8
Deze kraan van GROHE kunt u in combinatie met een
boiler of een c.v.-ketel gebruiken.
Het werken met lagedrukboilers ( = open
warmwatertoestellen) is niet mogelijk.
Om de kraan correct te kunnen gebruiken, moet de
stromingsdruk tussen 1 en 5 bar liggen.
Bij hogere stromingsdrukwaarden raden wij u aan een
drukreduceerventiel in te bouwen.
Bij het installeren vóór en na de montage de
koud- en warmwaterleidingen doorspoelen
totdat het water geheel helder en schoon is.
Eventuele bezinksels uit de leidingen zouden
anders de kraan verstoppen en het drinkwater
verontreinigen.
Let erop dat u de oppervlakken bij de installatie
niet met het gereedschap beschadigt. Daarom
in geen geval getande tangen gebruiken.
1
-
6
= Nummer van afbeelding
1
Dicht de 1/2”-schroefdraad van de S-aansluitingen af.
Gebruik hiervoor geschikt afdichtmiddel (verkrijgbaar
bij de vakhandel).
2
Schroef de S-aansluitingen horizontaal op een
afstand van 150mm in de aansluitleidingen vast.
U kunt de sprong met een verlenging 30mm groter
maken, zie Reserveonderdelen,
pagina 1 (46 238 = 30mm).
3
Steek de samengeschroefde hulzen met de
rozetten
A
op de S-aansluitingen.
Schroef de aansluitmoeren van de kraan op de S-
aansluitingen.
Schuif de hulzen met de rozetten op de
aansluitmoeren.
Schroef de rozetten tegen de wand.
Open de koud- en warmwatertoevoer en
controleer de aansluitingen op lekkages.
4
Bediening van de kraan.
Deze kraan is voorzien van een kardoes met een
volumebegrenzer. Daardoor is een traploze individuele
doorstroombeperking mogelijk.
In de fabriek wordt de maximale capaciteit afgesteld.
In combinatie met c.v.-ketels met
warmwatervoorziening en geisers is het gebruik
van de doorstroombeperking aan de
warmwaterkant niet aan te raden, i.v.m.
de tapdrempel van de geiser/combiketel.
5
Wip de plug
B
los. Schroef het tapeind
C
met
een 3mm inbussleutel los en trek de greep
D
eraf.
Schroef de kap
E
eraf.
6
Verander de capaciteit door de inbusbout met een
inbussleutel van 2,5mm te draaien.
Storing:
aanzienlijk minder water of andersoortige
waterstraal
1. Aanvoerdruk niet voldoende:
Voorgeschakelde installatie controleren.
2. Mousseur (13 952) verstopt / verontreinigd:
Mousseur reinigen of vervangen
3. Terugslagklep (08 565) verstopt / verontreinigd:
Terugslagklep reinigen of vervangen.
Storing:
lekkage in kraanhuis
1. Bevestigingsbouten van de kardoes (46 048) zijn los:
Bevestigingsbouten van kardoes beurtelings
natrekken.
2. Pakkingen op bodem kardoes beschadigd of
verontreinigingen op afdichtvlakken:
Koud- en warmwatertoevoer afsluiten. Afdichtvlakken
controleren en reinigen of kardoes compleet
vervangen.
3. Ontoelaatbare gebruiksomstandigheden, zoals
warmwatertemperatuur boven 80 °C, of drukstoten
in voorgeschakelde installatie:
Voor goede gebruiksomstandigheden zorgen. Indien
nodig kardoes compleet vervangen.
Neem bij eventuele andere storingen contact op met
uw installateur.
De aanwijzingen voor de reiniging vindt u in het
bijgaande onderhoudsvoorschrift. De kraan conform de
geldende nationale voorschriften afvoeren.
Vóór de installatie
Installatie
, pagina 2
Volumebegrenzer
, pagina 2
Storingen verhelpen
, pagina 1, 2
Onderhoud en recycling
NL