50 | nEDErlanDS
Bij stijging van het waterniveau op het inschakelpunt
schakelt de opstijgende vlotter de pomp automatisch aan.
Is de waterstand door het afpompen naar het uitschakel-
punt gedaald, dan schakelt de vlotter de pomp uit.
Doorspoelen
De pomp kan de bodem van de put in zuigbereik gro-
tendeels van aanslag vrijhouden.
De pompcapaciteit wordt daardoor slechts licht vermin-
derd. Boord u daarvoor, zoals in de afbeelding te zien is de
door gekenmerkte vlakken drie boorgaten met een doors-
nee van 5 mm.
Terugslagklep
De terugslagklep monteert u als volgt:
1. Draait u de aansluitknie af (9) van de persaansluiting
van de pomp.
2. Plaats de terugslagklep (10) passend in de persaans-
luiting. Het gladde oppervlak zuigt daarbij naar buiten.
3. Bevestig de terugslagklep met de schroef (8).
4. Schroef de aansluitknie weer terug aan de persaans-
luiting.
Vlakafzuiging
De pomp kan tot een hoogte van 5 mm het restwater
afpompen. Demonteerd u daarvoor de zuigkorf van het
pomphuis. Tussen zuigkorf en pomphuis bevinden twee
tegenoverliggende uitsparingen. Steek in beide uitsparin-
gen een schroevendraaier om de zeef naar beneden te
trekken en stel de pomp aansluitend op de nu zichtbare
voeten.
Bovendien moet de vlotter in
de inschakelpositie vergren-
deld worden. Steek de bijge-
leverd vlottervergrendeling
(2), zoals afgebeeld, over de
draaispil van de vlotterarm.
Om de capaciteit van de pomp te bereiken moet de af-
voerslang voor het pompen geleegd worden en er moet
een minimum waterpeil van 40 mm. beschikbaar zijn.
Mobiel bedrijf
Een mobiel bedrijf is uit veiligheidsredenen alleen met zu-
igkorf toegestaan. Indien een slang als persleiding word
gebruikt, dient u in acht te nemen, dat de slang voor elk
pompproces, voor de onderdompeling van de pomp volle-
dig geleegd word. Door nog resterende vloeistof zal het
ontluchten van de pomphuis de capaciteit beletten.
Om dezelfde reden is ook de al eerder ondergedompelde
capaciteit van de ingeschakelde pomp niet gelevert
5.3. Inbedrijfstelling
Dit hoofdstuk bevat alle belangrijke instructies voor het
bedieningspersoneel voor een veilige inbedrijfstelling
en bediening van de machine. Het is van belang dat de
volgende gegevens worden aangehouden en gecontrole-
erd:
•
Opstellingswijze
•
Bedrijfswijze
•
Minimale afdekking door water/Max. dompeldiepte
Na een langere stilstandtijd moeten deze gegevens
eveneens worden gecontroleerd en moeten evt. vast-
gestelde gebreken worden verholpen!
Om letsel en materiële schade bij de inbedrijfstelling van
de machine te vermijden, moeten de volgende
Punten beslist worden nageleefd:
De inbedrijfstelling van de machine mag uitsluitend
worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geschoold
personeel met inachtneming van de veiligheidsaanwi-
jzingen.
•
Het voltallige personeel dat aan de machine werkt,
moet de handleiding ontvangen, gelezen en be-
grepen hebben.
•
Deze machine is alleen geschikt voor toepassing bij
de aangegeven bedrijfsvoorwaarden.
5.4. Voorbereidende werkzaamheden
De machine is volgens de nieuwste stand der techniek
geconstrueerd en gemonteerd, zodat deze onder normale
bedrijfsvoorwaarden lang en betrouwbaar werkt. Voor-
waarde daarvoor is echter dat u alle eisen en aanwijzingen
in acht neemt..
Controleer de volgende punten:
•
Kabelgeleiding – geen lussen, licht gespannen
•
Temperatuur van de vloeistof en dompeldiepte cont-
roleren – zie machinegegevensblad
•
Wordt aan de perszijde een slang gebruikt, dan moet
deze voor gebruik met schoon water worden door-
gespoeld, zodat afzettingen niet tot verstoppingen
leiden
•
Bij natte opstelling moet de pompput worden gerei-
nigd
•
Het leidingenstelsel aan druk- en zuigzijde moet
worden gereinigd en alle afsluiters moeten worden
geopend
•
Het pomphuis moet overstroomd worden, d.w.z. dat
het volledig met het medium moet zijn gevuld en dat
het geen lucht meer mag bevatten. De ontluchting
kan plaatsvinden door passende ontluchtingssyste-
men in de installatie of, indien aanwezig, door ont-
luchtingsschroeven op de persaansluiting.
•
Controleren of toebehoren, leidingenstelsel, ophang-
voorziening stevig en correct vastzitten
5.5. Elektrisch systeem
Bij de aanleg en keuze van elektrische leidingen en bij het
aansluiten van de motor moeten de relevante plaatselijke
en VDE-voorschriften worden nageleefd. De motor moet
Summary of Contents for Bully C140 WA
Page 15: ...DEUTSCH 15 Notizen Notes ...