144
c) Hoogteroerfunctie (modus 2)
Als u de stuurknuppel voor de hoogteroerfunctie naar beneden beweegt, moet het hoogteroer naar boven uitslaan.
De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 8 - 10 mm naar boven worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt
daardoor het staarvlak naar beneden gedrukt en het model stijgt naar boven weg.
Afbeelding 14
Als u de stuurknuppel voor de hoogteroerfunctie naar boven beweegt, moet het hoogteroer naar beneden uitslaan.
De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 8 - 10 mm naar beneden worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt
daardoor het staarvlak naar boven gedrukt en het model duikt naar beneden weg.
Deze stuurfunctie wordt gebruikt om het model in een normale vliegpositie te brengen, wanneer het door een
stuurfout of een windbui te sterk naar boven wil stijgen.
Afbeelding 15
Bij bedrijf in modus 1 zou voor de besturing van het hoogteroer niet de rechter, maar de linker stuur-
knuppel worden gebruikt. Hiervoor zou schakelaar „Modus 1 / Modus 2“ moeten worden ingedrukt en de
zender mechanisch omgebouwd. Raadpleeg hiervoor een vakman of werkplaats.