88
Afstellen van de laserlijn aan de rechterzijde van het
zaagblad
1
Stelschroef
2
Zaagblad
3
Laserlijn
009515
Voer beide afstellingen als volgt uit.
1.
Haal de stekker van het gereedschap uit het stop-
contact.
2.
Teken de zaaglijn op het werkstuk en plaats het
werkstuk op de draaitafel. Zet het werkstuk voorlopig
niet vast met een spanschroef of een soortgelijk
bevestigingsmiddel.
3.
Breng het zaagblad omlaag door het handvat
omlaag te brengen en controleer de positie van het
zaagblad in vergelijking met de zaaglijn. (Bepaal de
te zagen positie op de zaaglijn.)
4.
Nadat u de zaaglijn in de juiste positie ten opzichte
van het zaagblad hebt gebracht, brengt u het hand-
vat weer omhoog. Klem het werkstuk vast met de
verticale spanschroef zonder het werkstuk uit de
gecontroleerde positie te verschuiven.
5.
Steek de stekker in het stopcontact en zet de laser-
schakelaar aan.
6.
Stel de positie van de laserlijn als volgt af.
De positie van de laserlijn verandert wanneer u het ver-
plaatsingsbereik van de stelschroef voor de laser veran-
dert door twee schroeven te draaien met een
inbussleutel. (Het verplaatsingsbereik van de laserlijn is
in de fabriek ingesteld binnen 1 mm vanaf het zijvlak van
het zaagblad.)
Om het verplaatsingsbereik van de laserlijn verder weg
van het zijvlak van het zaagblad in te stellen, draait u de
stelschroef los en vervolgens draait u de twee schroeven
naar links. Draai de stelschroef los en draai de twee
schroeven naar rechts om het verplaatsingsbereik dich-
ter bij het zijvlak van het zaagblad in te stellen.
Zie het gedeelte “Werking van de laserstraal” hierboven
en stel de stelschroef zodanig in dat de zaaglijn op het
werkstuk precies overeenkomt met de laserlijn.
OPMERKING:
• Controleer regelmatig of de positie van de laserlijn
nauwkeurig is.
• In geval van een defect in de laserinrichting dient u het
gereedschap door een erkend Makita servicecentrum
te laten repareren.
Schoonmaken van de lens van de laser (Fig. 72
en 73)
Alleen voor modellen LS1016L en LS1016FL
Als de laserstraallens vuil is of met zaagsel is bedekt
zodat de laserlijn niet meer goed zichtbaar is, verwijder
dan de stekker uit het stopcontact en reinig de laser-
straallens voorzichtig met een bevochtigde, zachte doek.
Gebruik nooit oplosmiddelen of benzinehoudende
schoonmaakmiddelen op de lens.
Om de laserstraallens te verwijderen, verwijdert u eerst
het zaagblad volgens de aanwijzingen onder “Installeren
of verwijderen van het zaagblad” en daarna verwijdert u
de lens.
Draai met een schroevendraaier de bevestigingsschroef
van de lens los zonder de schroef te verwijderen.
Trek de lens eruit zoals afgebeeld.
OPMERKING:
• Als de lens niet eruit komt, draai dan de schroef iets
verder los zonder deze te verwijderen en probeer
opnieuw om de lens eruit te trekken.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 74 en 75)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer deze tot aan de limiet-
merkstreep versleten zijn. Houd de koolborstels schoon
zodat ze vlot in hun houders glijden. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uit-
sluitend identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit,
schuif de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed
vast.
Nadat de koolborstels vervangen zijn, steekt u de stekker
van het netsnoer in het stopcontact en laat u de koolbor-
stels inlopen door het gereedschap gedurende 10 minu-
ten onbelast te laten draaien. Test vervolgens de werking
van de elektrische rem van het gereedschap door de
aan/uit-schakelaar los te laten. Als de elektrische rem
niet goed werkt, laat u het gereedschap repareren door
een Makita-servicecentrum.
Na het gebruik
• Veeg na gebruik alle zaagsel en stof op het gereed-
schap eraf met een doek of iets dergelijks. Houd de
veiligheidskap schoon volgens de instructies die in de
paragraaf “Veiligheidskap” werden beschreven. Smeer
de glijdende onderdelen in met machine-olie om roest-
vorming te voorkomen.
• Wanneer u de machine opbergt, moet u de slede zo ver
mogelijk naar u toe trekken zodat de schuifstangen
helemaal in het draaibaar voetstuk komen te zitten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita servicecentrum, en altijd met gebruik van
Makita vervangingsonderdelen.
1
2
3