42
www.globalwatersolutions.com
43
www.globalwatersolutions.com
van de uitschakeldruk of maximale druk van het systeem.
3.Bij tanks die aangesloten zijn op de hoofdleiding, moet
de voorvuldruk gelijkgesteld worden met de druk van de
hoofdleiding. Voor hoofdleidingen met een druk groter dan 88
psi (6 bar), moet een geschikte drukregelaar geïnstalleerd worden.
Voor een goede werking, moet het voorvullen van druktanks als
volgt gebeuren:
A. Zet de pomp af, ontkoppel de tank van het systeem en laat het
water in de tank volledig af om te vermijden dat de waterdruk de
metingen van het voorvullen beinvloedt.
B. Na montage in het systeem, controleer de voorvuldruk van de
tank met een geschikte manometer.
C. Voeg lucht toe of ontlucht voor zover nodig om de voorvuldruk
aan te passen aan het vereiste niveau.
D. Plaats de beschermkap van de luchtklep terug en verzegel deze
met het voorziene luchtkleplabel. Hierdoor kan u bij toekomstige
onderhoudsbeurten nagaan of er met de klep geknoeid werd.
E. Nadat de voorvuldruk juist werd ingesteld, zijn er geen
regelmatige luchtdrukcontroles meer nodig.
CONTROLEER DE LUCHT NIET NA DE INSTALLATIE.
WAARSCHUWING: Overbelast de tank nooit en doe het
voorvullen van de tank alleen bij omgevingstemperatuur!
1.4 Typische Installaties
• Dit is een druktank van het membraantype voor gebruik op een
putwater of drukverhogingssysteem. Het systeem moet beveiligd
worden door een passende overdrukklep.
• FlowThru™ serie tanks mogen alleen gebruikt worden in
pompsystemen met een variabele toerentalaansturing of een
variabele frequentieaandrijving.
Fig. 1.4-1 Tankinstallatie met accessoires
Fig. 1.4-3 Met dompelpomp
Fig. 1.4-2 Met Jet pomp
Fig. 1.4-5 Boosterpomp m/ inline tank
Fig. 1.4-4 Boosterpomp m/ horizontale tank
1.5 Installatie van meerdere tanks
Voor een goed functioneren van het systeem moeten alle tanks
dezelfde voorvuldruk hebben. De tanks moeten geïnstalleerd zijn
op een spruitstuk zodat ze allemaal dezelfde en uitgebalanceerde
druk krijgen. Pas elke tank voorvuldruk aan zoals gedetailleerd
in sectie 1.3. De drukschakelaar van het systeem moet centraal
geplaatst zijn om de tanks goed te laten functioneren(zie Fig. 1.5.)
1.6 Controle werkingsprincipes bij het
functioneren van de pomp.
Zonder een druktank zou een pompsysteem elke keer in
werking treden (aanspringen) bij iedere behoefte aan water.
Deze frequente en mogelijk korte cycli zullen de levensduur
van de pomp verkorten. Druktanks zijn ontworpen om water te
verzamelen wanneer de pomp draait en het water onder druk
terug aan het systeem te leveren wanneer de pomp uitgeschakeld
is. Een juiste gedimensioneerde tank zal tenminste een liter water
verzamelen voor elke liter per minuut (lpm) pompcapaciteit.
Dit zorgt ervoor dat de pomp minder vaak in werking komt
(aanspringt) en langer draait, wat de levensduur van de pomp
maximaliseert.
1.7 Vervanging van stalen tanks door GWS-tanks.
GWS raadt aan om defecte stalen tanks te vervangen door GWS-
tanks. Het wordt sterk aanbevolen een overdrukklep te monteren
op de aansluiting van de GWS-tank. Zorg er ook voor dat de
luchtklep op een jetpomp geblokkeerd is want er moet geen lucht
meer toegevoerd worden aan de tank.
2. Installatie thermische expansietank
Thermische expansietanks zijn ontworpen om de natuurlijke
uitzetting van water bij verwarming op te vangen. Thermische
expansietanks kunnen gebruikt worden in verschillende
toepassingen, inclusief centrale verwarmingssystemen in gesloten
kring, verwarmingssystemen via directe en indirecte zonne-
energie en verwarmingssystemen voor drinkbaar water in open
kring. GWS heeft drie verschillende series tanks ontwikkeld die
gebruikt worden voor elke toepassing: HeatWave™ voor centrale
verwarmingssystemen in gesloten kring, SolarWave™ voor indirecte
zonne-energie systemen in gesloten kring, en ThermoWave™ voor
directe zonne-energie systemen en voor verwarmingssystemen
voor drinkbaar water in open kring. Voor thermische expansie van
grote volumes kunnen de toepassingen van de Challenger™ en
SuperFlow™ Series tanks gebruikt worden.
VOORZORGMAATREGEL : Controleer voor de installatie het
gegevensplaatje van de tank voor de gegevens over de maximale
werkingsdruk en -temperatuur.
VOORZORGMAATREGEL: Additieven (zoals glycol) kunnen
de thermische expansie en de werking van de expansietank
beïnvloeden. Neem contact op met uw GWS dealer of
dichtstbijzijnde GWS verkoopspunt voor meer details.
WAARSCHUWING: Het wordt sterk aanbevolen dat elk
verwarmingssysteem wordt beschermd door een geschikte
overdrukklep die afgesteld is op of lager dan de maximaal
toegelaten tankdruk. Als er geen overdrukklep geplaatst wordt,
kan de tank exploderen in geval van een systeemstoring of
overdruk, met materiële schade, ernstig persoonlijk letsel of de
dood tot gevolg.
2.1 Voorvullen
Controleer voor het installeren de voorvuldruk van de tank
met een geschikte manometer. Raadpleeg het gegevensplaatje
van de tank met de gegevens over de fabrieksinstelling van de
voorvuldruk. De voorvuldruk moet gelijkgesteld worden met
de vuldruk van het systeem of de druk van de hoofdleiding. Bij
SolarWave™ tanks moet de voorvuldruk ingesteld worden
op de minimale systeemwerkdruk en/of de vuldruk. Ontlucht
of voeg overeenkomstig lucht toe via de luchtklep van de tank.
Controleer of het water uit de tank volledig afgetapt is en dat er
geen systeemdruk nog invloed kan uitoefenen op de meting van
het voorvullen bij het instellen van de voorvuldruk.
2.2 Plaatsing thermische expansietank
Omdat, zelfs bij een correcte installatie, tanks, buizen en
verbindingen kunnen lekken, dient u de tank te installeren op
een plaats waar lekkage geen materiële schade veroorzaakt. De
thermische expansietank moet geïnstalleerd worden aan de koude
zijde of aanvoerzijde van elk verwarmingssysteem. De tank moet
binnenshuis worden geïnstalleerd en beschermd worden tegen vorst.
2.3 Systeemaansluiting
Thermische inline expansietanks zijn ontworpen om ondersteund
te worden door de systeemleidingen en moeten aan de
systeemleidingen aangesloten worden met een T-verbindingsstuk.
(zie fig. 2.3-1). Optionele steunbeugels voor muurmontage zijn
eveneens verkrijgbaar voor verhoogde ondersteuning (neem
contact op met uw lokale GWS dealer voor bijkomende
informatie). Verticale tanks met basis zijn ontworpen om
zelfdragend te zijn en moeten worden aangesloten aan het
systeem via bijkomende leidingen (zie fig. 2.3-2).
Fig. 2.3-1 Fig. 2.3-2
1. Tijdens stilstand
(voor de leegloop)
2. Gedurende de
leegloop
3. Pomp schakelt in en
begint de tank te vullen.
Fig. 1.5 Multi-tankinstallatie
DU
DU
Tank
Overdrukklep
Tank
Overdrukklep
Naar het systeem
Afvoer
Pomp
Waterdoorstroming
Waterdoorstroming
Dompelpomp
Signaalomzetter
Doorstroomsensor
Drukschakelaar
Manometer
Overdrukklep
Waterdoorstroming
Van de pomp
Drukschakelaar
Manometer
Flexibel
aansluitstuk
Drukschakelaar
Manometer
NOTA: Alle tanks moeten een gelijke
voorvuldruk hebben
Over-
drukklep
Druk-
schakelaar
Heet
Heet
Koud
Koud
Over-
drukklep
Over-
drukklep
Boiler
Boiler
Terugslagklep of
controleklep
Terugslagklep
of
controleklep
Tank m/
basis
Inline
Tank
Leidingwerk dat gedimensioneerd
dient te worden voor een maximale
snelheid van 1,8m/sec (6 ft/sec)
3.5 bar
3.0 bar
2.5 bar
Waterdoor
-
stroming