![Homa Flut - Set Original Instruction Manual Download Page 31](http://html1.mh-extra.com/html/homa/flut-set/flut-set_original-instruction-manual_2147748031.webp)
nEDlErlanDS | 31
2.7. Veiligheids- en bewakingscontroles
Onze installaties zijn uitgerust met verschillende veilighe-
ids- en bewakingscontroles. Deze inrichtingen mogen
niet worden gedemonteerd of uitgeschakeld. Inrichtingen
moeten vóór de inbedrijfstelling door een elektricien aang-
esloten en op correcte werking gecontroleerd zijn.
Houd er hiervoor ook rekening mee dat voor bepaalde
inrichtingen een analysetoestel of -relais nodig is voor
een probleemloze werking, bijv. PTC-weerstanden en
PT100-voelers. Dit analysetoestel is te verkrijgen via de
fabrikant of elektricien.
Het personeel moet geïnstrueerd zijn over de gebruikte
inrichtingen en de werking ervan.
Pas op!
De machine mag niet worden gebruikt als de veilighe-
ids- en bewakingscontroles tegen de voorschriften in
zijn verwijderd, beschadigd en/of niet functioneren!
2.8. Vloeistoffen
Elke vloeistof onderscheidt zich door samenstelling,
agressiviteit, abrasiviteit en vele andere aspecten. In
het algemeen kunnen onze installaties in veel bereiken
worden ingezet Meer informatie hierover is te vinden in
het gegevensblad van de pomp Daarbij moet er rekening
mee worden gehouden dat veel parameters van de in-
stallatie kunnen veranderen door een wijziging in de dich-
theid, viscositeit of samenstelling in het algemeen.
Ook zijn voor de verschillende vloeistoffen verschillende
materialen en waaiervarianten nodig. Hoe nauwkeuriger
de informatie bij uw bestelling, des te beter hebben wij
onze installatie aan uw eisen kunnen aanpassen. Wanneer
zich wijzigingen voordoen in het toepassingsgebied en/of
de vloeistof, bieden wij u graag ondersteunend advies.
Bij een wissel van de installatie naar een andere vloeistof
moet op het volgende worden gelet:
•
Installaties die in vuil- en/of afvalwater zijn gebruikt,
moeten vóór toepassing in schoon water grondig
worden gereinigd.
•
Installaties die vloeistoffen met een gezondheidsri-
sico hebben gepompt, moeten vóór een mediumwi-
jziging in het doorgaans worden gedecontamineerd.
Bovendien moet worden nagegaan of deze installatie
nog wel in een andere vloeistof mag worden toege-
past.
•
Bij installaties die worden gebruikt met een smeer- of
koelmiddel (bijv. olie), kan dit bij een defecte glijringaf-
dichting in de vloeistof terechtkomen.
Gevaar door explosieve vloeistoffen!
Het verpompen van explosieve vloeistoffen (bijv.
benzine, kerosine, etc.) is ten strengste verboden.
De producten zijn niet ontworpen voor deze vloeis-
toffen!
2.9. Geluidsdruk
De installatie heeft, naargelang afmeting en vermogen
(kW) tijdens het bedrijf een geluidsdruk van ca. 40 dB (A)
tot 70 dB (A). De werkelijke geluidsdruk is echter afhan-
kelijk van meer factoren. Dat zijn bijv. installatie- en op-
stellingswijze, bevestiging van toebehoren, persleiding,
werkpunt, dompeldiepte, etc.
3. Algemene beschrijving
3.1. Toepassing
De bij de dompelset inbegrepen pomp van het type CR
360V is een eentraps, verplaatsbare centrifugaalpomp, die
geschikt is voor het verpompen van schoon en licht ver-
ontreinigd water. De pomp kan zowel voor verplaatsbaar
als voor stationair bedrijf worden ingezet. De installatie is
vrijstaand op vaste ondergrond mogelijk.
De pompen zijn niet geschikt voor het verpompen van
vloeistoffen met sterk abrasieve bestanddelen (bijv. zand,
grind, steen).
Toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld vuilwaterafvoer in
kelderruimtes, drooghouden van putten en ruimtes. De
pompen zijn geschikt voor verplaatsbaar en stationair be-
drijf. De installatie is vrijstaand op vaste ondergrond/in de
meegeleverde korf. De vrije doorlaat bedraagt 20 mm.
De temperatuur van de vloeistof mag maximaal 35 °C be-
dragen, gedurende korte tijd maximaal 60 °C. De maxi-
male dichtheid van de vloeistof ligt bij 1100 kg/m³ en de
pH-waarde mag 6 - 8 bedragen.
3.2. Toepassingswijzen
De pompen zijn bij ondergedompelde motor geconfigu-
reerd voor de bedrijfswijze S1 (continu bedrijf).
Bij niet ondergedompelde motor zijn de pompen gecon-
figureerd voor de bedrijfswijze S2 (kortstondig bedrijf) of
S3 (intermitterend bedrijf). Gedetailleerde informatie is te
vinden in de tabel in hoofdstuk 3.3.2 Motor.
3.3. Opbouw
Het volledig overstroombare aggregaat bestaat uit de mo-
tor, het pomphuis en de juiste waaier. Alle belangrijke on-
derdelen zijn ruim bemeten.
Nr.
beschrijving
1
kabelgeleiding
2
handgreep
3
persaansluiting
4
vlotterschakelaar
5
zuigkorf
6
motorhuis