ATLAS D ECO SI UNIT
53
NL
cod. 3541Q540 - Rev. 00 - 09/2018
Aanzetten verwarmingsketel
•
Maak de brandstofkleppen open.
•
Schakel de stroom naar het apparaat in.
fig. 6 - Aanzetten verwarmingsketel
•
De eerstvolgende 120 seconden wordt op het display FH weergegeven, hetgeen
betekent dat de verwarmingsinstallatie ontlucht wordt.
•
De eerste 5 seconden verschijnt op het display tevens de softwareversie van de
kaart.
•
Wanneer de melding FH niet meer zichtbaar is, is de verwarmingsketel gereed om
automatisch te starten telkens wanneer er sanitair warm water wordt gebruikt of
wanneer de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
Uitschakelen verwarmingsketel
Druk 1 seconde op de toets
on/off
(detail 9 - fig. 1).
fig. 7 - Uitschakelen verwarmingsketel
Wanneer de verwarmingsketel word uitgezet, wordt de elektronische kaart nog van
stroom voorzien.
De sanitaire en verwarmingswerking is niet meer actief. Het antivriessysteem blijft actief.
Druk nogmaals 1 seconde op de toets
on/off
(detail 9 - fig. 1) om de ketel weer aan te
zetten.
fig. 8
De verwarmingsketel is onmiddellijk gereed om te functioneren telkens wanneer er warm
sanitair water wordt gebruikt of de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
2.4 Instellingen
Omschakelen Zomer/Winter
Druk 1 seconde op de toets
Zomer/Winter
(detail 6 - fig. 1).
fig. 9
Op het display wordt het symbool Zomer (detail 27 - fig. 1) actief: de verwarmingsketel
levert uitsluitend warm water. Het antivriessysteem blijft actief.
Druk weer 1 seconde op de toets
Zomer/Winter
(detail 6 - fig. 1) om de modus Zomer
te deactiveren.
Regeling verwarmingstemperatuur
Druk op de toetsen
verwarming
(detail 3 en 4 - fig. 1) om de temperatuur te wijzigen van
een minimum van
30°C
tot een maximum van
80°C
.
Geadviseerd wordt echter de verwarmingsketel niet te laten werken bij een tempe-
ratuur lager dan 45°C.
fig. 10
Regeling van temperatuur sanitair water
Druk op de toetsen sanitair (detail 1 en 2 - fig. 1) om de temperatuur te variëren van mi-
nimaal 50°C tot maximaal 75°C.
fig. 11
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele omgevingsthermostaat)
Stel met behulp van de omgevingsthermostaat de voor de vertrekken gewenste tempe-
ratuur in. Als er geen omgevingsthermostaat aanwezig is zorgt de verwarmingsketel er-
voor dat het systeem op de ingestelde setpoint-temperatuur aan de drukzijde van de
installatie gehouden wordt.
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele timerafstandsbediening)
Stel met behulp van de timerafstandsbediening de gewenste temperatuur voor de ver-
trekken in. De verwarmingsketel stelt de temperatuur van het water in de installatie af op
grond van de gewenste omgevingstemperatuur. Voor wat de werking met timerafstand-
sbediening betreft, wordt verwezen naar de betreffende gebruikershandleiding.
Keuze ECO/COMFORT
Het apparaat is uitgerust met een functie die zorgt voor een verhoogde snelheid van to-
evoer van warm sanitair water en maximaal comfort voor de gebruiker. Wanneer dit sy-
steem is ingeschakeld (COMFORT-modus) wordt het water in de ketel op temperatuur
gehouden, waardoor het warme water onmiddellijk beschikbaar is bij het opendraaien
van de kraan, zonder dat u hoeft te wachten.
Het systeem kan door de gebruiker uitgeschakeld worden (modus ECO) door op de toets
eco/comfort
(detail 7 - fig. 1) te drukken. Druk weer op de toets ECO/COMFORT (detail
7 - fig. 1) om de modus COMFORT te activeren.
Weersafhankelijke temperatuur
Wanneer de externe temperatuursonde (optioneel) wordt geïnstalleerd, wordt op het di-
splay van het bedieningspaneel (detail 5 - fig. 1) de werkelijke, door de sonde gemeten
buitentemperatuur weergegeven. Het regelsysteem van de verwarmingsketel werkt met
"Weersafhankelijke Temperatuur". In deze modus wordt de temperatuur van de verwar-
mingsinstallatie gereguleerd overeenkomstig de externe weersomstandigheden, zodat
gedurende het hele jaar verhoogd comfort en energiebesparing wordt gegarandeerd.
Namelijk bij toename van de buitentemperatuur wordt de uitgangstemperatuur van de in-
stallatie volgens een vastgestelde "compensatiecurve" verlaagd.
Bij regeling met Weersafhankelijke temperatuur wordt de temperatuur die ingesteld is
met de verwarmingstoetsen
-/+
(detail 3 en 4 - fig. 1) de maximum uitgangstemperatuur
van de installatie. Aanbevolen wordt om de maximumwaarde in te stellen, zodat het sy-
steem bij het regelen gebruik kan maken van het gehele functioneringsbereik.
De verwarmingsketel moet tijdens de installatiefase door gekwalificeerd personeel wor-
den afgesteld. Ter verhoging van het comfort kan de gebruiker echter ook enige aanpas-
singen programmeren.
Compensatiecurve en verplaatsen van curven
Door eenmaal op de toets
mode
(detail 10 - fig. 1) te drukken wordt de huidige compen-
satiecurve (fig. 12) afgebeeld en kan ze gewijzigd worden met de
toetsen sanitair water
(detail 1 en 2 - fig. 1).
Stel de gewenste curve in van 1 - 10 op grond van het kenmerk (fig. 14).
Wanneer de curve op 0 wordt ingesteld, is de weersafhankelijke temperatuur niet geac-
tiveerd.
fig. 12 - Kromming stooklijn
Door te drukken op de
verwarmingstoetsen
(detail 3 en 4 - fig. 1) wordt toegang verkre-
gen tot parallelle verplaatsing van de curven (fig. 15), die gewijzigd kan worden met de
toetsen sanitair water
(detail 1 en 2 - fig. 1).
fig. 13 - Parallel verplaatsen van de curven
Druk nogmaals op de toets
mode
(detail 10 - fig. 1) om de modus voor afstellen van pa-
rallelle verplaatsing van de curven af te sluiten.
eco
comfort
m
od
e
r e s e t
eco
comfort
m
o
de
r e s e t
eco
comfort
m
o
de
r e s et
eco
bar
eco
comfort
m
o
de
r e s e t
eco
bar
eco
comfort
m
o
de
r e s e t
eco
bar
eco
comfort
m
od
e
r e s e t
eco
bar