
5. Monteer de aandrijfafdekking
25
en draai
de schroeven
26
van de aandrijfafdekking
goed vast, zit, maar niet te vast. Klem
de zaagketting vast (zie „Zaagketting
spannen“).
Zaagketting spannen
WAARSchuWInG!
u
Houd altijd de juiste kettingspanning aan!
Een losse ketting verhoogt het risico op
terugslag! Een losse ketting kan uit de gleuf
van de geleidingsrail springen! Een losse
ketting zorgt voor een snelle slijtage van de
ketting, geleidingsrail en het aandrijfwiel!
u
Het te strak spannen van de ketting
overbelast de motor en veroorzaakt schade,
een te slap spannen van veroorzaakt een
losspringende ketting, terwijl een correct
gespannen ketting zorgt voor het beste
zaagresultaat en een langere levensduur! De
levensduur van de ketting hangt voornamelijk
af van voldoende smering en juiste spanning!
OpMeRkInG
u
Regelmatig spannen van de zaagketting
draagt bij aan de veiligheid van de gebruiker
en vermindert en/of voorkomt slijtage en
kettingbeschadiging. We raden aan om voor het
werk en met intervallen van ongeveer 7 minuten
de kettingspanning te controleren en zonodig te
corrigeren. De ketting warmt op tijdens het werk
en breidt zich daarom iets uit. Deze „verlenging“
kan vooral bij nieuwe kettingen worden
verwacht.
u
Draai de ketting niet vast of vervang deze niet,
wanneer deze warm is, omdat hij bij de koeling
iets korter wordt. Als u hier geen rekening mee
houdt, kan dit schade aan de geleidingsrail of
motor veroorzaken, omdat de ketting nu te strak
zit. Kettingspanning en kettingsmeringen hebben
een belangrijk effect op de levensduur van de
ketting.
u
De ketting is correct gespannen als deze niet kan
doorzakken aan het onderste uiteinde en een
volle slag met beschermende handschoenen kan
worden gedraaid.
u
Bij een nieuwe ketting neemt in de loop der tijd
de spanning af. Span de ketting na de eerste 70
sneden aan, maar niet later dan 7 minuten na
het begin van het werk.
1. Leg het product op een geschikt plat
oppervlak.
2. Draai de schroeven
26
iets los.
3. Draai de schroef voor de kettingspanning
23
met de klok mee, om de kettingspanning
te verhogen en tegen de klok in om deze te
verlagen.
4. Draai de schroeven
26
vast.
5. Controleer opnieuw de kettingspanning.
Herhaal indien nodig de aanpassingsstappen
om de juiste spanning te krijgen.
kettingsmering
WAARSchuWInG!
u
Het product is niet gevuld met kettingolie!
Het is essentieel om voor gebruik olie toe te
voegen! Gebruik het product nooit zonder
kettingolie of met een lege olietank, omdat
dit aanzienlijke schade aan het product zal
veroorzaken!
u
Gebruik de geleidingsrail en zaagketting
nooit zonder smeerolie! Het product droog
of met te weinig olie gebruiken vermindert
de snijprestaties, verkort de levensduur van
het product en veroorzaakt snelle slijtage
door oververhitting van de ketting en de
geleidingsrail! Onvoldoende smering wordt
aangegeven door rook of verkleuring
van de geleidingsrail! Voldoende smering
van de zaagketting tijdens de werking is
essentieel om wrijving met de geleidingsrail
te minimaliseren.
Dit product is uitgerust met een automatisch
oliesmeersysteem. Het oliesmeersysteem levert
automatisch voldoende olie aan de geleidingsrail
16
en de zaagketting
17
.
o
Controleer regelmatig de oliepeilweergave
15
en vul de olie bij, als het oliepeil de
„
MIn
“-markering bereikt. De olietank bevat
ongeveer 15 ml olie.
o
Als u geen biologische olie bij de hand heeft,
gebruik dan de kettingolie met een laag
verdikkingsmiddel.
o
Leeg de olietank als u het product voor een
langere periode niet gebruikt.
76 NL / BE