35
nl
niet beschadigd wordt; de dichting moet
eventueel door een nieuwe vervangen
worden.
Opmerking:
De dubbele pompen moeten re-
gelmatig verwisseld worden.
8. LOKALISEREN VAN STORINGEN
STORINGEN
MOGELIJKE OORZA-
KEN
OPLOSSINGEN
DE
CIRCULA-
TIEPOMP IS LA-
WAAIERIG
a) De aanzuigdruk is
niet voldoende:
a) De druk in het circuit verhogen.
b) De draairichting is
niet juist:
b) De draairichting van de motor controleren.
c) Er zit lucht in de
pomp:
c) Controleren of de installatie ontlucht is.
d) De snelheid is niet
geschikt:
d) Het werkingspunt en de keuze van de snelheid
controleren; dit indien nodig veranderen.
e) Er zitten vreemde voor-
werpen in de waaier:
e) De motor demonteren en de waaier schoon-
maken.
DE CIRCULATIE-
POMP
START
NIET
a) De circulatiepomp is
niet op het elektrici-
teitsnet aangesloten:
a) De elektrische aansluitingen van de motor
controleren.
De zekeringen van de installatie controleren.
De elektrische spanning controleren.
b) De condensator is de-
fect (éénfase):
b) Vervangen: De technische specificaties op de
plaat aan de achterkant raadplegen (μF).
c) De motor is geblok-
keerd:
c) - Als de motor op een gemiddelde of mini-
mum snelheid ingesteld is de keuzeschakelaar
op de maximum snelheid instellen.
- Als de motor nog steeds niet op de maxi-
mum snelheid start de motor van het pomp-
huis losmaken en de motor deblokkeren door
de waaier met de hand te laten draaien.
DE
CIRCULA-
TIEPOMP IS GE-
STOPT
a) Er is een zekering
doorgeslagen:
a) De zekeringen controleren.
b) De thermische beveili-
ging is doorgeslagen:
b) - De temperatuur van het water controleren.
- De stroomvoorziening controleren.
c) De motor is buiten
dienst:
c) De motor demonteren en door een motorblok
van hetzelfde type vervangen.