11
NL
NEDERLANDS
11.
Kneden
Alleen kneden zonder rijzen of bakken. Voor het maken van deeg voor pizza’s etc.
12.
Cake
Kneden, rijzen en bakken. Het rijzen gebeurt met behulp van baksoda of bakpoeder.
13.
Jam
Voor het maken van jam van vers fruit en marmelade van sinaasappels. Maak geen grotere hoeveelheden
dan aangegeven en laat de jam niet overkoken in de bakkamer. Als dit toch gebeurt, stop het apparaat
dan meteen en haal het bakblik voorzichtig uit het apparaat. Laat het apparaat wat afkoelen en maak het
grondig schoon.
14.
Yoghurt
Fermenteren om yoghurt te maken.
15.
Bakken
Als een brood langer moet bakken, bijvoorbeeld omdat de korst te licht is of het brood van binnen nog niet
gaar is. Dit programma heeft geen kneed- en rusttijd.
16.
Kleefrijst
Voor het kneden en bakken van een mix van gepolijste kleefrijst en gewone rijst.
17.
Rijstwijn
Voor het rijzen en bakken van gepolijste kleefrijst.
18.
Ontdooien
Voor het ontdooien van bevroren producten.
19.
Roerbakken
Voor het kneden en bakken van peulvruchten, zoals pinda's, sojabonen etc.
HET BROOD VERWIJDEREN
• Het bakblik en de bakkamer zijn heet. Gebruik daarom ovenwanten!
• Laat het bakblik wat afkoelen. Pak het bakblik met ovenwanten vast
en draai het tegen de klok in om het te ontgrendelen.
Til het bakblik vervolgens aan de handgreep recht omhoog uit
het apparaat.
• Klap de handgreep omlaag, keer het bakblik ondersteboven en
plaats het op een hittebestendig oppervlak. Schud zachtjes met
het bakblik totdat het brood loskomt. Gebruik indien nodig een
rubberen spatel om het brood voorzichtig los te halen uit het bakblik.
• Als de kneedhaak nog in het brood zit, wrik deze er dan voorzichtig uit
met een spatel of ander keukengerei. Het brood is heet. Verwijder de kneedhaak nooit met uw handen.
• Laat het brood ca. 20 minuten afkoelen voordat u het aansnijdt.
Aanbevolen wordt om een kartelmes te gebruiken, anders kan het brood vervormen tijdens het snijden.
Voorzichtig!
Delen van het apparaat en het brood kunnen heet zijn.
Raak deze niet aan om te voorkomen dat u zich verbrandt. Gebruik ovenwanten.
Let op!
Gebruik geen metalen voorwerpen om etenswaren uit het bakblik te halen. Zo voorkomt u dat de anti-
aanbaklaag beschadigd raakt.
GEDETAILLEERDE INSTRUCTIES
• Pak het bakblik bij de handgreep vast, draai het tegen de klok in en til het uit het apparaat.
• Plaats de kneedhaak op de aandrijfas in het bakblik.
• Doe de ingrediënten in het bakblik in de volgorde zoals beschreven in het recept. Doe eerst de vloeibare
ingrediënten, de suiker en het zout in het bakblik. Doe daarna de bloem en tot slot de gist in het bakblik.
Meet de ingrediënten zorgvuldig af en doe ze exact in de volgorde zoals beschreven in het recept in het bakblik.
Let op!
Maak met een vinger een klein holletje in de bloem en doe de gist in het holletje. Zorg dat de gist niet in
aanraking komt met zout of vloeibare ingrediënten.
Tip:
Meet alle ingrediënten, inclusief alle toevoegingen (noten, rozijnen etc.), van tevoren af.
Plaats het bakblik in de broodbakmachine en draai het met de klok mee om het bakblik vast te zetten in het
apparaat. Sluit vervolgens het deksel.
Let op!
Het bakblik moet vastgeklikt zijn om goed te kunnen mengen en kneden.
• Steek de stekker in het stopcontact. Er klinkt een pieptoon en op het display van het bedieningspaneel wordt
“3:00” en “1” weergegeven. “1” is het standaardprogramma.
• Druk op de MENU-knop om het gewenste vooraf ingestelde programma te selecteren.
• Druk op de WEIGHT-knop om het gewenste brutogewicht te selecteren (500 g, 750 g of 1000 g). Het gewicht
kan alleen bij de volgende vooraf ingestelde programma’s worden aangepast: 1-7.
• Druk op de COLOR-knop om de gewenste korstkleur te selecteren (licht, normaal of donker). De korstkleur kan
worden aangepast bij de volgende vooraf ingestelde programma’s: 1-8, 12 en 15.
• Gebruik de pijl omhoog en de pijl omlaag om de timer in te stellen. De maximale tijd die u kunt instellen is 15
uur. Als u de timerfunctie niet selecteert, begint het programma meteen.
• Druk één keer op de START/PAUSE/STOP-knop om het geselecteerde programma te starten. De kneedhaak
begint de ingrediënten te mengen. Als de timer is geactiveerd, begint de kneedhaak de ingrediënten pas te
mengen op het ingestelde moment.
Let op:
Toevoegingen (fruit, noten, rozijnen etc.) kunnen worden toegevoegd als er 10 piepjes klinken. Open het
deksel en voeg de extra ingrediënten toe. (Deze functie kan worden aangepast bij programma 1-7). Het moment
waarop u de toevoegingen in het bakblik doet, verschilt per programma.
• Na afloop van het programma klinken er 10 piepjes en wordt automatisch de warmhoudstand geactiveerd
gedurende 1 uur. U kunt de START/PAUSE/STOP-knop 3 seconden ingedrukt houden om de warmhoudstand te
stoppen. Trek de stekker uit het stopcontact en open het deksel met ovenwanten.
• Laat het bakblik wat afkoelen. Pak het bakblik met ovenwanten vast en draai het tegen de klok in om het te
ontgrendelen. Til het bakblik vervolgens aan de handgreep recht omhoog uit het apparaat.
• Klap de handgreep omlaag, keer het bakblik ondersteboven en plaats het op een hittebestendig oppervlak.
Schud zachtjes met het bakblik totdat het brood loskomt. Gebruik indien nodig een rubberen spatel om het
brood voorzichtig los te halen uit het bakblik.
• Als de kneedhaak nog in het brood zit, wrik deze er dan voorzichtig uit met een spatel of ander keukengerei.
Het brood is heet. Verwijder de kneedhaak nooit met uw handen.
• Laat het brood ca. 20 minuten afkoelen voordat u het aansnijdt. Aanbevolen wordt om een kartelmes te
gebruiken, anders kan het brood vervormen tijdens het snijden.
Voorzichtig!
Delen van het apparaat en het brood kunnen heet zijn. Raak deze niet aan om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Gebruik ovenwanten.
INFORMATIE OVER INGREDIËNTEN
Broodmeel
Broodmeel is het belangrijkste ingrediënt van een brood en wordt aanbevolen in de meeste recepten voor
gistbrood. Dit meel heeft een hoog glutengehalte (om die reden wordt het ook wel glutenmeel genoemd; het
bevat veel eiwitten) en voorkomt dat het brood na het rijzen weer inzakt. Meel verschilt van land tot land. Het
glutengehalte van broodmeel is hoger dan dat van gewone bloem, waardoor broodmeel kan worden gebruikt
voor het maken van grotere broden en broden met meer vezels.
Gewone bloem
Bloem zonder bakpoeder, geschikt voor het maken van ‘snel’ brood of brood met de snelle instellingen.
Voor gistbrood kunt u beter broodmeel gebruiken.
Volkorenmeel
Volkorenmeel wordt gemaakt van de hele tarwekorrel. Brood dat geheel of gedeeltelijk wordt gemaakt van
volkorenmeel bevat meer vezels en voedingsstoffen. Volkorenmeel is zwaarder, waardoor het brood kleiner en
compacter kan worden. Het bevat het vlies van de tarwekorrel en gluten. Bij veel recepten wordt volkorenmeel
gemengd met broodmeel voor het beste resultaat.
Roggemeel
Roggemeel is vezelrijk en lijkt op volkorenmeel. Om het brood goed te laten rijzen, moet een klein deel roggemeel
worden gemengd met een groot deel broodmeel.
Zelfrijzend bakmeel
Bloem met bakpoeder, vaak gebruikt voor het maken van cake. Gebruik geen gist als u zelfrijzend
bakmeel gebruikt.
Maismeel en havermoutmeel
Maismeel is gemalen mais en havermoutmeel is gemalen havermout. Met deze ingrediënten kunt u een brood
grover maken en voor meer smaak en textuur zorgen.
Suiker
Suiker is ‘voedsel’ voor de gist en geeft het brood een zoetere smaak en een mooiere kleur. Suiker is heel
belangrijk om het brood te laten rijzen. Meestal wordt kristalsuiker gebruikt. In sommige recepten wordt echter
rietsuiker of poedersuiker gebruikt.
Gist
Gist is een levend organisme en moet in de koelkast worden bewaard. Gist heeft de koolhydraten in de suiker en
bloem nodig om te groeien. De gist die in recepten voor broodbakmachines wordt gebruikt, wordt verkocht onder
verschillende namen: gist voor broodbakmachines (voorkeur), actieve droge gist en instant gist. Tijdens het rijzen
produceert de gist koolstofdioxide. Door dit koolstofdioxide zet het brood uit en worden de vezels zachter.
Controleer voor gebruik de THT-datum en de bewaartijd van de gist. Leg de gist na gebruik meteen terug in
de koelkast. Bij hoge temperaturen gaat de schimmel dood. Als een brood niet rijst, komt dit meestal door
slechte gist.
Tip:
Zo controleert u of de gist vers en actief is:
1. Giet 237 ml warm water (45-50 °C) in een maatbeker.
2. Doe 1 theelepel (4 g) kristalsuiker in de maatbeker en roer dit door. Voeg vervolgens 2 theelepels (9 g) gist toe.
3. Zet de maatbeker ongeveer 10 minuten op een warme plek. Roer het water niet meer door!
4. Als de gist vers en actief is, begint deze te bubbelen of ‘groeien’. Gebeurt dit niet, dan is de gist dood
of inactief.
Zout
Zout is nodig voor de smaak en de kleur van de korst. Daarnaast beperkt zout de gistactiviteit. Te veel zout is niet
goed, maar zonder zout zou het brood groter worden.
Eieren
Eieren kunnen de textuur van het brood verbeteren. Daarnaast wordt brood met eieren voedzamer en groter. De
eieren moeten door de andere vloeibare ingrediënten worden geklopt.
Vet, boter en plantaardige olie
Vet kan een brood zachter en langer houdbaar maken. Boter moet worden gesmolten of in kleine stukjes worden
gesneden voordat het aan de vloeibare ingrediënten wordt toegevoegd.
Bakpoeder
Bakpoeder wordt gebruikt voor ultrasnel brood en cake. Bakpoeder is een chemisch middel dat geen rijstijd
nodig heeft en dat lucht produceert, waardoor luchtbelletjes ontstaan die de textuur van het brood fijner maken.
Baksoda
Baksoda is vergelijkbaar met bakpoeder. Baksoda kan ook worden gebruikt in combinatie met bakpoeder.
Water en andere vloeistoffen (altijd als eerste in het bakblik doen)
Water is een essentieel ingrediënt om brood te maken. Door de bank genomen moet het water op
kamertemperatuur zijn (ca. 20-25 °C). In sommige recepten wordt melk of een ander vloeistof gebruikt om het
brood meer smaak te geven.
Let op!
Gebruik nooit de timerfunctie als u zuivel gebruikt!
MEET DE INGREDIËNTEN NAUWKEURIG AF
Een van de belangrijkste stappen om een goed brood te maken, is om de ingrediënten goed af te meten. Meet
alle ingrediënten zorgvuldig af en doe ze in de volgorde zoals beschreven in het recept in het bakblik.
Het wordt sterk aanbevolen om maatbekers of maatlepels te gebruiken om de hoeveelheden nauwkeurig af te
meten. Als de hoeveelheden niet correct zijn, kan dit de kwaliteit van het brood sterk beïnvloeden.
Volgorde van de ingrediënten
Doe de ingrediënten in het bakblik in de volgorde zoals beschreven in het recept.
Als u geen recept gebruikt, houd dan deze volgorde aan: vloeibare ingrediënten => droge ingrediënten => gist.
De gist mag alleen op het droge meel worden gelegd en mag nooit in aanraking komen met het zout of de
vloeibare ingrediënten.
Als u een lange timer instelt om de start van het programma uit te stellen, gebruik dan nooit bederfelijke
ingrediënten zoals eieren of melk.
Als de ingrediënten voor de eerste keer volledig zijn gekneed, klinkt er een pieptoon en kunt u extra ingrediënten
toevoegen. Als u fruit te vroeg toevoegt, kan de smaak door het lange mengen afnemen.
Vloeibare ingrediënten
Water, verse melk en andere vloeistoffen moeten worden afgemeten met een maatbeker met duidelijke
maatstrepen en een schenktuit. Als u bakolie of andere ingrediënten afmeet, maak de maatbeker dan goed
schoon om resten van andere ingrediënten te verwijderen.
Droge ingrediënten
Meet droge ingrediënten af door voorzichtig lepels meel etc. in de maatbeker te doen en de volle maatbeker af te
strijken met een mes. Schep de droge ingrediënten nooit met de maatbeker uit de verpakking. Hierdoor kan de
totale hoeveelheid in de maatbeker tot wel één eetlepel meer zijn. Tik niet tegen de onderkant van de maatbeker
en druk de ingrediënten niet aan.
Summary of Contents for MI-HA-BRB01-B
Page 31: ......
Page 32: ...2020 02 01...