdens het zagen ver-
schuiven en zo mogelijk schade aan het zaagblad ver-
oorzaken, waardoor het werkstuk weggeslagen kan
worden en u de controle over het gereedschap kunt
verliezen, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Bij het zagen van een dun werkstuk, zoals een plint,
tegen de geleider, gebruikt u altijd de horizontale span-
schroef.
Houders (los verkrijgbaar accessoire) (Fig. 48)
U kunt de houders aan beide zijden van het gereedschap
aanbrengen om de werkstukken goed horizontaal te hou-
den. Steek de houderstangen in de gaten in het voetstuk
en stel hun lengte af in overeenstemming met het werk-
stuk. Zet vervolgens de houders stevig vast met de
schroeven.
WAARSCHUWING:
•
Ondersteun een lang werkstuk altijd zodanig dat
het horizontaal ligt met de draaibaar voetstuk om
een nauwkeurige zaagsnede te verkrijgen en om
gevaarlijk verlies van controle over het gereed-
schap te voorkomen.
Een goede ondersteuning van
het werkstuk helpt voorkomen dat het zaagblad vast-
loopt en een mogelijke terugslag optreedt die kan lei-
den tot ernstig persoonlijk letsel.
BEDIENING
KENNISGEVING:
• Alvorens het gereedschap wordt ingeschakeld, dient
het handvat uit zijn laagste positie te worden gehaald
door de aanslagpen naar buiten te trekken.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
Druk alleen zo hard als nodig is voor soepel zagen zon-
der dat de draaisnelheid van de zaag aanzienlijk ver-
mindert.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld naar beneden wordt
gedrukt of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal
het zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in
het werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede
minder nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de slede langzaam en zon-
der te stoppen naar de geleider. Als de slede tijdens
het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
WAARSCHUWING:
•
Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking is
met het werkstuk e.d. voordat u de trekschakelaar
indrukt.
Wanneer u het gereedschap inschakelt terwijl
het zaagblad reeds het werkstuk aanraakt, kan dat lei-
den tot een terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
1.
Drukkend zagen (zagen van kleine werkstukken)
(Fig. 49)
Werkstukken die maximaal 68 mm hoog en 160 mm
breed zijn kunt u als volgt zagen.
Nadat u de aanslaghendel rechtsom hebt gedraaid en de
slede in de gewenste stand hebt geduwd, duwt u de
slede helemaal in de richting van de geleider en draait u
de borgschroef rechtsom vast, en trekt u de borghendel
naar de voorkant van de zaag om de slede te vergrende-
len. Klem het werkstuk goed vast met het juiste type
spanschroef of kroon-profiellijstaanslagen. Schakel het
gereedschap in zonder dat het zaagblad met het werk-
stuk in contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle
toeren draait. Breng dan het handvat langzaam omlaag
naar de laagste positie om het werkstuk te zagen. Nadat
het zagen is beëindigd, schakelt u de machine uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn
hoogste positie terug te zetten.
WAARSCHUWING:
•
Draai de borgschroef stevig rechtsom vast en trek
de borghendel stevig naar de voorkant van de zaag
zodat de slede niet beweegt tijdens het zagen.
Door
een onvoldoende vast aangedraaide borgschroef kan
een terugslag worden veroorzaakt, wat kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
2.
Glijdend (duwend) zagen (zagen van brede werk-
stukken) (Fig. 50 en 51)
Draai de borgschroef linksom en duw de borghendel
naar voren zodat de slede weer vrij kan bewegen. Klem
het werkstuk vast met het juiste type spanschroef.
Trek de slede volledig naar u toe. Schakel het gereed-
schap in zonder dat het zaagblad met het werkstuk in
contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle toeren
draait. Druk het handvat omlaag en DUW DE SLEDE
NAAR DE GELEIDER OM HET WERKSTUK TE
ZAGEN. Nadat het zagen is voltooid, schakelt u het
gereedschap uit. WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD
VOLLEDIG TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het
zaagblad in zijn hoogste positie terug te zetten.
WAARSCHUWING:
•
Bij het glijdend zagen, trekt u eerst de slede hele-
maal naar u toe en brengt u het handvat helemaal
omlaag, waarna u de slede helemaal naar de gelei-
der duwt. Begin nooit met zagen zonder de slede
helemaal naar u toe te trekken.
Als u glijdend zaagt
zonder dat de slede helemaal naar u toe is getrokken,
kan een onverwachte terugslag optreden die kan leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
•
Probeer nooit glijdend te zagen door de slede naar
u toe te trekken.
Door de slede zagend naar u toe te
trekken, kan een onverwachte terugslag optreden die
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.