
Q
In- en uitschakelen
Inschakelen:
1. Zorg er voor dat de zaagketting
17
/
geleidingsrail
16
geen voorwerpen raakt.
Verwijder de geleidingsrailbescherming
27
van de zaagketting
17
/ geleidingsrail
16
,
voordat u het product inschakelt.
2. Houd het product met een hand op het
greepoppervlak
10
en met de andere op de
achterste handgreep
1
.
3. Druk de inschakelblokkering
3
op een van
de beide kanten in en houd deze ingedrukt.
4. Druk op de aan/uit-schakelaar
2
om het
product in te schakelen (zie afb. I). Laat
vervolgens de inschakelblokkering los.
uitschakelen:
1. Laat de aan/uit-schakelaar
2
los, om het
product uit te schakelen.
Overbelastingsbeveiliging
OpMeRkInG
u
De opgegeven accucapaciteit kan enigszins
afwijken van de werkelijke capaciteit. Laad
indien nodig de accu op.
Dit product beschikt over een accubescherming,
die de voeding onderbreekt wanneer het product
wordt overbelast.
1. Laat de aan/uit-schakelaar
2
los, om het
product uit te schakelen.
2. Verwijder het product van het werkoppervlak
om overbelasting te voorkomen.
3. Houd de inschakelvergrendeling
3
lang
ingedrukt. Druk op de aan/uit-schakelaar
2
.
Als het product niet werkt, moet u de accu
vervangen en het proces opnieuw uitvoeren.
Q
Snijtechnieken
Snijden
OpMeRkInG
u
De ketting moet op volle snelheid draaien,
voordat deze in contact komt met het hout.
1. Houd het product altijd met een hand op
het greepoppervlak
10
en op de achterste
handgreep
1
vast. Gebruik dit product nooit
met een hand (zie afb. J).
2. Houd het product met beide handen vast,
waarbij de duimen en de vingers rond de
hendel/greepoppervlakken van het product
sluiten. Een stevige grip helpt u om de terugslag
te verminderen en de controle over het product
te behouden.
3. Houd het product altijd onder een hoek van
maximaal 60° ten opzichte van een horizontale
lijn. Anders is een veilig gebruik niet mogelijk
(zie afb. K).
4. Sta nooit recht onder de takken die u snijdt.
Objecten kunnen anders vallen dan verwacht.
Er bestaat het risico om door vallende of
stuiterende takken te worden geraakt. Sta altijd
buiten het bereik van de vallende takken (zie
afb. L.).
5. Houd andere mensen uit de buurt van de punt
van het snijgereedschap van het product en op
een veilige afstand van het werkgebied. Houd
minstens een afstand van 10 m aan voor andere
personen (zie afb. M).
6. Sta nooit op een ladder of een andere onstabiel
oppervlak tijdens het gebruik van het product.
Een onveilige stand leidt tot gevaar (zie afb. N).
7. Gebruik het product alleen op een veilige
manier. Houd het product vast aan de
rechterzijde van uw lichaam. Wijzig de
werkpositie regelmatig en houd tijdens het
gebruik rekening met rustperiodes.
8. Gebruik het product niet met uw armen volledig
uitgestrekt of probeer niet, moeilijke bereikbare
plaatsen weg te snijden.
9. Houd een stevige, gelijkmatige druk op het
product terwijl u ermee werkt. Probeer het
product niet door hout te drukken; laat het
snijgereedschap het werk doen met zijn
grijptanden en gebruik slechts minimale
hendeldruk.
10. Wees voorzichtig wanneer u het einde van de
snede heeft bereikt. Het gewicht van het product
kan onverwacht veranderen, als het van het hout
komt. Ongevallen kunnen voorkomen op benen
en voeten. Verwijder het product altijd uit een
houtsnede, als het draait.
78 NL / BE