
3. Zorg ervoor dat de inhoud van de levering
volledig vrij is van mogelijke schade. Neem
contact op met de dealer waar u dit product
heeft gekocht als u ontbrekende onderdelen
of defecte onderdelen ontdekt. Gebruik het
product niet voordat ontbrekende onderdelen
zijn nageleverd of defecte onderdelen zijn
vervangen. Het gebruik van een onvolledig
of beschadigd product leidt tot letsel en
zaakschade.
4. Zorg ervoor dat u over de nodige accessoires
en gereedschappen beschikt voor de
ingebruikname en het gebruik. Dit omvat ook
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
Q
Accessoires
Voor het veilige en correcte gebruik van dit product
zijn onder andere de volgende accessoires zoals
gereedschap en insteekgereedschap nodig.
o
Oliespuit met naaldpunt.
o
Slijpset (kettingvijl)
o
Geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
Accessoires en gereedschappen zijn verkrijgbaar
bij gespecialiseerde dealers. Let bij de aankoop
altijd op de technische vereisten van dit product (zie
„Technische gegevens“).
Vraag bij twijfel een gekwalificeerde specialist en
laat uw door uw speciaalzaak adviseren.
OpMeRkInG
u
Deze gebruiksaanwijzing bevat
informatie en instructies over verschillende
insteekgereedschappen en hun
toepassingsgebieden. De genoemde
insteekgereedschappen zijn niet
noodzakelijkerwijs opgenomen in
de levering, maar laten de mogelijke
toepassingen van dit product zien.
Q
Voor het gebruik
Q
Accu plaatsen/verwijderen
Accu plaatsen:
1. Lijn de accu
29
uit op de accu-opening
5
en schuif deze daarin. Controleer dat deze
zichtbaar vastklikt.
Accu verwijderen:
1. Druk op de ontgrendelingsknop
31
en
verwijder de accu
29
.
Q
Accu opladen
OpMeRkInG
u
De accu
29
wordt met lage lading geleverd.
Laad de accu
29
voor gebruik liefst 60 minuten
op.
u
Haal steeds de stekker van de oplader
33
uit
het stopcontact voordat u de accu
29
uit de
oplader haalt of plaatst.
u
Laad de accu
29
nooit op, wanneer de
omgevingstemperatuur onder 10 °C of boven
40 °C ligt.
u
Laat de oplader
33
tussen opeenvolgend
opladen minimaal 15 minuten rusten.
u
Als er geen accu
29
in de oplader
33
is
geplaatst en deze is aangesloten op de voeding,
licht de opladerled
34
groen op.
1. Sluit de accu
29
aan op de oplader
33
.
2. Steek de stekker in het stopcontact. De
opladerled
35
licht rood op, tegelijkertijd licht
de opladerled
34
groen op. Als de accu
29
volledig opgeladen is, licht de opladerled
34
voortdurend groen op om aan te geven dat
het opladen voltooid is. Tegelijkertijd licht de
opladerled
35
rood op.
3. Haal de stekker van de oplader
33
uit
het stopcontact en haal de accu
29
uit de
oplader.
4. Plaats de accu
29
in het product (zie „Accu
plaatsen/verwijderen“).
Opladerleds
Groene led knippert
Oplader klaar
Rode led knippert
voortdurend
Accu laadt op
Groene led knippert
voortdurend
Accu volledig geladen
Rode en groene led
knipperen
Accu defect
Rode en groene led
knipperen voortdurend
Accu te koud of te
warm
74 NL / BE