Fahl 25900, Instructions For Use Manual

Page: 44 / 56

44
NL
Het gevaar bestaat dat een dergelijke stemprothese losraakt van de in -
serter en acute ademnood kan veroorzaken.
N
WAARSCHUWING!
Als de stemprothese losraakt uit het shuntkanaal of tijdens het inbren -
gen losraakt van het plaatsingsinstrument, bestaat het risico van as -
piratie.
In geval van aspiratie moet door krachtig hoesten geprobeerd worden
de stemprothese weer op te hoesten.
Als dit niet lukt, moet de stemprothese direct operatief worden ver -
wijderd.
INSTRUCTIE VOOR
LARYVOX
®
INSERTER (TURKOOIS, REF 25900)
LARYVOX
®
INSERTER EXPERT (ZWART, REF 25910) EN
LARYVOX
®
INSERTER EXPERT SMALL (GEEL, REF 25915):
1. Plaats de stemprothese met de tracheale flens op de top van het plaat -
singsinstrument .
2. Fixeer de veiligheidsdraad van de stemprothese met de opening op de
hiervoor bestemde positie:
LARYVOX
®
INSERTER (turkoois) positie B .
LARYVOX
®
INSERTER EXPERT (zwart) als de veiligheidsdraad niet
goed op positie B ❺ gefixeerd kan worden, kies dan positie A .
LARYVOX
®
INSERTER EXPERT SMALL (geel) positie A .
3. Controleer of de stemprothese stevig op het plaatsingsinstrument zit.
4. Voor een beter glijvermogen van de applicator voor het inbrengen van
de stemprothese kunt u FAHL
®
OPTIFLUID
®
LUBRICANT GEL ( REF
36105 ) gebruiken, die bij de levering is inbegrepen.
5. Vouw de oesofageale flens met duim en wijsvinger van de ene hand
naar voren toe samen .
Schuif vervolgens de oesofageale flens met behulp van het plaatsings -
instrument ca 1 cm naar voren in de gesleufde opening van de appli -
cator .
6. Druk daarbij met de duim van uw andere hand op de oesofageale flens
.
Met uw andere hand schuift u tegelijkertijd de stemprothese verder door
in de applicator .
7. Op het plaatsingsinstrument bevinden zich de markeringsposities 1 en 2.
Schuif nu het plaatsingsinstrument met de stemprothese tot aan het
streepje van markeringspositie 1 door de applicator .
8. De stemprothese kan nu met behulp van de applicator in het shuntka -
naal worden ingebracht.
9. Breng de top van de applicator voorzichtig in het shuntkanaal .
10.
Duw de stemprothese nu langzaam tot aan het streepje van markerings -
positie 2 door de applicator.
De oesofageale flens ontvouwt zich in het lumen van de oesofagus .
Trek de applicator nu voorzichtig via het plaatsingsinstrument terug .
11. De tracheale flens ontvouwt zich in het lumen van de trachea.
De applicator kan via het plaatsingsinstrument worden teruggetrokken.
12. Controleer de correcte plaatsing van de stemprothese door deze met
het plaatsingsinstrument te draaien en door er licht aan te trekken .
13. Als de stemprothese goed kan worden gedraaid, fixeer de veiligheids -
draad dan met een atraumatisch instrument zoals LARYVOX
®
TWEE-
ZERS ( REF 35000 ) en verwijder het plaatsingsinstrument voorzichtig .
14. Laat de patiënt een fonatie- en slikpoging doen, om de dichtheid te con -
troleren.
15. Als de stemprothese in de juiste positie zit, knipt u de veiligheidsdraad
direct bij de tracheale flens door.
8.2.4 LARYVOX
®
INSERTER UNIEK REF 25925 (oranje)
OPMERKING!
De LARYVOX
®
INSERTER UNIEK is uitsluitend bestemd voor de antero-
grade plaatsing van de LARYVOX
®
UNIEK Ultra Low Resistance ( REF
25010 en REF 25020) stemprothese 21 of 24 French in het kader van een
stemprothesevervanging.
N
WAARSCHUWING!
Als de stemprothese losraakt uit het shuntkanaal of tijdens het inbren -
gen losraakt van het plaatsingsinstrument, bestaat het risico van as -
piratie.
In geval van aspiratie moet door krachtig hoesten geprobeerd worden
de stemprothese weer op te hoesten.
Als dit niet lukt, moet de stemprothese direct via medische weg profes -
sioneel verwijderd worden.
INSTRUCTIE:
1. Plaats de stemprothese met de tracheale flens op de top van het plaat -
singsinstrument .
2. Fixeer de veiligheidsdraad van de stemprothese aan het plaatsingsin -
strument op positie A
.
3. Controleer of de stemprothese stevig op het plaatsingsinstrument zit.