
Q
Accu-oplaadstatus controleren
o
Druk voor het controleren van de
laadtoestand op de knop laadtoestand
30
.
De toestand van de accu
29
wordt op het
display laadtoestand
32
weergegeven.
4 groene leds branden
voortdurend
Accu volledig geladen
3 groene leds branden
voortdurend
Accu 75% geladen
2 groene leds branden
voortdurend
Accu 50% geladen
1 groene led brandt
voortdurend
Accu 25% geladen
1 groene led knippert Lage laadtoestand
o
Laad de accu
29
voor het gebruik op, als
deze op de middelste of laagste laadtoestand
staat.
Q
Montage
WAARSchuWInG!
Schakel het product altijd uit
en verwijder de accu voordat
u inspectiewerkzaamheden
uitvoert, accessoires bevestigt,
montagewerkzaamheden uitvoert,
vloeistof bijvult of smeert!
WAARSchuWInG!
De snijranden van de zaagketting zijn
erg scherp! Draag altijd beschermende
handschoenen bij de omgang van de
zaagketting!
Geleidingsrails en zaagketting
WAARSchuWInG!
u
Gebruik uitsluitend zaagkettingen met
„low-kickback“ of zaagkettingen die
voldoen aan de vereisten voor een lage
terugslag! Een gebruikelijke zaagketting
(een ketting zonder terugslagverminderende
beschermingskoppelingen) mag alleen
worden gebruikt door ervaren professionele
gebruikers!
u
Zoals altijd zal een zaagketting met
een lage terugslag u niet volledig tegen
terugslag beschermen! Een low-kickback
of veiligheids-zaagketting mag nooit als
complete bescherming tegen verwonding
worden beschouwd. Gebruik daarom altijd
een low-kickback zaagketting samen met
terugslag-beschermingsvoorzieningen zoals
de voorste handbescherming / de kettingrem
handbescherming/kettingrem.
u
Monteer nooit een nieuwe zaagketting op
een versleten aandrijfwiel of op een versleten
geleidingsrail. De ketting kan terugslaan of
scheuren met een mogelijk hoog risico op
letsel!
Monteer de geleidingsrail
16
en zaagketting
17
voor het gebruik. Gebruik uitsluitend een
geleidingsrail en zaagketting volgens de technische
gegevens (zie „Technische Gegevens“) van het
product.
1. Leg het product op een geschikt plat
oppervlak.
2. Draai de schroeven
26
tegen de klok in en
verwijder ze samen met de aandrijfafdekking
25
(zie afb. D).
3. Richt de gleuf uit met de indexeerlip
22
en
leg de geleidingsrail
16
hierop. Leid de pen
naar de houder van de geleidingsrail
24
in het
onderste boorgat in de geleidingsrail.
4. Leg de zaagketting
17
om het aandrijfwiel
19
en over de geleidingsrail
16
. Zorg ervoor
dat de zaagtanden van de zaagketting
17
weg van het product naar de bovenste rand
van de geleidingsrail
16
wijzen. Steek de
kettingschakels in de omtrekgroef van de
geleidingsrail (zie afb. E).
75
NL / BE