
Als de pom p in gebruik is, m ogen geen personen en/of
dieren in de op te pom pen vloeistof verblijven of duiken
(bijv. zw embaden, kelders enz.).
De temperatuur van de te verpompen vloeistof mag de
+35°C niet overschrijden. Indien verlengkabels w orden
gebruikt, moeten deze uitsluitend van rubber zijn, type
H070RN-F, in overeenstemming met de normen DIN 57282
of DIN 57245. De op het elektrische net aangesloten pomp
nooit aan de kabel aanraken, resp. tillen of verplaatsen. Let
er op dat het stopcontact ver van w ater en vocht is
verw ijderd en dat de stekker voor vocht w ordt beschermd.
Voor de inbedrijfstelling van de pomp controleren of de
elektrische kabel en/of het stopcontact niet beschadigd zijn.
Vóór het uitvoeren van w illekeurige w erkzaamheden aan de
pomp de stekker uit het stopcontact nemen.
Indien de pomp in een rioolput w ordt ingebouw d, moet de
rioolput met een deksel afgesloten w orden om de veiligheid
van passanten te w aarborgen.
Bouw de pom p in geen geval in een vochtige schacht in
w egens kortsluitinggevaar en schaden door corrosie!
Ter verm ijding, resp. voorkoming van eventuele schade
(bijvoorbeeld overstroomde ruimtes enz.), als gevolg
van een niet perfect functionerende pomp (door
storingen, resp. gebreken), is de bezitter (gebruiker)
verplicht desbetreffende veiligheidsmaatregelen te
nem en (inbouw van een alarm installatie, reservepomp
e.d.).
Indien de pomp defect is, dient de reparatie uitsluitend door
een bevoegde w erkplaats uitgevoerd te w orden. Slechts
originele onderdelen mogen gebruikt w orden.
Wij m aken u er op attent dat w ij in overeenstemming
m et de geldige normen betreffende eventuele, door
onze apparaten veroorzaakte schaden, voor datgene
hieronder is aangegeven geen verantwoording
overnemen:
Verkeerde reparaties die door niet bevoegde w erkplaatsen
w erden uitgevoerd.
Zich aan het doel onttrekken, resp. het niet nakomen van
het regulaire gebruik.
Overbelasting van de pomp door continubedrijf.
Beveiliging tegen oververhitting
In de elektrische motor is een temperatuursonde gemonteerd
die bij overschrijding van een bepaalde temperatuur de pomp
automatisch uitschakelt, resp. na afkoeling w eer inschakelt.
Het verhoogt de levensduur van de pomp vele malen en
verhindert het doorbranden van de elektrische motor.
Beveiliging tegen overbelasting/thermische
motorschakelaar
De pomp is met een thermische motorschakelaar uitgerust.
Indien de motor oververhit w ordt, schakelt de
motorschakelaar de pomp automatisch uit. De afkoeltijd
bedraagt ca. 25 minuten, aansluitend schakelt de pomp zich
automatisch w eer in. Als de motorschakelaar w eer is
ingeschakeld, is het beslist noodzakelijk de oorzaak van het
uitschakelen op te sporen en deze oorzaak te verw ijderen
(zie ook „Storingen“). De hier uitgevoerde adviezen mogen
niet als aanw ijzingen voor “zelfgemaakte” reparaties
beschouw d w orden omdat de reparatiew erkzaamheden
specifieke vakkennis nodig hebben. Bij eventuele storingen
dient u zich altijd tot de klantendienst te w enden.
Zorg beslist voor een goede luchttoevoer om
oververhitting van de pom p te vermijden!
Niet in te sm alle schachten inbouwen of deze afdekken!
Bediening
Luchtdruk
Neem de netstekker uit.
Open een afnameventiel, bijv. w aterkraan, zodat het in het
systeem aanw ezige w ater w egloopt.
Draai de beschermkap van het luchtventiel los (F).
Controleer met behulp van een compressor en een
bandenspanningsmeter de luchtdruk in de ketel.
Voorgeschreven luchtdruk 1,5 ± 0,3 bar.
Ontluchting
Maak de ontluchtingsschroef los om de mogelijk ingesloten
lucht te laten ontsnappen (afb. A, pos. 2).
Water aftappen
Maak de aftapschroef los om de pomp leeg te laten lopen
(afb. A, pos. 11).
Keteldruk
De door de producent ingestelde uitschakeldruk bedraagt na
het beëindigde vulproces 3 – 4 bar.
De voordruk van de ketel (lucht) bedraagt 1,5 ± 0,3 bar en
moet regelmatig gecontroleerd en gecorrigeerd w orden (G).
Veiligheidsinstructies voor de bediening
Gebruik het apparaat pas nadat u de gebruiksaanwijzing
aandachtig hebt gelezen.
Let op alle, in de gebruiksaanw ijzing aangegeven,
veiligheidsinstructies.
Gedraagt u zich verantw oord tegenover andere personen.
Aanwijzingen stap voor stap
•
Sluit aan de uitgangsaansluiting een passende
aanzuigleiding m et terugslagventiel (D) (voetventiel)
aan.
Dicht alle schroefaansluitingen aanvullend m et
afdichtband af (B).
•
Verw ijder voor het vullen de ontluchtingsschroef
aan de pom penrug en aan de aansluiting van de
drukleiding (afb. A, pos. 1 end 2). Vul het apparaat
zover tot er w ater bij de ontluchtingsopening uit
kom t (E).
•
Dicht de ontluchtingsschroef af en draai deze w eer
in. Dicht aansluitend de drukleiding af en sluit deze
aan.
•
Sluit de pom p aan het stroomnet aan.
Let op: Bij installeren van zuig- en drukleidingen
(H) aan de daarbij behorende aansluitingen de
desbetreffende schroefdraad voorzichtig indraaien
zodat geen beschadigingen door scheuren van het
pom phuis (A) ontstaan!
Let op: Het zorgvuldige afdichten van de
schroefdraadaansluitingen (A/B) en het luchtledig
vullen (E) van het aanzuigsysteem - (zuigslang en
pom penhuis) vermijden resultaatloze aanzuigpogingen!
Controleer het voetventiel op dichtheid (D) – vul het
systeem volgens de aanwijzing (C) en trek de zuigslang
vóór de inbedrijfstelling voor controle (D) uit het
verpom pte vloeistof – de vloeistof m ag nu niet uit de
zuigslang lopen!
26