nEDlErlanDS | 45
afdekking door water!
Opstellingswijze “droog”:
De pomp wordt droog opgesteld, d.w.z. dat de vloeis-
tof via een leidingenstelsel wordt toe- en afgevoerd. De
pomp wordt niet in de vloeistof ondergedompeld. Houd er
rekening mee dat de oppervlakken van het product heet
kunnen worden!
Opstellingswijze “verplaatsbaar”:
De pomp wordt voorzien van een voet. De pomp kan op
elke willekeurige plek worden geplaatst en gebruikt. Houd
rekening met de gegevens voor de max. dompeldiepte
en de min. afdekking door water, evenals het feit dat de
oppervlakken van het product zeer heet worden!
Bedrijfswijze “S1” (continu bedrijf):
Onder nominale belasting wordt een gelijkblijvende tem-
peratuur bereikt die ook bij langer bedrijf niet meer stijgt.
Het materieel kan ononderbroken onder nominale belast-
ing werken, zonder dat de toegestane temperatuur wordt
overschreden.
Bedrijfswijze “S2” (kortstondig bedrijf):
De bedrijfsduur wordt aangegeven in minuten, bijv. S2-
20min. Dat betekent dat de machine 20 minuten in bed-
rijf kan zijn en daarna moet pauzeren tot de machine 2 K
boven de mediumtemperatuur is afgekoeld.
Bedrijfswijze “S3” (intermitterend bedrijf):
In deze bedrijfswijze volgt na de afkorting de informatie
over de relatieve inschakelduur en de cyclusduur, indien
deze afwijkt van 10 min. Voorbeeld: S3 30% betekent dat
de machine 3 minuten in bedrijf kan zijn, waarna er een
afkoeltijd van 7 minuten moet volgen.
“Slurpbedrijf”:
Slurpbedrijf komt overeen met drooglopen. De pomp
draait met vol toerental, maar er worden slechts zeer
kleine hoeveelheden vloeistof verpompt.
Slurpbedrijf is alleen bij bepaalde types mogelijk, zie hier-
voor hoofdstuk “3. Algemene beschrijving”.
Droogloopbeveiliging:
De droogloopbeveiliging moet zorgen voor een automa-
tische uitschakeling van de pomp als de minimale afdek-
king door water van de pomp wordt onderschreden. Dit
wordt bijvoorbeeld bereikt door een vlotterschakelaar te
installeren.
Niveauregeling:
De niveauregeling moet de pomp bij verschillende vul-
peilen automatisch in- of uitschakelen. Dit wordt bereikt
door inbouw van een niveauregistratiesysteem.
2. Veiligheid
In dit hoofdstuk zijn alle algemeen geldende veiligheidsa-
anwijzingen en technische instructies vermeld. Bij trans-
port, opstelling, bedrijf, onderhoud, etc. van het roerwerk
moeten alle aanwijzingen en instructies in acht genomen
en nageleefd worden! De gebruiker is ervoor verantwoor-
delijk dat het voltallige personeel zich aan de volgende
aanwijzingen en instructies houdt.
2.1. Instructies en veiligheidsaanwijzingen
In deze handleiding worden instructies en veiligheidsaan-
wijzingen voor materiële schade en persoonlijk letsel ge-
bruikt. Om deze voor het bedieningspersoneel eenduidig
te markeren, worden deze instructies en veiligheidsaan-
wijzingen vet geschreven en met gevarensymbolen ge-
markeerd. De gebruikte symbolen komen overeen met
de algemeen geldende richtlijnen en voorschriften (DIN,
ANSI, etc.).
Veiligheidsaanwijzingen beginnen altijd met de volgenden
signaalwoorden:
Gevaar:
Er kan zeer ernstig tot dodelijk letsel ontstaan!
Waarschuwing:
Er kan zeer ernstig letsel ontstaan!
Pas op:
Er kan letsel ontstaan!
Pas op (aanwijzing zonder symbool):
Er kan aanzienlijke materiële schade ontstaan, een total
loss is niet uitgesloten!
Na het signaalwoord volgen de benoeming van het ge-
vaar, de gevarenbron en de mogelijke gevolgen. De veilig-
heidsaanwijzing eindigt met een aanwijzing ter vermijding
van het gevaar.
2.2. Toegepaste richtlijnen en CE-markering
Onze roerwerken voldoen aan
•
verschillende EG-Richtlijnen,
•
verschillende geharmoniseerde normen,
•
en diverse nationale normen.
De exacte gegevens over de toegepaste richtlijnen en
normen zijn te vinden in de EG-conformiteitsverklaring
aan het begin van deze handleiding.
Daarnaast wordt voor de toepassing, montage en demon-
tage van het product nog uitgegaan van verschillende
nationale voorschriften als basis. Dit kunnen bijv. zijn: on-
gevalpreventievoorschriften, voorschriften van de Duitse
VDE, productveiligheidswet, e.v.a. De CE-markering is
aangebracht op het typeplaatje dat zich op het motorhuis
bevindt.
2.3. Algemene veiligheidsaanwijzingen
•
Alle werkzaamheden (montage, demontage, on-
derhoud, installatie) mogen alleen plaatsvinden
terwijl de installatie is uitgeschakeld. Het product
moet worden gescheiden van het stroomnet en
beveiligd tegen opnieuw inschakelen. Alle draaien-
de onderdelen moeten tot stilstand gekomen zijn.
Summary of Contents for Bully C140 WA
Page 15: ...DEUTSCH 15 Notizen Notes ...